Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Theme 5 grammar: who-which-that-X
Relative clauses
I know the three main English relative clauses
I know when to use which one
Who - which - that - X
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Relative clauses
I know the three main English relative clauses
I know when to use which one
Who - which - that - X
Slide 1 - Tekstslide
I know the three main English relative clauses
I know when to use which one
Who - which - that - X
Who:
personen
Which:
dingen
that:
personen en dingen
Mag als er geen komma staat voor de bijzin.
X:
Je mag who, which of that weglaten als het géén onderwerp is in de bijzin.
Slide 2 - Tekstslide
She worked for a man ... used to be an athlete
A
who
B
which
C
that
D
X
Slide 3 - Quizvraag
I bought the Harry Potter book ... had been on my list for a long time!
A
who
B
which
C
that
D
X
Slide 4 - Quizvraag
Relative clauses WHO - WHICH - THAT
Dutch: betrekkelijke voornaamwoorden
I play tennis with Henk
Henk lives in Nijkerk
I play tennis with Henk,
who
lives in Nijkerk
Slide 5 - Tekstslide
Relative clauses WHO - WHICH - THAT
Dutch: betrekkelijke voornaamwoorden
I play tennis with Henk
Tennis is my favorite sport
I play tennis,
which
is my favorite sport, with Henk
Slide 6 - Tekstslide
WHO - WHICH - THAT - X
Who - als het op personen slaat
Which - als het op dieren/dingen slaat
That - als er geen komma in de zin staat kun je who/which vervangen door that
X - als het tweede gedeelte van de zin met een onderwerp begint kun je who/which/that weglaten
Slide 7 - Tekstslide
Test Test....
This is the car
which
I bought last year
This is the car
that
I bought last year
This is the car I bought last year
Which one (or more) is (are) correct?
Slide 8 - Tekstslide
Test Test ...
The boys,
who
are learning about English, are students.
The boys,
that
are learning about English, are students.
The boys learning about English are students.
Which one (or more) is (are) correct?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
The man ... is wearing a blue sweater is working in the garden
A
who
B
which
C
that
D
X
Slide 11 - Quizvraag
Ashley is the girl ... I met on Friday.
A
who
B
which
C
that
D
X
Slide 12 - Quizvraag
Jantje likes hamburgers ... are hot
A
who
B
which
C
that
D
X
Slide 13 - Quizvraag
She sent me a reply, ..... simply said: ‘OK
A
who
B
which
C
that
D
X
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
2B Unit 5 Grammar 5.6 relative pronouns who-which-that-X
Januari 2022
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2B Unit 5 Grammar 5.6 relative pronouns who-which-that-X
Februari 2023
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Theme 5 grammar: who-which-that-X
Maart 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Unit 1: who-which-that
Oktober 2022
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Theme 5 grammar: who-which-that-X
Augustus 2023
- Les met
10 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Year 4 lesson 35
Februari 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Defining and non-defining relative clauses
Mei 2023
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Defining and non-defining relative clauses
Mei 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2