2hv - L6 P1: werden, rangtelwoorden, zinnen toets 1

   Deutsch!    

2hv
Les 6 P1
Gutentag
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

   Deutsch!    

2hv
Les 6 P1
Gutentag

Slide 1 - Tekstslide

Planung

Woche 41 - Les 6 - Schritt 5 
+ D-Prüfung
Woche 42 - Toets 1 -  Schritt 1-5

Wiederholungsgrammatik:
haben & sein


Slide 2 - Tekstslide

werden -> betekenis (1)
worden

  • Morgen werde ich 16.
  • Ich will später Lehrerin werden.
  • Mein nächstes Fahrrad wird blau.
  • Ich werde verrückt!

uitleg

Slide 3 - Tekstslide

werden -> betekenis (2)
zullen, gaan ..., van plan zijn

  • Das werde ich nicht machen. 
  • Wir werden dich morgen besuchen. 
  • Thomas wird seine Hausaufgaben machen. 
  • Werdet ihr das Buch noch lesen?
uitleg

Slide 4 - Tekstslide

De basisuitgangen
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
feesttenten
uitleg

Slide 5 - Tekstslide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
werden -> uitzondering
werd
werd
werd

werd
werd
werd

wirst
wird




du en er zijn onregelmatig. De rest van het werkwoord is regelmatig!
Let op de exta 'e'.

e
e


e
uitleg

Slide 6 - Tekstslide

En nu jij!
Je krijgt 8 vragen:
  • 4x multiple choice
  • 4x open

Kan jij werden al correct vervoegen?
uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Zullen jullie lief zijn?
... ihr lieb sein?
2/8
A
Wirdet
B
Werd
C
Werdet
D
Werdt

Slide 8 - Quizvraag

Jij wordt later piloot.
Du ... später Pilot.
A
werdest
B
wirst
C
wirdst
D
wirdest

Slide 9 - Quizvraag

Tim gaat ons helpen.
Tim ... uns helfen.
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 10 - Quizvraag

Word jij naar school gebracht?
... du zur Schule gebracht?

Slide 11 - Open vraag

Ik ga mijn vader helpen.
Ich ... meinem Vater helfen.

Slide 12 - Open vraag

Maria wordt beroemd.
Maria ... berühmt.
7/8

Slide 13 - Open vraag

Samenvatting
uitzondering:  werden

werden:                                          
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden
werden heeft 2 betekenissen:
  1. worden
  2. zullen/van plan zijn/gaan ...

Vertalen van gaan:
  • werden = van plan zijn, zullen
  • gehen = ergens naartoe
uitleg

Slide 14 - Tekstslide

Was wisst ihr noch?

Slide 15 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 16 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Welk getal ontbreekt?
null, .... , zwei

Slide 19 - Open vraag

Welk getal ontbreekt?
fünfzehn, ..................... , siebzehn

Slide 20 - Open vraag

Welk getal ontbreekt?
zwanzig, ..................... , achtzehn

Slide 21 - Open vraag

Welk getal ontbreekt?
hundert, fünfundsiebzig, ….......................,
fünfundzwanzig

Slide 22 - Open vraag

Schrijf in cijfers op
fünfundzwanzigtausendachthundertvierzig

Slide 23 - Open vraag

Schrijf in cijfers op:
achtundneunzigtausendvierhundertneunzig

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Rangtelwoorden
1e
2e
3e
1.
2.
3.

Slide 26 - Tekstslide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.

Slide 27 - Tekstslide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Am 1. Tag gibt es noch viele Angebote.

Slide 28 - Tekstslide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Am 1. Tag gibt es noch viele Angebote.
= Am ersten Tag ..............

Slide 29 - Tekstslide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Vom 5. bis zum 21. ist unser Geschäft geschlossen.

Slide 30 - Tekstslide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Vom 5. bis zum 21. ist unser Geschäft geschlossen.
Vom fünften bis zum einundzwanzigsten ......

Slide 31 - Tekstslide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Die Kinderabteilung ist im 3. Stock.

Slide 32 - Tekstslide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Die Kinderabteilung ist im 3. Stock.
............. im dritten Stock.

Slide 33 - Tekstslide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Der Kassenzettel ist vom 29.7.2011

Slide 34 - Tekstslide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Der Kassenzettel ist vom 29.7.2011
......vom neunundzwanzigsten siebten zweitausendelf

Slide 35 - Tekstslide

Was wisst ihr noch?

Slide 36 - Tekstslide

Das tut mir leid!

Slide 37 - Open vraag

Das finde ich unangenehm.

Slide 38 - Open vraag

Entschuldigung, so habe ich es nicht gemeint.

Slide 39 - Open vraag

Kunt u mij alstublieft helpen?

Slide 40 - Open vraag