GS GM3 3.5 Herhalingsquiz

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Geschiedenis - Gemengd/Mavo 3

Herhalingsquiz

Leerdoelen

• Je weet waardoor veel mensen in het Interbellum een sterke leider voor hun land wilden.
• Je weet hoe het leven in de Sovjet-Unie was in het Interbellum. 
• Je weet wat de situatie in Duitsland is na de Tweede Wereldoorlog. 
• Je weet de overeenkomsten en verschillen tussen het fascisme en het nationaal-socialisme.
• Je weet waarom Duitsland hard werd geraakt door de economische wereldcrisis. 
• Je weet waarom veel Duitsers in Hitler een goede en sterke leider zagen. 
• Je weet op welke manier de Nazi's en Hitler probeerden mensen te overtuigen van hun ideeën.
  
• Je weet wat er gebeurde met tegenstanders van de Nazi's en Hitler. 
• Je weet wat de gevolgen waren van de Beurskrach in Nederland.
  
• Je weet hoe de samenleving in Nederland invloed had op de opkomst van het fascisme. 

Verheerlijking van het leger.

1. Nationalisme
2. Mobilisatie
3. Wapenwedloop
4. Militarisme

Het gebruiken van geweld of het dreigen met geweld tegen de eigen bevolking door de eigen overheid.

1. Fascisme
2. Terreur
3. Totalitair regime
4. Nationaalsocialisme

Interbellum.

1. Periode tussen de 1e en 2e Wereldoorlog.
2. Periode vanaf het begin van de 1e Wereldoorlog.
3. Periode vanaf de 2e Wereldoorlog.
4. Periode van de 1e en 2e Wereldoorlog samen.

Trots zijn op eigen volk.

1. Militarisme
2. Fascisme
3. Nationalisme
4. Nationaalsocialisme

Één persoon of een kleine groep heeft alle macht in een land.

1. Fascisme
2. Dictatuur
3. Totalitair regime
4. Nationaalsocialisme

In 1917 werd de tsaar verdreven en kwamen de communisten aan de macht.

1. Russische Revolutie
2. Verdrag van Versailles
3. Republiek Weimar
4. Volkenbond

Wie zie je hier?

1. Marx
2. Stalin
3. Lenin
4. Hitler

Vijanden van Stalin, of mensen waarvan Stalin dacht dat ze te machtig werden, gingen naar...

1. het buitenland
2. Zwitserland
3. Strafkampen
4. Concentratiekampen

Wie zie je hier?

1. Marx
2. Stalin
3. Lenin
4. Mussolini

Waarom waren er showprocessen?

1. Om te doen alsof Stalin beter was dan anderen.
2. Om te doen alsof er eerlijke rechters waren.
3. Zodat mensen konden zien wat voor slechterikken er waren.
4. Zo kon Stalin nog meer mensen laten wegvoeren.

Het samenvoegen door de overheid van kleinere bedrijven om er één groot bedrijf van te maken.

1. Collectivisatie
2. Planeconomie
3. Fuseren
4. Multinational

De overheid bepaalde hoeveel er van wat werd geproduceerd voor de komende jaren.

1. Collectivisatie
2. Planeconomie
3. Vrije markt
4. Communisme

Wie was er aan de macht in Duitsland voor het einde van de Eerste Wereldoorlog?

1. De keizer
2. Een dictator
3. Een president
4. Een koning

Wat is de dolkstootlegende?

1. De Duitse Keizer was verraden door...
2. Volkenbond zonder Duitsland...
3. Republiek Weimar was verraden door...
4. Duitse leger was verraden door...

Wat stond NIET in het Verdrag van Versailles?

1. Gebieden afstaan
2. Duitsland opgedeeld in vier stukken
3. Demilitarisatie
4. Leger van 100.000 man

Wat was de voornaamste reden voor de economische problemen van Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?

1. Keizer was gevlucht
2. Koloniën afstaan
3. Duitsland was een democratie
4. Herstelbetalingen

Waardoor ontstond er hyperinflatie in Duitsland?

1. Duitsland drukte geld bij door Franse invasie.
2. Brood werd opeens veel en veel duurder.
3. Hitler had geprobeerd de macht te grijpen.
4. Geld daalde enorm in waarde.

In welk jaar was er hyperinflatie?

1. 1919
2. 1923
3. 1924
4. 1933

Wat was de oplossing voor Duitsland na de hyperinflatie en crisis?

1. Beurskrach
2. Marshallplan
3. Staatsgreep
4. Dawesplan

Wat wilde Hitler bereiken met Duitsland en het Duitse volk?

1. Lebensraum
2. Europa veroveren
3. Antisemitisme
4. Heim ins Reich

Waar was Mussolini de leider van?

1. Italiaanse fascisten
2. Franse fascisten
3. Duitse nationaalsocialisten
4. Oostenrijkse nationaalsocialisten

Fascisme

Nationaal-Socialisme

Allebei

Één sterke leider

Nationalisme

Leger heropbouwen

Rassenleer

Geweld is een goed middel

De aandelenmarkt in Amerika stort in.

