Les 4 Kostprijs: Verkoopprijs bepalen, winstmarge berekenen

Les 4 Kostprijs
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4 Kostprijs

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de kostprijs?

Slide 3 - Woordweb

Hoe bereken je de kostprijs?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de opslagmethode?

Slide 5 - Open vraag

Hoe bereken je de nettowinst per artikel?

Slide 6 - Woordweb

Nettowinst berekenen

Winstmarge berekenen

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Wat is afzet?
2. Wat is het verschil tussen omzet en afzet?
3. Hoe noem je het verschil tussen omzet en inkoopwaarde van de omzet?
4. Wat is het verschil tussen brutowinst en nettowinst?
5. Hoe bereken je de nettowinst van een bedrijf?
6. Hoe bereken je de winstmarge van een bedrijf?

Slide 8 - Tekstslide

Omzet
Afzet = aantal verkochte producten
Omzet = opbrengst van de verkopen in geld uitgedrukt

Hoeveel geld heeft de totale verkoop in een bepaalde periode opgebracht?

Berekening = afzet x verkoopprijs exc. BTW

Slide 9 - Tekstslide

Brutowinst
Inkoopwaarde van de omzet = de inkoopwaarde van wat er verkocht is

Brutowinst is de opbrengst van de verkopen in een periode
min
de inkoopwaarde van de verkopen in die periode

Slide 10 - Tekstslide

Nettowinst 
De kosten moeten ook meegenomen worden in de berekening van de nettowinst. 

Het is voor een bedrijf altijd belangrijk de kosten laag te houden omdat de kosten van de winst afgaan.

Slide 11 - Tekstslide

Nettowinst

Nettowinst is de pure winst

Berekening:
Brutowinst - Kosten = 

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld

Het spijkerbroekmerk T-star heeft de volgende gegevens voor het jaar 2013 bekendgemaakt.
· De verkoopprijs van een spijkerbroek is € 70, exclusief btw.
· De inkoopprijs van een spijkerbroek is € 30, exclusief btw.
· De bedrijfskosten per jaar zijn € 210.000.
· De afzet is 6500 stuks.
· Hoeveel nettowinst wordt er behaald?





Slide 13 - Tekstslide

Uitwerking

· Je berekent eerst de omzet. Dit is de afzet * verkoopprijs, excl. btw = 6500* € 70 = € 455.000.
· Dan bereken je de inkoopwaarde van de omzet. Dit is de 
afzet * inkoopprijs, excl. btw = 6500 * € 30 = € 195.000.
· De bedrijfskosten zijn € 210.000.
· Je kunt nu de nettowinst berekenen.



Slide 14 - Tekstslide

Berekening

Slide 15 - Tekstslide

Berekening winstmarge

Slide 16 - Tekstslide

Winstmarge
De winstmarge bereken je om je winst te kunnen vergelijken met andere (soortgelijke) bedrijven .

Een winstbedrag uitgedrukt in euro's zegt niets over de verhouding omzet/winst.
Bv. € 10.000 is veel als de omzet € 100.000 is, maar niet veel als de omzet € 1.000.000 is.

Slide 17 - Tekstslide

Berekening winstmarge
De winstmarge = nettowinst in procenten van de omzet

Winstmarge van een bedrijf =
(Nettowinst : de omzet) x 100%
                                      
        Nettowinst x 100%
Omzet 

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
Winstmarge = 10.000/100.000 x 100% = 10%

Winstmarge = 10.000 / 1.000.000 x100% = 1%

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdracht 1.8
Maak de leervragen

Controleer of je alle opdrachten en leervragen van les 1 tm 4 hebt gemaakt.

Zo niet? Ga dan inhalen wat je nog niet gemaakt hebt. 

Slide 20 - Tekstslide