H5 paragraaf 1 tm 3

H5 paragraaf 1 tm 3
jassen en oortjes uit
tassen van de tafel
Start lesson up

BINNEN = BEGINNEN
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5 paragraaf 1 tm 3
jassen en oortjes uit
tassen van de tafel
Start lesson up

BINNEN = BEGINNEN

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Doel
- Samen vragen beantwoorden
- Opdrachten maken
- Terugkoppeling doel

Slide 2 - Tekstslide

Doel
- je weet welke producten op oog-, grijp-, buk- of rijkhoogte staan
- je weet wat facings betekent
- je kent het belang van een goede winkelinrichting

Slide 3 - Tekstslide

Wat is volgens jou commercieel presenteren?

Slide 4 - Open vraag

Geef een voorbeeld van commercieel presenteren

Slide 5 - Woordweb

Wat is het doel van presentatie en promotie?
A
Veel omzet maken
B
Bekend worden onder de klanten
C
Winst maken
D
Het heeft geen doel

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

De afbeelding van de vorige dia geeft weer:
A
Winkelinterieur
B
Winkelexterieur
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 8 - Quizvraag

De plaats van de artikelen in de winkel is heel erg belangrijk. De klant moet ze gemakkelijk kunnen vinden.

Wat verwacht een klant van een artikelpresentatie

A
Dat het schoon en verzorgd is
B
Dat de artikelen door elkaar staan, zodat de klant langer kan shoppen
C
Dat het bereikbaar is voor de klant
D
Het maakt voor de klant niet uit. Het bedrijf doet wat hun het beste uitkomt.

Slide 9 - Quizvraag

2 soorten systemen bij spiegelen
Fifo-systeem: First in First Out! 
Letterlijk vertaald: Het eerst er in, het eerste er uit.

Bij dit systeem kunnen artikelen niet zo snel 'over datum' raken.

Slide 10 - Tekstslide

5.2 welke sfeer is er in de winkel
1. Sfeer
- huisstijl
- verlichting
- muziek
- kleur (warm/koud/neutraal)
- geur
- thema's


Slide 11 - Tekstslide

Huisstijl
De huisstijl is de manier waarop een winkel zich presenteert aan klanten. Een winkel of bedrijf gebruikt daarbij een vaste keuze aan kleuren, logo's, lettertypes en vormen. Het doel is dat de klant het bedrijf herkent.

Slide 12 - Tekstslide

Begrippen
Compositie:  Een compositie is een manier om artikelen ordelijk op een aantrekkelijke manier in een bepaalde ruimte te plaatsen.
Huisstijl:  herkenbaar maken van je winkel naar buiten toe, daarbij horen  kleur, lettertype en logo. 
Kleur:  kleur gebruik in de etalage is erg belangrijk, je wilt namelijk de 
Aandacht trekken van de klanten
  en  je artikelen zo goed mogelijk laten uitkomen
Imago:  Reputatie van een winkel. Waar staat de winkel bekend om

Slide 13 - Tekstslide

Visuele en Auditieve Elementen
De keuze van kleuren, verlichting, muziek en geluiden kan de sfeer in een winkel sterk beïnvloeden.

Slide 14 - Tekstslide

5.3 Hoe zijn de schappen ingedeeld
1. Presentatiehoogte
- reik/oog/grijp en bukhoogte
2. schappenplan
3.facings

Slide 15 - Tekstslide

Schapindeling
Reikhoogte: boven 160 cm (weinig aandacht)

Ooghoogte: tussen 120 - 160 cm (meeste aandacht,  verkoopsterke plek)

Grijphoogte: tussen 80 -120 cm (veel aandacht)

Bukhoogte: tot 80 cm (weinig aandacht, zware artikelen)

Slide 16 - Tekstslide

Op welk schaphoogte moeten de artikelen staan?

Bukhoogte: zwaar artikel
Reikhoogte: licht artikel
Ooghoogte: artikel dat de winkelier graag wil verkopen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is facing?

Slide 18 - Open vraag

Facing
Het woord face betekent gezicht. 

Facing is het aantal dezelfde artikelen dat naast elkaar staat.

Het is één van de belangrijkste punten die je van een schappenplan kunt aflezen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Volgens wat zijn de schappen in een supermarkt ingericht?
A
Brandpunten
B
Facing
C
Schappenplan
D
Routing

Slide 21 - Quizvraag

Wat is spiegelen?
A
De artikelen terugzetten op de juiste plaats in de stellingen
B
Je haalt nieuwe artikelen vanuit de magazijn
C
Je zet de artikelen met de etiket naar voren en vooraan de schaprand
D
Je zet de zelfde soort artikelen bij elkaar voor een weerspiegel effect

Slide 22 - Quizvraag

Beheers je de stof nu?
Antwoord met ja of nee

Slide 23 - Open vraag

Op welke hoogte staat de ooghoogte?
A
Hoger dan 160cm
B
Tussen 120 en 160cm
C
Tussen 80 en 120cm
D
Tot 80 cm

Slide 24 - Quizvraag

De sfeer in de winkel wordt bepaald door:
A
De displays en het decoratiemateriaal.
B
De kleuren, de soort vloer en de verlichting.
C
De muziek, de geur en temperatuur.
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed.

Slide 25 - Quizvraag

Welke producten staan er op ooghoogte?
A
De producten met de hoogte winstmarge
B
De goedkoopste producten
C
De duurste producten
D
Het huismerk

Slide 26 - Quizvraag