voorbeeld 2
Mama verdeelt elke maand zakgeld onder haar 2 kinderen. Ze verdeelt €25.
Janne krijgt €5 meer dan haar kleine broer Bas.
Hoeveel krijgt elk kind?
Wordt er gelijk verdeeld? nee
Janne krijgt €5 meer.
Wat doen we? We geven de €5 al aan Janne (zie schema)
Welk deel is wel gelijk verdeeld?
Hiervoor tekenen we gelijke blokjes in het schema.
€25-€5=€20 en €20:2=€10
We noteren €10 in de blokjes.
Nu kunnen we uitrekenen hoeveel ieder kind krijgt.