Marketing lesweek 9: les 1

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je legt uit hoe een prijs opgebouwd kan worden. 
  • Je benoemt de betalingscondities die gehanteerd kunnen worden. 
  •  

Slide 2 - Tekstslide

Prijsbeleid
De prijs die een afnemer ervoor over heeft om een product of dienst af te nemen. 

Prijsverhoging kan leiden tot klantverlies, maar prijsverlaging kan leiden tot omzetverlies. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar moet je allemaal mee rekening houden bij het bepalen van de prijs?

Slide 4 - Open vraag

Betalingsvoorwaarden(condities)
Kortingen vallen onder betalingscondities.
Een klant kan op diverse manieren betalen. 
Bijvoorbeeld: wanneer een klant contant betaalt, moet hij direct de factuur betalen.

Slide 5 - Tekstslide

Korting 
Door het geven van korting kan een bedrijf een afnemer overgehaald worden om over te gaan tot aankoop. 

Slide 6 - Tekstslide

Kortingen
  • Korting voor contant
  • Korting jaarbetaling
  • Kwantumkorting
  • Staffelkorting 

Slide 7 - Tekstslide

Kortingen
Korting voor contant:
Bij betaling binnen een bepaalde termijn mag de klant een bepaald percentage van de factuur aftrekken. 
Korting jaarbetaling:
Als een klant een heel jaar betaald in plaats van per maand mag de klant een bepaald percentage van de factuur aftrekken. 

Slide 8 - Tekstslide

Kortingen
Kwantumkorting:
Een korting op basis van ordergrootte. Hoe groter de order, hoe meer korting.
Staffelkorting: 
Een korting die toeneemt als de omzet per order groter is. 

Slide 9 - Tekstslide

Overige kortingen
  • Bonuskorting
  • Introductiekorting
  • Klantkorting
  • Seizoenskorting 

Slide 10 - Tekstslide

Kortingen
Bonuskorting:
korting op de verkoopprijs omdat de afnemer in een bepaalde periode een bepaalde hoeveelheid heeft afgenomen. 
Introductiekorting:
korting op een nieuw product als introductie. 

Slide 11 - Tekstslide

Kortingen
Klantkorting:
extra korting die aan vaste klanten wordt gegeven. 
Seizoenskorting:
korting die gegeven wordt in een bepaalde periode in een jaar. 

Slide 12 - Tekstslide

Korting die oploopt naarmate de klant meer producten afneemt, is
A
Kwantumkorting
B
Seizoen korting
C
Staffelkorting
D
Klantenkorting

Slide 13 - Quizvraag

Van welke
betalingsconditie
is hier sprake?
aantal producten
netto omzet excl. btw
1.000
10.000 euro
2.000
19.500 euro
5.000
45.000 euro
A
Bonuskorting
B
Kwantumkorting
C
Staffelkorting

Slide 14 - Quizvraag

Van wat voor soort korting spreken we hier?
A
Betalingskorting
B
Vasteklantenkorting
C
Afnamebonus
D
Seizoenskorting

Slide 15 - Quizvraag

Van wat voor soort korting spreken we hier?
A
Actiekorting
B
Vasteklantenkorting
C
Betalingskortin
D
Seizoenskorting

Slide 16 - Quizvraag

Prijsstellingsmethoden
  • Kostengeoriënteerde methode
  • Concurrentiegeoriënteerde methode
  • Vraaggeoriënteerde (afnemersgerichte) methode 

Slide 17 - Tekstslide

Kostengerichte prijsstelling
  • Je gaat uit van de gemaakte kosten... 

  • Kostprijs-plusmethode
  • Verkoopprijs bepalen door de inkoopprijs te verhogen met een vast percentage

  • Cost-plus pricing
  • Verkoopprijs bepaal je door de hoogte van je bedrijfsresultaat.

Slide 18 - Tekstslide

We gebruiken bij het vaststellen van de prijs een kostengerichte prijsstelling.
Inkoopprijs product X = €2,-
We verhogen dit met 25% voor de verkoopprijs.
Wat is de verkoopprijs?
A
€2,25
B
€2,30
C
€2,50
D
€2,75

Slide 19 - Quizvraag

Concurrentiegerichte prijsstelling
  • Aanpassen aan de concurrent..


  • Veel verschillende soorten...

