In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
3 MAVO || 2022-2023
Hoofdstuk 8 - Over economische grenzen
Slide 1 - Tekstslide
"Nederland heeft een open economie".
Leg in je eigen woorden uit wat hiermee bedoeld wordt.
timer
1:00
Slide 2 - Open vraag
Waarom is de export zo belangrijk voor Nederland?
Slide 3 - Open vraag
Waarom export belangrijk is
De export levert ons land veel inkomsten op.
Door te exporteren verkopen Nederlandse bedrijven veel meer dan wanneer ze hun producten alleen in ons land zouden verkopen.
De export zorgt voor veel werkgelegenheid. De producten moeten eerst worden geproduceerd. Daarvoor hebben Nederlandse bedrijven werknemers nodig.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat er wordt bedoeld met een 'gesloten economie'
Slide 5 - Open vraag
Open en gesloten economie
Nederland heeft een open economie omdat het afhankelijk is van internationale handel.
Dat zie je aan de hoge importquote en exportquote
Landen die naar verhouding weinig in- en uitvoeren ten opzichte van hun nationaal inkomen hebben een meer gesloten economie.
Slide 6 - Tekstslide
Aan het einde van de les:
Kan ik uitleggen hoe een land zijn internationale concurrentiepositie kan versterken
Kan ik uitleggen waarom internationale arbeidsverdeling goed is voor de welvaart
Kan ik uitleggen wat globaliseren is
Slide 7 - Tekstslide
Internationale concurrentiepositie
De internationale concurrentiepositie geeft aan in hoeverre een land in staat is om beter en/of goedkoper te produceren dan andere landen.
Slide 8 - Tekstslide
Internationale concurrentiepositie
De internationale concurrentiepositie geeft aan in hoeverre een land in staat is om beter en/of goedkoper te produceren dan andere landen.
In Nederland hebben we dit goed op orde. Wij zijn vaak in staat om onze producten goedkoper en beter te produceren dan andere landen
Slide 9 - Tekstslide
Nederlandse welvaart
De internationale handel is belangrijk voor de Nederlandse welvaart.
Daarom is het nodig dat Nederland een aantrekkelijke handelspartner is voor andere landen.
We hebben een sterke internationale concurrentiepositie als Nederlandse bedrijven producten van goede kwaliteit leveren tegen een aantrekkelijke prijs.
Slide 10 - Tekstslide
Vrijhandel
Vrijhandel is handel tussen landen zonder belemmeringen (regels)
Er is vrijhandel bij een interne markten en dus binnen de EU.
Slide 11 - Tekstslide
Internationale arbeidsverdeling
Veel mensen zijn voorstander van wereldwijde vrijhandel omdat zij verwachten dat door vrijhandel de welvaart overal kan toenemen.
Slide 12 - Tekstslide
Globalisering
Bij de productie van goederen hebben steeds meer landen een aandeel daarin.
Dat komt door:
het openstellen van grenzen tussen landen.
technologische ontwikkelingen op het gebied van communicatie en transport.
Deze toenemende vrije wereldhandel noem je globalisering.
De wereldwijde contacten nemen hierdoor dus toe!
Slide 13 - Tekstslide
Het gevolg van globalisering
Internationale bedrijven die niet aan een land gebonden zijn (multinationals).
Slide 14 - Tekstslide
Waarom is (internationale) handel voor Nederland belangrijk?
Slide 15 - Open vraag
Bescherming
Protectiemaatregelen (of protectionisme of handelsbelemmeringen) zijn maatregelen die de EU neemt om de productie en werkgelegenheid van bedrijven in de EU te beschermen tegen concurrentie van buitenaf.
Het tegenovergestelde van protectionisme is vrijhandel.
Slide 16 - Tekstslide
Samengevat
Handelsbelemmeringen
Wel met regels voor landen buiten de EU
Vrijhandel
Zonder regels
Slide 17 - Tekstslide
Handelsbelemmeringen
Om bedrijven in de EU te beschermen kan de EU:
invoerrechten (of douanerechten of importheffingen) heffen: de douane heft belasting op ingevoerde producten. Deze producten worden daardoor duurder.
contingentering (of importquota) instellen: een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd.
Slide 18 - Tekstslide
Handelsbelemmeringen
een invoerverbod instellen: bepaalde goederen mogen dan helemaal niet worden ingevoerd in de EU.
exportsubsidie geven: de EU of de Nederlandse overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven. Die bedrijven kunnen hun producten dan goedkoper aan het buitenland verkopen.