Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
wk. 5 Grammatica Zinsdelen
Welkom
Nederlands
Je legt klaar:
Laptop: log in bij de Lesson up
1 / 44
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
Nederlands
Je legt klaar:
Laptop: log in bij de Lesson up
Slide 1 - Tekstslide
planning
1.Instructie
TH: Grammatica ZD par.2 en par.4 (samengestelde zinnen)
HA: Grammatica ZD par.1, 3 en 5 (naamwoordelijk gezegde)
A: Grammatica ZD par.1, 3 en 5 (voorzetselvoorwerp)
2. Aan het werk
Slide 2 - Tekstslide
Cursus 5 Grammatica
Werkwoordelijk gezegde en samengestelde zinnen
HA/A: Naamwoordelijk gezegde
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kan de persoonsvorm in samengestelde zinnen vinden en het werkwoordelijk gezegde benoemen.
HA/A: Je weet het verschil tussen een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
HA/A: Je kan het naamwoordelijk gezegde in een zin vinden.
Slide 4 - Tekstslide
Persoonsvorm
Op welke drie manieren kan ik de persoonsvorm vinden?
vraagproef
tijdsproef
getalsproef
Slide 5 - Tekstslide
Zinsdelen
Daniëlle Bakhuis geeft een presentatie en schrijft veel boeken.
Enkelvoudig/samengestelde zin?
PV?
Een samengestelde zin heeft twee persoonsvormen.
Slide 6 - Tekstslide
HWW - ZWW
Als er meerdere werkwoorden in een zin staan, dan heb ik altijd te maken met hww'en (hulpwerkwoorden). Waar of niet waar?
Bij meerdere werkwoorden in de zin is er 1 zww en de overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden.
Slide 7 - Tekstslide
Zinsdelen - Ontleden
De Finse kok en ik hebben samen een gerecht voorbereid.
pv = hebben
ow = De Finse kok en ik
wg = hebben voorbereid (hebben = hww/ voorbereid = zww)
lv = een gerecht
bwb = samen
Slide 8 - Tekstslide
Zinsdelen - samengestelde zinnen
Wanneer je niet snel reageert, is het niet meer mogelijk te komen.
PV?
pv= reageert
pv= is
Welke proef het beste te gebruiken?
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk TH
Maak eerst de gedeelde oefening. Bij < 80% score, herhaal je de opdracht.
Grammatica Cursus 5: Maak par. 2 Herhaling ZD
Maak par. 4 Samengestelde zinnen
Schrijfplan met naam laten zien/inleveren.
Verhaal Daniëlle Bakhuis afmaken.
Slide 10 - Tekstslide
leeronlinenederlands.nl
Slide 11 - Link
Grammatica zinsdelen
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik weet het verschil tussen een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
Ik kan het naamwoordelijk gezegde in een zin vinden.
Slide 13 - Tekstslide
Grammatica zinsdelen
Werkwoordelijk gezegde
Geeft aan wat iemand doet.
(Lopen, schrijven, gaan, zwemmen, opstaan, drinken, vinden, etc.)
Ik
schrijf
een brief voor mijn oma.
Ik
heb
een brief voor mijn oma
geschreven
.
Slide 14 - Tekstslide
HWW - ZWW
Ik schrijf een brief voor mijn oma.
pv/wg = schrijf
schrijf = zelfstandig werkwoord
Ik heb een brief voor mijn oma geschreven.
pv = heb
wg = heb geschreven
heb = hulpwerkwoord
geschreven = zelfstandigwerkwoord
Slide 15 - Tekstslide
Grammatica Zinsdelen
Naamwoordelijk gezegde
Geeft aan wat iemand
is, of wordt of lijkt
.
Een eigenschap
Slide 16 - Tekstslide
Grammatica Zinsdelen
Naamwoordelijk gezegde
Koppelwerkwoord
: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
Ik word morgen 14 jaar.
Het huis lijkt onbewoond.
Slide 17 - Tekstslide
Werkwoordelijk deel
Alle werkwoorden uit de zin.
Afgelopen zaterdag
is
de uitverkoop
een succes
geweest
.
zijn = koppelwerkwoord
Naamwoordelijk deel
De eigenschap die bij het onderwerp hoort.
Wat + persoonsvorm + onderwerp + overige ww?
Wat
i
s
de uitverkoop
geweest
?
Een succes
Slide 18 - Tekstslide
Grammatica Zinsdelen
Naamwoordelijk gezegde
Afgelopen zaterdag is de uitverkoop een succes geweest.
pv = is
ow = de uitverkoop
ng = is [een succes] geweest
(werkwoordelijk en naamwoordelijk deel)
Slide 19 - Tekstslide
Grammatica zinsdelen H2+3
Naamwoordelijk gezegde
LET OP:
Een naamwoordelijk gezegde heeft NOOIT een lijdend voorwerp in de zin staan.
Slide 20 - Tekstslide
Oefenen ....
Werkwoordelijk
of
naamwoordelijk gezegde
Slide 21 - Tekstslide
"Lotte heeft de lasergamehighscore binnengesleept."
