Thema 3: Standen samenleving

Thema 3: Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 

Slide 1 - Tekstslide

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
De standensamenleving

  • Herhaling vorige les
  • Leer je welke sociale verhoudingen er waren.
  • Leer je uit welke drie standen de maatschappij in de middeleeuwen bestond.

Slide 3 - Tekstslide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeeld, dan kan je tijdens zelfstandig werken verder met het overnemen.

Slide 4 - Tekstslide

Akkers van de landheer
Het hof
Pacht
Akkers van de horigen
Bescherming
Herendiensten

Slide 5 - Sleepvraag

Waar of niet waar?

'Horigen mogen het domein zomaar zelf verlaten'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar?

'Vrije boeren krijgen ook bescherming van een heer'
A
Niet waar
B
waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar of niet waar?

'Zelfvoorzienend zijn betekent dat je voor jezelf kan zorgen zonder anderen nodig te hebben.'
A
Niet waar
B
waar

Slide 8 - Quizvraag

De standensamenleving

Stand: een groep met een vaste sociale positie.

Slide 9 - Tekstslide

De standensamenleving

  • Eerste stand: de Geestelijken, de mensen die in dienst zijn van de kerk. (bidden)

  • Tweede stand: Edelen: de koning, leenmannen en sommige ridders. Besturen, rechtspreken en verdedigen van het gebied. (vechten)

  • Derde stand: de rest van de bevolking: vooral boeren, zij zorgen voor het voedsel. (werken)

Slide 10 - Tekstslide

De eerste stand:

Slide 11 - Tekstslide

De tweede stand:

Slide 12 - Tekstslide

De derde stand:

Slide 13 - Tekstslide

De standensamenleving

De indeling in drie standen bleef tot het begin van de 18e eeuw 
(1700-1800) dezelfde. En als je in een stand geboren was, was het bijna onmogelijk om in een andere stand komen. Heel soms gebeurde dat wel.

Bijv. Zoon van een Edelman wordt priester.
2e stand             1e stand
Bijv. Kind van een rijke boer wordt monnik.
3e stand            1e stand

Slide 14 - Tekstslide

De geestelijken
De edelen
De boeren

Slide 15 - Sleepvraag

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen bij:
  • De standensamenleving

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 17 - Tekstslide