Seizoenen

Seizoenen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Seizoenen

Slide 1 - Tekstslide

De scheve aardas is de oorzaak van de seizoenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Op het zuidelijk halfrond zijn de seizoenen tegenovergesteld van het noordelijk halfrond
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Het rondje om de aardas van 24 uur zorgt voor seizoenen
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Hoelang duurt een seizoen?
A
3 maanden
B
3 weken
C
6 maanden
D
per jaar verschillend

Slide 5 - Quizvraag

Alle landen in de wereld kennen 4 seizoenen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Kijk naar het plaatje.
Welk seizoen is het in Nederland?
A
lente
B
zomer
C
winter
D
herfst

Slide 7 - Quizvraag


Waarom zijn er seizoenen?
A
De aarde draait om de zon
B
De zon draait om de aarde
C
De aarde staat schuin
D
De zon schijnt

Slide 8 - Quizvraag

Op de evenaar zijn er seizoenen
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Als de aardas recht zou staan, zouden de seizoenen verdwijnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

De aarde draait om zijn as. Daardoor...
A
ontstaan seizoenen
B
ontstaat dag en nacht

Slide 11 - Quizvraag

Welk seizoen is het in Nederland als de zon gericht staat op het noordelijk halfrond?
A
Winter
B
Lente
C
Zomer
D
Herfst

Slide 12 - Quizvraag

Seizoenen ontstaan door de draaiing van de zon.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Op welke plek op aarde komen geen seizoenen voor?
A
Rond de evenaar
B
Rond de Noord-/Zuidpool
C
Rond de gematigde breedte

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor seizoen hebben ze in Australië als het 21 juni is?
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter

Slide 15 - Quizvraag

Milankovic-cycli
Is een cycli die uitlegt  hoe veranderingen in de baan van de aarde en de kanteling van de aardas het klimaat beïnvloeden. 
In de volgende dia 4 belangrijkste onderdelen

Deze vier dingen veranderen heel langzaam, maar samen kunnen ze op lange termijn grote veranderingen in het klimaat veroorzaken, zoals het begin en einde van ijstijden.

Slide 16 - Tekstslide

Excentriciteit (vorm van de aardbaan) 
De baan van de aarde rond de zon is niet altijd perfect rond. Soms is deze baan meer ovaal (ellipsvormig). Dit verandert hoe ver de aarde van de zon af is, wat invloed heeft op hoe warm of koud het kan zijn op aarde. Dit verandert langzaam over 100.000 jaar.

Slide 17 - Tekstslide

Obliquiteit (kanteling van de aarde  
De aarde staat een beetje schuin ten opzichte van de zon. Deze schuine stand verandert heel langzaam over 41.000 jaar. Hoe schuiner de aarde staat, hoe groter het verschil tussen zomer en winter is. Een kleinere kanteling zorgt voor minder verschil tussen de seizoenen.
De hoek varieert tussen ongeveer 22,1° en 24,5° over een periode van 41.000 jaar

Slide 18 - Tekstslide

Precessie (de 'wiebeling' door tollen aarde)
De aardas beweegt als een tol die draait, wat we precessie noemen. Dit betekent dat de richting waarin de aarde naar de zon toe kantelt, langzaam verandert over 26.000 jaar. Hierdoor kunnen zomers warmer of kouder zijn, afhankelijk van hoe de aarde ten opzichte van de zon staat.

Slide 19 - Tekstslide

Seizoensgebonden asymmetrie in de baan van de aarde 
Door een combinatie van de excentriciteit en precessie veranderen de seizoenen een beetje. Soms duurt de winter langer dan de zomer, of andersom, wat invloed kan hebben op hoe koud of warm het is in een bepaalde tijd van het jaar.

Slide 20 - Tekstslide