Wat is het gezegde?
Slide 22 - Open vraag
Gezegde: 'heeft binnengesleept'?
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 23 - Quizvraag
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Zijn vader reist maandelijks naar het buitenland voor zijn werk.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 24 - Quizvraag
Mijn opa en oma zijn vroeger slager geweest.
Wat is het gezegde?
Slide 25 - Open vraag
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Mijn opa en oma zijn vroeger slager geweest.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 26 - Quizvraag
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Mijn broer geeft les op een basisschool in Rotterdam.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 27 - Quizvraag
Bij een naamwoordelijk gezegde...
A
...is het onderwerp iets.
B
...doet het onderwerp iets.
Slide 28 - Quizvraag
Bij een naamwoordelijk gezegde heb je ALTIJD een...
A
Zelfstandig werkwoord
B
Koppelwerkwoord
Slide 29 - Quizvraag
Een naamwoordelijk gezegde is altijd een..
A
actie
B
eigenschap/kenmerk
Slide 30 - Quizvraag
''Zij wil graag advocaat worden''.
Welk werkwoord kan koppelwerkwoord zijn?
A
wil
B
worden
Slide 31 - Quizvraag
''Zij wil graag advocaat worden''.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 32 - Quizvraag
Zij wil graag advocaat worden.
hele naamwoordelijk gezegde?
A
wil worden
B
[advocaat]worden
C
wil [advocaat] worden
D
wil [graag] worden
Slide 33 - Quizvraag
Hij schijnt tegenwoordig er gelukkig te zijn.
A
schijnt
B
schijnt te zijn
C
schijnt [gelukkig] te zijn
D
tegenwoordig gelukkig
Slide 34 - Quizvraag
Grammatica Zinsdelen
Maak eerst de gedeelde opdracht. Herhaal de opdracht als je 80% of lager scoort.
Maak Huiswerk Grammatica, zie SOM!
Laat je schrijfplan zie en maak het verhaal af (min. A4)
Slide 35 - Tekstslide
Huiswerk HA/A
Maak de gedeelde opdracht.
HA: Maak par. 1, 3 en 5 (werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
A: Maak par.1, 3 en 5 (gezegde en voorzetselvoorwerp)
Schrijfplan met naam laten zien/inleveren.
Verhaal Daniëlle Bakhuis afmaken.
Slide 36 - Tekstslide
www.cambiumned.nl
Slide 37 - Link
www.cambiumned.nl
Slide 38 - Link
Huiswerk HA
Grammatica Cursus 5
HA: Maak par.1, 3 en 5 (werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
A: Maak par.1, 3 en 5 (gezegde en voorzetselvoorwerp)
Schrijfplan met naam laten zien/inleveren.
Verhaal Daniëlle Bakhuis afmaken.
Slide 39 - Tekstslide
''Ik weet wel hoe ik kan bepalen of een zin een werkwoordelijk gezegde of een naamwoordelijk gezegde bevat.''
1 = (nog) niet 10 = dat komt wel goed
1
10
Slide 40 - Poll
pv =
ow =
wg of ng =
lv =
pv =
ow =
wg of ng =
lv =
De finalisten van het Junior Songfestival / zingen /
liedjes met een boodschap.
Rode rozen / zijn / altijd / een symbool van liefde / geweest.
Slide 41 - Tekstslide
pv = zingen
ow = De finalisten van het Junior Songfestival
wg
of
ng
= zingen (want ze doen iets)
lv = liedjes met een boodschap.
pv = zijn
ow = Rode rozen
wg
of
ng
= zijn [een symbool van liefde] geweest
lv = -
De finalisten van het Junior Songfestival / zingen /
liedjes met een boodschap.
Rode rozen / zijn / altijd / een symbool van liefde / geweest.
Slide 42 - Tekstslide
Havo: Wat is het verschil tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde? Probeer het in je eigen woorden uit te leggen.
Vwo: Leg uit wat een voorzetselvoorwerp is.
Slide 43 - Open vraag
Havo: Maak zelf twee zinnen over een giraffe.
In zin 1 zit een WG en in zin 2 een NG. Benoem ook jouw WG en NG.
Vwo: maak zelf een zin over een neushoorn met een
voorzetselvoorwerp erin. Benoem ook jouw voorzetselvoorwerp.
timer
3:00
Slide 44 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
wk. 5 Grammatica Zinsdelen
3 dagen geleden
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
BSR 27/1 2Aha Grammatica ZD 5 wg/ng en vz voorwerp
7 dagen geleden
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
2HV Oefenen toets zinsdelen
Februari 2024
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
BSR 27/1 2Aha Grammatica ZD 5 wg/ng en vz voorwerp
3 dagen geleden
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
2ha Grammatica Zinsdelen - H1 + H2
Februari 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2 Ha Oefenen toets zinsdelen (maandag 6-2)
Februari 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
havo2 grammatica zinsdelen naamwoordelijk gezegde
Maart 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
2B 10-3
Maart 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2