Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordenschat vwo1 6.3 les 2
Woordenschat 6.3 les 2
Theorie
Herhaling en oefenen
Aan het werk
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordenschat 6.3 les 2
Theorie
Herhaling en oefenen
Aan het werk
Slide 1 - Tekstslide
Woordenschat les 2
Doel van de les:
Ik ken de betekenis van de woorden van woorden 2.
Ik weet het verschil tussen een spreekwoord en uitdrukking.
Slide 2 - Tekstslide
Even herhalen:
Wat is het verschil tussen een spreekwoord en een uitdrukking?
Slide 3 - Open vraag
Even herhalen: verschil spreekwoorden en uitdrukkingen
Een
spreekwoord
is een vaste zin met een wijsheid of tip.
Bijvoorbeeld: Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
Een
uitdrukking
is een woord of groepje woorden met een aparte betekenis die je in zinnen kunt gebruiken.
Bijvoorbeeld: vlinders in je buik hebben.
Slide 4 - Tekstslide
Aan het werk
Kies route 1, 2 of 3. Maak de opdrachten die horen bij de route.
Maak de opdrachten in je schrift (blz.231) of digitaal (6.3).
Maak de controlevragen uit deze LessonUp. Doe je dit niet, dan word je absent gemeld.
Slide 5 - Tekstslide
Route 1
Maken opdracht 9, 11, 13 (6.3 digitale methode, lesboek blz. 232)
Klaar?
Controlevragen LessonUp maken
Oefenen met de flitskaarten (digitale methode)
Lezen in je leesboek
Slide 6 - Tekstslide
Route 2
Maken opdracht 10, 13 (6.3digitale methode, lesboek blz. 232)
Klaar?
Controlevragen LessonUp maken
Oefenen met de flitskaarten (digitale methode)
Lezen in je leesboek
Slide 7 - Tekstslide
Route 3
Maken opdracht 10, 13 (6.3 digitale methode, lesboek blz. 232)
Klaar?
Controlevragen LessonUp maken
Oefenen met de flitskaarten (digitale methode)
Lezen in je leesboek
Slide 8 - Tekstslide
Maak een zin met het woord media.
De zin begint met een hoofdletter, eindigt met een punt.
Slide 9 - Open vraag
Maak een zin met het woord verontrustend. De zin begint met een hoofdletter, eindigt met een punt.
Slide 10 - Open vraag
Van welke film of serie had jij het scenario wel willen bedenken?
Slide 11 - Open vraag
aangezien
A
maar
B
omdat
C
toch
D
daarom
Slide 12 - Quizvraag
financieren
A
een minister benoemen
B
elektriciteit aanleggen
C
het geld voor iets leveren
D
een blunder maken
Slide 13 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Woordenschat vwo1 5.3 les 2
April 2020
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Woordenschat vwo2 6.3 les 1
April 2020
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat vwo2 5.3 les 2
April 2020
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat 6.3
Mei 2020
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordenschat vwo2 5.3 les 2
April 2020
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat vwo2 6.3 les 2
April 2020
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat vwo1 5.3 les 1
April 2020
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat vwo2 5.3 les 1
Maart 2020
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2