Bezit brede kennis van: markt, marktsegmentatie, producten/dienstverlening.
Kan commercieel-economische gegevens t.b.v. een onderneming interpreteren.
Bezit (brede) kennis van marketingstrategieën in de retail.
Bezit brede kennis van relevante klantbenadering- en winkel-/marketingconcepten.
Bezit brede kennis voor het bepalen van een retailmarketingconcept.
Bezit brede kennis voor het formuleren van commercieel beleid.
Bezit brede kennis van de retailmix en de retailinstrumenten.
Bezit brede kennis van winkelformules.
Bezit brede kennis van consumentenbehoeften.
Bezit brede kennis van koopgedragbepalende factoren.
Kan klantengedrag typeren, kan consumentengedrag typeren.
Kan een vestigingspunt beoordelen.
Bezit brede kennis van ruimteverdeling van de wvo.
Slide 13 - Tekstslide
Doelen Commercieel 1 (officieel)
Kan commerciële kengetallen berekenen (K3)
Kan productiviteitskengetallen berekenen (K3, K4)
Bezit kennis van het gebruik van kritieke prestatie-indicatoren (KPI's) (K3)
Bezit brede handelskennis (K5)
Bezit brede kennis van verkoopsystemen en distributievormen (K5)
Bezit kennis van commerciële samenwerkingsvormen (K1)
Kan commerciële samenwerkingsvorm kiezen (K1)
Kan SWOT-analyse opstellen/analyse maken (K1)
Bezit brede kennis van politieke, juridische, demografische en maatschappelijke ontwikkelingen m.b.t. ondernemen (K1)
Kan kleinschalig marktonderzoek uitvoeren/interpreteren (K1)
Bezit kennis van onderzoek en onderzoeksmethoden (K1)
Kan statistische berekeningen uitvoeren (K3)
Slide 14 - Tekstslide
Doelen Commercieel 1 (samengevat)
Omgeving: distributiekolom, markten, concurrenten, wetgeving, etc.
Bedrijf: winkelformule, concurrentievoordelen kunnen benoemen, product/dienst beschrijven, etc.
Verschillende aanpakken: groeistrategieën, concurrentiestrategieën, marketingconcepten, etc.
Samenwerking: commercieel samenwerken, lokaal samenwerken, etc.
Consument: koopgedrag, invloeden op consument, behoeften consument. etc.
Plaats: vestigingspunt onderzoek, verkoopkanalen, etc.
Onderzoek: externe analyse, interne analyse, SWOT, marktonderzoek, etc.
Vervolg Commercieel 2: plannen maken voor de verschillende onderdelen.
Slide 15 - Tekstslide
Les 1: Intro & Omgeving
Invulling lesuren
Wat is Marketing?
Taken Manager/Ondernemer
Structuren
Omgeving
Verkoopkanalen
Slide 16 - Tekstslide
Wat verstaan jullie onder marketing?
Slide 17 - Open vraag
Marketing is:
Alle activiteiten (die verkoop bevorderen)
Bedrijfsinkomsten verwerven (omzet gericht)
Op lange termijn (onderzoek)
Inspelen op behoeften en wensen van je doelgroep(en)
Slide 18 - Tekstslide
Hoofdlijnen marketingbeleid
Marketingdoel - wat wil je bereiken
Doelgroepen - wie zijn jouw klanten
Serviceconcept,positionering en propositie - hoe gaan wij onze klanten benaderen.
Onderzoek → SWOT analyse en confrontatie matrix - interne analyse van sterke, zwakke punten (beinvloedbaar) en externe analyse van kansen en bedreigingen (niet beinvloedbaar)
Retailmix - invulling 6 p's
Slide 19 - Tekstslide
Cyclus
Winkelformule
↓
Doelstelling(en)
↓
Retailmix (Plan per P)
↓
Marketingplan
↓
Activiteiten uitvoeren
Marktonderzoek
Marktbenadering
Slide 20 - Tekstslide
Doelen Commercieel 1 (samengevat)
Omgeving: distributiekolom, markten, concurrenten, wetgeving, etc.
