a. 3 x 100 = 300 flessen per uur
b. 900 : 300 = 3 uur
c 9 x 100 = 900 flessen per uur
d. 1 uur
e. 3 - 1 = 2 uur extra tijd
f. Roel kan meer ander werk doen, en klanten kunnen ieder moment flessen inleveren
g: Roel kan in drie uur tijd meer doen, hij kan evenveel flessen innemen en 2 uur ander werk doen.