Woordenschat vwo2 6.3 les 2

Woordenschat 6.3 les 2

Overhoren woordenschat

Aan het werk 

Lezen uit je leesboek
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat 6.3 les 2

Overhoren woordenschat

Aan het werk 

Lezen uit je leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen woorden 1
https://quizlet.com/_8ap6xj?x=1qqt&i=3txdm 

In de volgende slide kun je de website aanklikken. Oefen de woorden. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Woordenschat les 2  + herhaling woorden 1
Doel van de les:

Demonstreren:Ik ken de betekenis van woorden van 'woorden 1'
Ik ken de betekenis van woorden 2.
Ik heb weer uit mijn boek gelezen en weet vanuit welk perspectief het boek geschreven is.
 

Slide 4 - Tekstslide

Aan het werk 
Kies route 1, 2 of 3. 

Maak de opdrachten die horen bij de route.
 
Maak de opdrachten in je schrift (blz.242) of digitaal (6.3). 

Maak de controlevragen uit deze LessonUp. 

Slide 5 - Tekstslide

Route 1
Maken opdracht  10,15 (6.3 digitaal, blz. 242 lesboek)

Klaar?
Controlevragen LessonUp maken!
Lezen in je leesboek
Leer de woorden van woorden van 4.3 en 5.3 nogmaals!

Slide 6 - Tekstslide

Route 2
Maken opdracht 12,15 (6.3 digitaal, blz. 242 lesboek)

Klaar? 
Controlevragen LessonUp maken!
Lezen in je leesboek
Leer de woorden van woorden van 4.3 en 5.3 nogmaals!

Slide 7 - Tekstslide

Route 3
Maken opdracht 12,15  (6.3 digitaal, blz. 242 lesboek)

Klaar? 
Controlevragen LessonUp maken!
Lezen in je leesboek
Leer de woorden van woorden van 4.3 en 5.3 nogmaals!

Slide 8 - Tekstslide

Lezen uit je boek
- Lees nu 10 minuten uit je leesboek en beantwoord daarna de vraag van vandaag! Zet de timer om je te helpen.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Vanuit welk perspectief wordt jouw boek verteld?
A
ik-perspectief
B
alwetende verteller
C
hij/zij-perspectief=personaal perspectief
D
wisselend perspectief = combinatie van A/B/C

Slide 10 - Quizvraag

Welke drie woorden van woorden 2 vond je het lastigst om te onthouden?

Slide 11 - Woordweb

Maak drie zinnen mét die lastige woorden.
(Óf maak 1 zin met de drie lastige woorden)

Slide 12 - Open vraag