- In een opsomming
Ik reed door Duitsland, Slovenië, Oostenrijk en Tjechië. - In samengestelde zinnen voor een voegwoord.
Ik ga lopend, omdat mijn band lek is.
- Voor en/of na een aanspreking.
Sofie, wil jij mij de boter aangeven? - Tussen twee persoonsvormen
Nu ik er over nadenk, vind ik het een leuk idee