Voorbereiding Toets H7 Eten en Verteren
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is WAAR
A
Elke ochtend koffie drinken en een appel eten is een eetgewoonte
B
De schijf van vijf helpt je om minder te eten
C
Vezels zijn voedingstoffen
D
Eetgewoonten hangen af van je voorkeur, waar je vandaan komt en je geloof.
Slide 3 - Quizvraag
Voedingsmiddelen
Voedingsstoffen
Brood
Melk
Eiwitten
Mineralen
Water
Koolhydraten
Vetten
Appels
Kaas
Vitaminen
Slide 4 - Sleepvraag
In welk vakje van de schijf van vijf staan voedingsmiddelen waar veel eiwitten in zitten?
Kies de juiste kleur.
Kies de juiste kleur.
A
Groen
B
Oranje
C
Roze
D
Geel
Slide 5 - Quizvraag
Energierijke stoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen
Heb je nodig om nieuwe cellen te maken
Hier haalt je lichaam energie uit
Zorgen ervoor dat je lichaam goed werkt
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat is WAAR?
A
Iedereen heeft evenveel energie nodig
B
Zetmeel en suikers zijn energierijke stoffen
C
Energierijke stoffen zijn nodig om warm te blijven
D
Mineralen zijn energierijke stoffen
Slide 8 - Quizvraag
Welk voedingsmiddel bevat het minste energie
A
Bruin brood
B
Kaas
C
Halfvolle melk
D
Bloemkool
Slide 9 - Quizvraag
Meer energie nodig
Minder energie nodig
Slide 10 - Sleepvraag
Bacteriën maken van suikers een zuur.
Dat zuur maakt de buitenkant van je tanden (tandglazuur) kapot.
Daarom moet je poetsen met tandpasta met...
Dat zuur maakt de buitenkant van je tanden (tandglazuur) kapot.
Daarom moet je poetsen met tandpasta met...
A
Water
B
Calcium
C
Een smaakje
D
Fluor
Slide 11 - Quizvraag
Welke 2 energierijke stoffen zijn er?
A
Koolhydraten, Eiwitten
B
Vetten, Water
C
Vitaminen, Mineralen
D
Koolhydraten, Vetten
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Welke onderdelen horen bij de nummers?
A
1. Cytoplasma
2. Celkern
3. Celmembraan
B
1. Celkern
2. Cytoplasma
3. Celmembraan
C
1. Celmembraan
2. Celkern
3. Cytoplasma
D
1. Celwater
2. Celbal
3. Celschilletje
Slide 14 - Quizvraag
Wat is WAAR?
A
Calcium heb je nodig voor botcellen
B
Fluor is slecht voor je tanden
C
IJzer is nodig voor rode bloedcellen
D
In melk zit calcium
Slide 15 - Quizvraag
Welke 4 bouwstoffen zijn er?
A
Mineralen, Vitaminen, Eiwitten en Water
B
Eiwitten, Water, Vetten en Mineralen
C
Eiwitten, Koolhydraten, Vetten en Vitaminen
D
Eiwitten, Water, Vezels en Mineralen
Slide 16 - Quizvraag
Wat is WAAR?
A
Alleen vitamines zijn beschermende stoffen
B
Mineralen zijn bouwstoffen én beschermende stoffen
C
Water is geen bouwstof
D
Vetten zijn energierijke stoffen én bouwstoffen
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde.
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde.
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige darm
Maag
Slide 19 - Sleepvraag
Huig
Strotklepje
Ademen
Slikken
Slide 20 - Sleepvraag
Wat is de functie van peristaltiek?
A
Het kneden van verteringssappen en de voedselbrij
B
Het voortduwen van de voedselbrij
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 21 - Quizvraag
Koppel de verteringssappen aan de plekken waar ze bij het eten komen
Mond
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Speeksel
Maagsap
Alvleessap
Darmsap
Slide 22 - Sleepvraag
Wat is WAAR?
A
Vezels zijn voedingsstoffen
B
In de dunne darm gaan voedingsstoffen naar je bloed
C
Ontlasting wordt opgeslagen in je endeldarm
D
In je dikke darm komt er water bij je eten