Slide 20 - Tekstslide

Concurrentiegerichte prijsstelling
  • Me-too pricing --> Je stemt je prijs af op de prijs die de grootste concurrent vraagt.
  • Going-rate pricing --> Je stemt je prijs af op de doorsneeprijs die gebruikelijk is in de branche.
  • Premium pricing --> Je vraagt bewust een iets hogere prijs dan die van de concurrentie. 

Slide 21 - Tekstslide

Concurrentiegerichte prijsstelling
  • Stay-out pricing -->  Potentiële concurrentie uit de markt houden, door een zo laag mogelijke prijs te vragen.  
  • Put-out pricing --> De huidige concurrentie uit de markt werken, door een zo laag mogelijke prijs te vragen.  
  • Backward pricing --> Kijken naar de consumentenprijs, vervolgens terug rekenen en kijken of het interessant is om in te kopen (of te fabriceren).

Slide 22 - Tekstslide

Een aardappelgroothandel heeft besloten zijn prijzen op het prijsniveau van van de 3 grootste concurrenten vast te stellen. Welke prijsstrategie past de aardappelgroothandel toe?
A
backward pricing
B
discount pricing
C
stay-out pricing
D
me-too pricing

Slide 23 - Quizvraag

Een fabrikant van heftrucks hanteert extreem lage prijzen om de concurrentie uit de markt te verdrijven.
Welke methode van prijszetting past deze fabrikant toe?

A
Me-too pricing
B
Follow the leader
C
Put-out pricing
D
Stay-out pricing

Slide 24 - Quizvraag

Loodgietersbedrijf Vlamings staat bekend om de goede kwaliteit die wordt geleverd. Om het kwaliteitsverschil met de concurrentie te benadrukken, hanteert Vlamings een relatief hoge prijs.

Welke methode van prijszetting past Vlamings toe?
A
Backward pricing
B
Cost-plus pricing
C
Premium pricing
D
Target-return pricing

Slide 25 - Quizvraag

Fill in the gap:
............. pricing is een strategie waarbij de prijs van de concurrenten voor dezelfde producten gelijkaardig is.
A
Me-too pricing
B
Put-out pricing
C
Stay-out pricing

Slide 26 - Quizvraag

Vraaggeorienteerde prijsstelling
  • De afnemer staat centraal. 
  • Wat is de afnemer bereid om voor je product te betalen... 

Slide 27 - Tekstslide

Vraaggeoriënteerde prijsstelling
  • Promotionele prijsstelling: tijdelijk de prijs van een product verlagen zodat de afzet van dit product tijdelijk wordt gestimuleerd. 
  •  Psychologische prijs: een prijs net onder een rond bedrag zodat de klant het gevoel krijgt dat hij goedkoper uit is. 

Slide 28 - Tekstslide

Het lijkt op elkaar, maar...
Prijsdifferentiatie:
Situatie waarin verschillende prijzen voor verschillende varianten van een bepaald product worden berekend. 
Bij prijsdifferentiatie wordt dit prijsverschil veroorzaakt door product eigenschap verschillen.

Prijsdiscriminatie:
Situatie waarin voor hetzelfde product aan verschillende doelgroepen verschillende prijzen worden berekend. Bij prijsdiscriminatie wordt dit prijsverschil veroorzaakt door verschillen in de prijsgevoeligheid bij de afnemers

Slide 29 - Tekstslide

Een bedrijf berekent de verkoopprijs van een productgroep met behulp van de gemiddelde prijs in de markt. Welke prijsstellingsmethode past dit bedrijf toe?
A
Vraaggeoriënteerde prijsstelling
B
Kostengeoriënteerde prijsstelling
C
Concurrentiegeoriënteerde prijsstelling

Slide 30 - Quizvraag

Een 65+’er krijgt korting op vertoon van zijn identificatiebewijs bij toegang tot een museum. Isa hier sprake van prijsdiscriminatie of prijsdifferentiatie?

Slide 31 - Open vraag

De klant betaalt meer benzine bij een benzinestation langs de snelweg dan voor benzine op een industrieterrein. Is hier sprake van prijsdiscriminatie of prijsdifferentiatie. Leg uit.

Slide 32 - Open vraag

Heb je iets geleerd deze les?
0 = niets
5 = heel veel
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll