1. onderwerp mv, persoonsvorm ev -->
In Nederland wordt softdrugs al heel lang gedoogd.
2. onderwerp lijkt mv, maar is ev -->
Een aantal bezoekers van het pretpark vonden het vervelend dat de wachtrijen lang waren.
3. persoonsvorm en onderwerp staan ver uit elkaar; daartussen staan andere zinsdelen met een ander getal dan het onderwerp -->
Uit de gegevens van het energiebedrijf bleek dat de heer Jansen, net als zijn buren en andere inwoners van de stad, veel minder gas hadden verbruikt dan in de jaren daarvoor.