Bedrijf: winkelformule, concurrentievoordelen kunnen benoemen, product/dienst beschrijven, etc.
Verschillende aanpakken: groeistrategieën, concurrentiestrategieën, marketingconcepten, etc.
Samenwerking: commercieel samenwerken, lokaal samenwerken, etc.
Consument: koopgedrag, invloeden op consument, behoeften consument. etc.
Plaats: vestigingspunt onderzoek, verkoopkanalen, etc.
Onderzoek: externe analyse, interne analyse, SWOT, marktonderzoek, etc.
Vervolg Commercieel 2: plannen maken voor de verschillende onderdelen.
Slide 21 - Tekstslide
Maar laten we vooraan beginnen...
Slide 22 - Tekstslide
Taken van een Manager of Ondernemer
Slide 23 - Tekstslide
Welke taken/verantwoordelijkheden heeft een ondernemer?
Slide 24 - Woordweb
Taken Manager/Ondernemer:
Onderzoek naar je markt doen.
Trends en ontwikkelingen volgen.
Concurrentie in kaart brengen.
Commerciële cijfers berekenen.
Winkelformule opstellen/bewaken.
Marketingbeleid bepalen.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht
3 minuten: Schrijf voor jezelf op welke taken van een ondernemer je al doet, gedaan hebt of mee geholpen hebt.
timer
3:00
Slide 30 - Tekstslide
Dus heel veel taken...
...alleen al in commercieel beleid. Structuren/systemen nodig voor overzicht en vergelijken met concurrenten.
Slide 31 - Tekstslide
Begin: Structuur in de omgeving
Structuur aanbrengen in de omgeving:
- Macro-omgeving
- Meso-omgeving
Structuur aanbrengen in onze eigen activiteiten:
- Micro-omgeving
Slide 32 - Tekstslide
Structuur: type handel
Slide 33 - Tekstslide
Structuur: type bedrijf
Bedrijven in de detailhandel kun je indelen naar:
Bedrijfsgrootte
Soort bedrijf
Branches
Verkoopkanalen
Plaats in bedrijfskolom
Slide 34 - Tekstslide
Structuur: bedrijfsgrootte
De grootte van een bedrijf wordt bepaald door:
Aantal personeelsleden
Jaaromzet
Totaal van de bezittingen van een bedrijf
Slide 35 - Tekstslide
Beschrijvende termen grootte bedrijf
Slide 36 - Woordweb
Indeling bedrijven
Slide 37 - Tekstslide
Structuur: Soort bedrijf
Een paar veel voorkomende samenwerkingsvormen:
Franchising:
Vrijwillige vorm van samenwerking.
Ondernemer maakt tegen betaling gebruik van winkelformule (en evt meer).
Vrijwillig filiaalbedrijf:
Winkelier(s) en groothandel werken vrijwillig samen.
Grootwinkelbedrijf:
Grootwinkelbedrijf heeft inkooporganisatie die direct bij de fabrikant inkoopt.
Vaak eigen distributiecentra.
Slide 38 - Tekstslide
Structuur: Branches
Een groep bedrijven die ongeveer dezelfde producten of diensten leveren.
Food ↔ Non-food
Slide 39 - Tekstslide
Als een branche een groep bedrijven met een groep gelijke producten is, wat zou dan "branchevervaging" zijn?
Slide 40 - Open vraag
Structuur: verkoopkanalen
Ook wel: distributiekanalen.
De kanalen waar winkels producten aan de klanten verkopen.
Slide 41 - Tekstslide
Verkoopkanalen
Slide 42 - Woordweb
Slide 43 - Tekstslide
Winkels
Supermarkt
Speciaalzaak
Warenhuis
Klein warenhuis
Varietystore
Niet-winkelvormen
Webshop
Ambulante handel
Colportage
Slide 44 - Tekstslide
Opdracht (in de les)
10 minuten, gebruik internet/boek/etc. indien nodig.
In duo’s.
Maak voor een leerbedrijf (of een bedrijf naar keuze).