Les 1: 25-10-2022

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Moeilijke onderwerpen toets H7 bespreken
  2. In groepjes samenhang maken

Slide 2 - Tekstslide

1, 2 en 3. De voedingsstoffen
Geen voedingsvezels!

Slide 3 - Tekstslide

1. De energierijke stoffen
  • Koolhydraten: zetmeel en suikers.
  • Vetten

Slide 4 - Tekstslide

2. De bouwstoffen
  • Eiwitten: nodig om cellen te maken.
  • Water: nodig voor je cellen en bloed.
  • Vetten: nodig om celmembranen te maken.
  • Mineralen: nodig om sommige cellen te maken, bijvoorbeeld calcium voor botcellen en ijzer voor bloedcellen.

Slide 5 - Tekstslide

3. De beschermende stoffen
  • Vitaminen
  • Mineralen




Kader: ADH, gebreksziekten, eetstoornissen

Slide 6 - Tekstslide

4. De schijf van vijf

Slide 7 - Tekstslide

5. Hoeveel energie heb je nodig?
Energie meten we in kilojoule (kJ) en kilocalorie (kcal)

Hoeveel energie je nodig hebt hangt af van:
  1. Activiteit
  2. Leeftijd
  3. Geslacht

Slide 8 - Tekstslide

6. Teveel suiker en vet eten
Te veel energierijke stoffen -> overgewicht
Te veel suiker -> tandbederf






Kader: tandbederf = cariës

Slide 9 - Tekstslide

7. De lichaamscel

Slide 10 - Tekstslide

8. Het verteringsstelsel

Slide 11 - Tekstslide

9. De vertering van voedsel
Vertering: kleinmaken van voedsel zodat het je bloed in kan. 
Alleen vetten, eiwitten en koolhydraten hoeven verteerd te worden.

Verteringssappen:
Mond: speeksel verteert zetmeel.
Maag: maagsap
Twaalfvingerige darm: alvleessap (en gal voor vetten)
Dunne darm: darmsap

Slide 12 - Tekstslide

10. De darmen
In de dunne darm zitten heel veel darmplooien. Om de buitenkant van de dunne darm zitten heel veel haarvaatjes.

De dikke darm haalt water uit de voedselpap.
De endeldarm bewaart de ontlasting.

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk!
Maak samen met je groepje de samenhang van KGT. 

Weet je het niet meer? Blader terug in je boek. Bij de vraag staat welke paragraaf je moet hebben.

Komen jullie niet uit een vraag? Sla hem over en wacht tot de docent langsloopt.

Slide 14 - Tekstslide