5V 9.1 hart en bloedsomloop

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)

Slide 1 - Tekstslide

hoe werkt deze les
1. zorg ervoor dat je voordat je start de paragrafen hebt gelezen
2. lees de leerdoelen en succescriteria
3. bekijk alle uitlegdia's en uitlegvideo's
4. controleer jezelf door de vragen en oefeningen tussendoor te doen
5. maak aan het einde de verwerkingopdrachten en controleer of je de leerdoelen hebt behaald (voldoe je aan de succescriteria)
6. nog niet behaald = terug naar de stof/ uitlegvideo's en/of zoek hulp

Slide 2 - Tekstslide

H9 bloedsomloop

Slide 3 - Tekstslide

9.1 leerdoelen
Ik kan


  • beargumenteren wat de voor en nadelen zijn van een open/gesloten of enkele/dubbele bloedsomloop.
  • uit een afbeelding van een willekeurig bloedvatenstelsel afleiden welke bloedvaten veel/weinig zuurstof en voedingsstoffen bevatten. 
  • uitleggen hoe het bloed door het hart wordt gepompt.
  • verklaren waarom na de geboorte de anatomie van het bloedvatenstelsel verandert.

Slide 4 - Tekstslide

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: open/  gesloten/ enkelvoudige/ dubbele / grote/ kleine/ embryonale bloedsomloop, slagader, ader, krans(slag)ader, haarvaten, boezem, kamer, hartslag, hartcyclus, diastole, systole, hartkleppen, slagaderkleppen, hartslagfrequentie,  placenta, ovale venster, ductus Botalli

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken
  • je weet welke binas-tabellen bij het onderwerp horen en informatie uit deze tabellen halen en gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

Casus (zelfstandig)
Jullie oplossing graag aan het einde van de les:
Dit meisje groeide niet goed na de geboorte. 
De ductus botalli was niet gesloten.
Kun jij dit verklaren?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

leerdoel

Ik kan beargumenteren wat de voor en nadelen zijn van een open/gesloten of enkele/dubbele bloedsomloop.

Slide 9 - Tekstslide

open
gesloten

Slide 10 - Tekstslide

Bij welk type bloedsomloop stroomt het bloed sneller?
(vraag in de klas: waarom denk je?)
A
open
B
gesloten

Slide 11 - Quizvraag

Je ziet de tracheeën van een insect.

Beredeneer waarom insecten geen gesloten bloedsomloop hebben.

Slide 12 - Open vraag

enkele bloedsomloop
  • bloed komt één keer door het hart
  • minder efficiënt dan dubbel
  • vissen zijn koudbloedig, lager energieverbruik dus hebben hier voldoende aan

Slide 13 - Tekstslide

leerdoel

Ik kan uit een afbeelding van een willekeurig bloedvatenstelsel afleiden welke bloedvaten veel/weinig zuurstof en voedingsstoffen bevatten. 

Slide 14 - Tekstslide

aan de slag
in overleg met je groep

geef van de volgende nummers:
7 - 1 - 3 - 15 - 13
  • de naam
  • zuurstofrijk of arm
  • voedingsstoffen rijk of arm

en beredeneer waarom dit zo is

Slide 15 - Tekstslide

leerdoel

Ik kan uitleggen hoe het bloed door het hart wordt gepompt.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

boezem = atrium
kamer = ventrikel 

Slide 18 - Tekstslide

Welke beweringen is/zijn juist?

I. harttonen ontstaan door het sluiten van de kleppen
II. de kamerdiastole is het samentrekken van de kamers
III. tijdens de hartcyclus is er gelijktijdig een boezem- en kamersystole.

A
I
B
I en II
C
II
D
III

Slide 19 - Quizvraag

leerdoel

Ik kan verklaren waarom na de geboorte de anatomie van het bloedvatenstelsel verandert.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

ductus botalli en ovale venster geopend
ductus botalli en ovale venster gesloten

Slide 24 - Tekstslide


A
doordat de halsslagaders aftakken van de aorta vóór de plaats waar longslagader en aorta met elkaar verbonden zijn
B
doordat de halsslagaders meer bloed uit de rechterkamer ontvangen dan uit de linkerkamer
C
doordat de halsslagaders tezamen een grotere doorsnede hebben dan de aorta
D
doordat het bloed in de halsslagaders niet met zuurstofarm bloed gemengd is

Slide 25 - Quizvraag

De bloedsomloop van een baby verandert direct na de geboorte. Is vóór de geboorte de O2- concentratie het hoogst in de longslagaders of longaders?
A
longslagaders
B
longaders

Slide 26 - Quizvraag

Dit meisje groeide niet goed na de geboorte.
De ductus botalli was niet gesloten.
Kun jij dit verklaren?

Slide 27 - Woordweb

aan de slag
1. maak een begrippenlijst
2. maak de oefening op de volgende dia
3. maken en nakijken opdrachten 9.1
4. lezen 9.2

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link