Hoofdstuk 12: Regeling intern milieu (longen, nieren, lever)
Hoofdstuk 13: Hormonen
Slide 2 - Tekstslide
Doel 12.1
1. Je legt uit hoe een regelkring werkt
2. Je herkent en beschrijft de regelkringen voor temperatuurregulatie in het menselijk lichaam
3. Je beschrijft hoe regelkringen homeostase in stand houdt
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Aan de hand van de temperatuurregeling het principe herkennen hoe je lichaam bepaalde waarden in je lichaam constant houdt.
Slide 4 - Tekstslide
Temperatuurregulatie
Hoe wordt de temperatuur in jullie huis constant gehouden?
Welke apparaten zijn betrokken, welke functie hebben die apparaten?
Slide 5 - Tekstslide
Homeostase
Ons lichaam houdt het interne milieu (bloed en weefselvloeistof) zoveel mogelijk stabiel door stoffen af te geven en op te nemen. De regeling ligt bij het zenuw- en hormoonstelsel.
Slide 6 - Tekstslide
Regelkring
Negatieve terugkoppeling
Dynamisch evenwicht
Slide 7 - Tekstslide
Homeostase
Dit gebeurt voor veel aspecten (temperatuur, hormoonlevels, bloedsuikerspiegel, bloeddruk, etc) door middel van een regelkring met negatieve terugkoppeling.
Bij onderkoeling: enzymen werken trager, afweersysteem werkt niet meer goed, vitale organen raken verstoord.
Bij oververhitting: uitdroging, flauwvallen, nierschade.
Slide 13 - Tekstslide
Koorts
Reactie van je lichaam op een infectie.
Bij een infectie produreren witte bloedcellen cytokine
Cytokine beinvloedt de hypothalamus -> de normtemperatuur wordt verhoogd.
Bij een hogere temperatuur is er een hogere productie van afweerstoffen/ antistoffen.
Slide 14 - Tekstslide
Bloedsuikerspiegel
Cellen in de alvleesklier (eilandjes van Langerhans) kunnen insuline en glucagon afgeven aan het bloed. Insuline stimuleert de opname van glucose uit het bloed door lever- en spiercellen, in deze cellen wordt het omgezet naar glycogeen. Glucagon stimuleert levercellen tot afbraak van glycogeen en afgifte van glucose aan het bloed. Hiermee blijft de bloedsuikerspiegel tussen 5-7 mmol/L.
Teken een regelkring. Benoem norm, receptor, effector, regelcentrum, effect
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Vragen
1. (BINAS) Bij de regelkring van het Ca2+
-gehalte in het bloed zijn volgens het
schema 3 organen en 2 hormonen
betrokken. Noteer de namen van de
hormonen 1 en 2.
2. Noteer vier processen van deze regelkring waardoor het Ca2+-gehalte in het bloedserum stijgt.
Slide 17 - Tekstslide
Doel 12.1
1. Je legt uit hoe een regelkring werkt
2. Je herkent en beschrijft de regelkringen voor temperatuurregulatie in het menselijk lichaam
3. Je beschrijft hoe regelkringen homeostase in stand houdt