22-11-2021 H2 n of geen n

Lezen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Waarom maak je huiswerk?

Slide 2 - Open vraag

Hoe pak je huiswerk dus het beste aan denk je?

Slide 3 - Open vraag

Formatief toetsje
Hoe goed denk jij dat je het kent?

Slide 4 - Tekstslide

Voor de thuisblijvers
Als je thuis aan de slag bent, maak dan de formatieve toets zelf (op papier). Kijk hem na. Noteer wel voor het nakijken hoe goed jij denkt dat je hem gemaakt hebt!

Slide 5 - Tekstslide

Schatting van aantal fouten:
Daadwerkelijk aantal fouten:
Wat moet je nog doen om dit onderdeel voldoende te kennen?:
A. Geef de betekenis van de volgende woorden:
1. Manipulatie
2. Behoren te
3. Traceren
4. Luisterrijk
5. Schenden
6. Een dubbele agenda hebben
7. Rancune
8. Zich bekwamen in
B. Benoem de stijlfiguur:
1. De laatste versie van dat werkstuk van jou over massatoerisme is niet onaardig.
2. Jouw zakelijke e-mail aan de directie van de sportschool staat helemaal bol van de fouten.
KLaar: antwoorden staan op de volgende bladzijde.














Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden
A. Geef de betekenis van de volgende woorden:
1. Manipulatie: beïnvloeding; stiekeme poging tot verandering
2. Behoren te: moeten
3. Traceren: nagaan; opsporen; naspeuren
4. Luisterrijk: schitterend; groots; iets om trots op te zijn
5. Schenden: zonder enige eerbied behandelen; beschadigen; overtreden
6. Een dubbele agenda hebben: een verborgen plan hebben naast een plan dat duidelijk is
7. Rancune: wrok; opgekropt haatgevoel
8. Zich bekwamen in: heel goed in iets worden
B. Benoem de stijlfiguur:
1. De laatste versie van dat werkstuk van jou over massatoerisme is niet onaardig. Litote
2. Jouw zakelijke e-mail aan de directie van de sportschool staat helemaal bol van de fouten. Hyperbool

Slide 7 - Tekstslide

Vul hier in hoeveel fout je had, en hoeveel je verwachtte. Wat moet jij nog doen om dit onderdeel te kennen voor de repetitie?

Slide 8 - Open vraag

Zelfstandig gebruikte telwoorden
Enkele mensen dragen een korte broek in de winter.
Enkelen dragen een korte broek in de winter.

Slide 9 - Tekstslide

Telwoorden
Weet je het nog? 
Hoofdtelwoorden: één, vijf, dertien, vierentwintig
Onbepaald hoofdtelwoord: als je niet weet hoeveel. Enkele, weinige, vele, sommige, etc. 
Rangtelwoorden: eerste, vijfde, dertiende, vierentwintigste
Onbepaald als je niet weet hoeveel: laatste, zoveelste, etc.


Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig gebruikte telwoorden
Gebruik je deze telwoorden zelfstandig, dan duidt zo'n woord zelf een persoon aan. 
Dus: Allen zijn gevraagd om mee te werken, maar sommigen willen niet. Je ziet dat er nu een 'n' achter staat. 
Je kunt het ook bijvoeglijk gebruiken, dan staat er een zelfstandig naamwoord in de zin dat de persoon of personen aanduidt.
Vele van de mensen. Enkele van de kinderen. Je ziet dat er dan géén 'n' achter staat.



Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijk naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over een zelfstandig naamwoord (de mooie fiets, de verbrede weg).

Deze bijvoeglijk naamwoorden kan je ook zelfstandig gebruiken en die eindigen vrijwel altijd op een 'e', behalve als ze stoffelijk zijn (zilveren, gouden, houten, linnen, katoenen, wollen, etc.)
Dus: Als jongere ga je graag met leeftijdsgenoten om. Niet vergeten: als het meervoud is, komt er natuurlijk wél gewoon een n achter. De jongeren gaan voetballen.

Ik heb veel puzzels van verschillende materialen: de kartonnen zijn niet zo mooi maar de houten vind ik geweldig. 

Slide 12 - Tekstslide

Weektaak: vrijdag niet af? Dan afmaken na je laatste les in lokaal 109.

Leer de regels van spelling H2 en H3

Leer voor de repetitie ook
-de woorden uit het woorddictee (h2 én h3)
-opdracht 5 van H2
-opdracht 4 van H3

Maak ONLINE

Maken H2:
Startopdracht, 1, 2, 3, 5, en 7

H3:
1, 2, 4, 6

Slide 13 - Tekstslide