1. Dawesplan
2. Marshallplan
3. Economische crisis
4. Beurskrach

Wanneer was de Beurskrach?

1. 1919
2. 1924
3. 1929
4. 1933

Wat was GEEN gevolg van de Beurskrach?

1. Dawesplan stopgezet
2. Wereldwijde crisis
3. Armoede en werkloosheid
4. Minder stemmen voor NSB en NSDAP

Welke mensen werden blij van welke belofte van Hitler?

Werklozen

Ondernemers

(Oud-)soldaten

Groot en sterk leger

Communisme bestrijden

Banen creëren

In welk jaar werd Hitler bondskanselier?

1. 1924
2. 1929
3. 1933
4. 1939

In welk jaar was de Rijksdagbrand?

1. 1924
2. 1929
3. 1933
4. 1939

Wat was een gevolg van de Rijksdagbrand?

1. Communisten in Duitsland opgepakt
2. Hitler werd afgezet als bondskanselier
3. Het Duitse parlement werd ontbonden
4. Marinus van der Lubbe werd vrijgesproken

Waarom was de Rijksdagbrand voor de nazi's een positieve gebeurtenis?

1. Ze konden met het leger de macht grijpen
2. Nu konden ze de Joden de schuld geven
3. Hitler vroeg om meer macht via noodwet
4. Er was nu geen parlement meer

Leerlingen leerden op school al van jongs af aan de ideeën van de nazi's. Welk begrip past hier het beste bij?

1. Totalitaire samenleving
2. Propaganda
3. Hitlerjugend
4. Gelijkschakeling

Wat is GEEN vorm van discriminatie?

1. Joden mochten niet met Duitsers trouwen
2. Joden mochten niet meer naar alle scholen
3. Duitse kinderen lid van Hitlerjugend of BDM
4. Duitsers konden legaal Joden pesten

Wat is gelijkschakeling?

1. Organisaties hadden een nazi als leider
2. Censuur én propaganda
3. Hitlerjugend en BDM
4. Indoctrinatie

Wat is de SS?

1. Knokploeg van de NSDAP
2. Propagandamachine van de nazi's
3. Geheime politie
4. Hitlers persoonlijke leger

1919

1923

1924

1929

1933

Hitler Rijkskanselier

Mislukte staatsgreep Hitler

Beurskrach

Rijksdagbrand

Hyperinflatie

Dawesplan

Verdrag van Versailles

Frankrijk valt Ruhrgebied binnen

Hitler is dictator

De nazi's vonden dat de Duitsers een beter volk waren dan anderen en dat er een rangorde was qua rassen.

1. Holocaust
2. Antisemitisme
3. Kristallnacht
4. Rassenleer

De Joden waren volgens de nazi's een ziekte voor het Duitse volk. Waar past deze mening bij?

1. Holocaust
2. Antisemitisme
3. Kristallnacht
4. Rassenleer

Waar zie je op de achtergrond een voorbeeld van?

1. Holocaust
2. Antisemitisme
3. Kristallnacht
4. Rassenleer

Wie is deze man?

1. Chamberlain
2. Colijn
3. Britse minister-president
4. Franse minister-president

Van welke politiek is Chamberlain bekend?

1. Aanpassingspolitiek
2. Appeasement
3. Anschluss
4. Harmoniemodel

Van welke politiek is Colijn bekend?

1. Aanpassingspolitiek
2. Appeasement
3. Anschluss
4. Harmoniemodel

Wie was Colijn?

1. Nederlandse minister-president
2. Franse minister-president
3. Britse minister-president
4. Duitse minister-president

Twee keer op een dag moesten werklozen naar een kantoor om een stempel op te halen, waarom?

1. Steunuitkering krijgen
2. Om de eigen zuil te steunen
3. Vanwege de aanpassingspolitiek
4. Zwart werken tegen gaan

Kanalen graven, bossen aanleggen, moerassen ontginnen, publieke gebouwen maken. Voorbeelden van?

1. Verzuiling
2. Werkverschaffing
3. Aanpassingspolitiek
4. Steunuitkering

Iedere groep ging om met zijn eigen mensen met zijn eigen clubs en organisaties.

1. Verzuiling
2. Werkverschaffing
3. Aanpassingspolitiek
4. Harmoniemodel

Welke groep was niet één zuil?

1. Socialisten
2. Confessionelen
3. Liberalen
4. Katholieken

Wie is deze man?

1. Chamberlain
2. Mussert
3. Drees
4. Colijn

Waarom werd de NSB nooit heel populair in Nederland?

1. Verzuiling
2. Werkverschaffing
3. Aanpassingspolitiek
4. Harmoniemodel

Chamberlain, de loser, heet Neville met zijn voornaam. Welke loser heet nog meer zo?

1. Marcel Lubbermans uit Harry Potter (Engels)
2. Voornaam van Gollum van Lord of the Rings
3. Hammond, de eigenaar van Jurassic Park
4. Tweede naam Jar Jar Binks van Star Wars

Wat vond je van deze les? Heb je nog tips?