4 protocollen Assisteren in de Gezondheidszorg

Assisteren in de gezondheidszorg
Hoofdstuk 4 – Gegevens verzamelen over de gezondheid

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Assisteren in de gezondheidszorg
Hoofdstuk 4 – Gegevens verzamelen over de gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Doelstellingen

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
Waarom het belangrijk is om volgens een protocol te werken;
Hoe je volgens protocollen lengte, gewicht en buikomvang meet;
Hoe je volgens protocol BMI berekent;
Hoe je volgens protocol temperatuur opneemt, bloeddruk meet en bloedsuikercontrole afleest.

Slide 2 - Tekstslide

Protocollen
A
Document waarin stap voor stap uitgelegd wordt hoe een handeling uitgevoerd moet worden.
B
Document waarin staat hoe ziektes voorkomen kunnen worden door van tevoren advies te geven of maatregelen te nemen.

Slide 3 - Quizvraag

Waarom is het handig om met protocollen te werken?

Slide 4 - Open vraag

Wat is efficiënt werken?
A
dat je met zo min mogelijk middelen een zo groot mogelijk resultaat haalt
B
dat met zo min mogelijk geld een zo groot mogelijk resultaat haalt
C
dat je met zo min mogelijk tijd een zo groot mogelijk resultaat haalt
D
dat je met zo min mogelijk tijd, geld en middelen een zo groot mogelijk resultaat haalt

Slide 5 - Quizvraag

BMI staat voor..
A
Body Multiple Info
B
Body Mass Institute
C
Body Mass Index
D
Body Multiple Institute

Slide 6 - Quizvraag

De BMI waarden zijn anders voor kinderen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Als je BMI < 18,5 heb je overgewicht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

BMI


Annet is 1,79 meter lang en weegt 80 kilo. Bereken haar BMI

Asia is 1,65 meter lang en weegt 55 kilo. Bereken haar BMI

Youp is 1,85 meter lang en weegt 60 kilo. Bereken zijn BMI

Slide 9 - Tekstslide

BMI
gewicht in kilo's : ( lengte x lengte) = BMI


Slide 10 - Tekstslide

BMI

Slide 11 - Tekstslide

De buikomvang meten
Het meten van de buikomvang gaat als volgt:
Meet met een meetlint de buikomvang tussen de onderkant van de onderste rib en de bovenkant van het bekken.
Adem uit en lees je buikomvang af.

Slide 12 - Tekstslide

buikomvang meten

Slide 13 - Tekstslide

Hoe bereken je de BMI
A
zoek op in een schema
B
gewicht delen door lengte x lengte
C
lengte delen door gewicht x gewicht

Slide 14 - Quizvraag

John weegt 90 kilo en is 2,00 m lang.

Wat is de BMI van John?
A
18,5
B
22,5
C
20,5
D
24,5

Slide 15 - Quizvraag

BMI berekenen 
Gewicht : (lengte x Lengte)
oefenen ter voorbereiding op de toets.  
patiënt komt bij assistente en moet haar BMI laten bepalen en haar buikomvang. 
Hoe ontvang je Patiënt en hoe doe je de handelingen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

we spreken van koorts als je lichaamstemperatuur:
A
37 graden is
B
37,5 graden is
C
38 graden is
D
38,5 graden is

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noem je onder de tong temperaturen
A
Oraal
B
Rectaal
C
Axillair
D
Temporaal

Slide 20 - Quizvraag

welke meetmethode is het meest nauwkeurige om te temperaturen ?
A
Onder de oksel
B
onder de tong ( oraal)
C
In het oor
D
in de anus ( rectaal)

Slide 21 - Quizvraag

Welke medisch-technische handelingen mag een doktersassistente uitvoeren?
timer
0:10000
A
Oren uitspuiten
B
Wratjes aanstippen
C
Bloeddruk meten
D
Oorgaatjes prikken

Slide 22 - Quizvraag

Hoge bloeddruk
A
Bloeddruk is 120/80
B
Bloeddruk boven de 140/90

Slide 23 - Quizvraag

Een gevolg van lage bloeddruk kan zijn dat je bij het opstaan even een beetje duizelig bent.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht  {Doe-quiz}
Onderwerpen waarover je 2 vragen verzint op een apart kaartje:
oog druppelen
neusspray toedienen
bloedsuiker prikken
hartslag meten
Wondverzorging
temperatuur meten
bloeddruk meten
buikomvang meten

Slide 25 - Tekstslide