Tekstsoort en tekstdoel

Schrijfdoelen 
tekstsoorten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schrijfdoelen 
tekstsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Schrijfdoelen
Een schrijver van een tekst heeft altijd een bepaalde bedoeling met zijn tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijfdoelen
  • Informeren;
  • Instructie geven;
  • Overtuigen;
  • Activeren;
  • Amuseren (vermaken);
  • Gevoelens oproepen.

Slide 3 - Tekstslide

Tekstsoort
Vaak kun je het doel van een tekst ontdekken door te herkennen wat voor tekstsoort het is.

Bijvoorbeeld: nieuwsbericht, recept, recensie.

Slide 4 - Tekstslide

Tekstsoort en tekstdoelen
Nieuwsbericht -> informeren
Recept -> instructie geven
Ingezonden brief -> overtuigen
Reclametekst -> activeren
Stripverhaal -> amuseren
Gedicht -> gevoelens oproepen

Slide 5 - Tekstslide

Tekstdoelen - alles op een rij
Informeren
De schrijver wil informatie geven over iets of nieuws geven.
Artikel in krant, nieuwsbericht, verslag
Uitleggen
De schrijver wil uitleg geven over iets. 
Recept, gebruiksaanwijzing.
Mening geven
De schrijver wil een of meer meningen laten zien, mening vormen
Artikel in krant of tijdschrift
Overtuigen
De schrijver wil de lezer overtuigen. Dus als hij vóór is, wil hij dat de lezer dat ook is na het lezen van de tekst. 
Beoordeling, betoog, recensie, blog, column
Amuseren
De schrijver wil de lezer amuseren (vermaken) of gevoelens oproepen.
Verhaal, gedicht, blog, strip
Activeren
De schrijver wil de lezer aansporen iets te doen. (Goed doel bijvoorbeeld)
Advertentie, flyer, poster

Slide 6 - Tekstslide

Welk tekstdoel past bij een advertentie voor een goed doel? (De schrijver wil dat je gaat doneren)
A
Informeren
B
Uitleggen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 7 - Quizvraag

Welk tekstdoel past bij een artikel dat in de krant staat? Het artikel gaat over de opening van een nieuwe winkel.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 8 - Quizvraag

Functie van een afbeelding
  • Trekken van aandacht.
  • Voegt nieuwe informatie toe.
  • Nodig om de tekst beter te begrijpen.

Slide 9 - Tekstslide

Indeling van een tekst
Titel
Inleiding
MIddenstuk - kern van de tekst
Slot

Slide 10 - Tekstslide

Functies van de inleiding
Inleiding
  • Onderwerp van de tekst introduceren.
  • Aandacht trekken. 

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding - verschillende manieren
De schrijver probeert in de inleiding het onderwerp te introduceren en om de aandacht van de lezer trekken. 

Hoe kan een schrijver dat doen?
Onderwerp noemen, belangrijke vraag stellen, anekdote vertellen (leuk verhaaltje) of een persoonlijke ervaring vertellen. Ook kan de schrijver bijvoorbeeld de aanleiding noemen. Dus: waarom schrijft hij deze tekst eigenlijk?

Slide 12 - Tekstslide

Functies van het slot
Let op: hoofdgedachte van de tekst staat vaak in het slot.
  • Conclusie geven.
  • Samenvatting geven van de tekst.
  • Advies geven.
  • Waarschuwing geven.
  • Oproep doen.

Slide 13 - Tekstslide

Signaalwoorden
  • Het is handig om de signaalwoorden uit je hoofd te leren.
  • Je herkent dan de verbanden van de tekst.

Slide 14 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Verwijswoorden
Verbanden tussen woorden en zinnen kunnen ook aangegeven worden met verwijswoorden.

  • Hij, ze, hem, haar, het, deze, die, dat, dit, wat.

Slide 16 - Tekstslide