1 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

SPELLING 1

HERHALING PERSOONSVORM TEGENWOORDIGE TIJD
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

SPELLING 1

HERHALING PERSOONSVORM TEGENWOORDIGE TIJD

Slide 1 - Tekstslide

Warming-up:
Welke regel(s) ken je bij de schrijfwijze voor de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Haal de fouten uit het bericht
Beste Esmee,

Waarom beantwoordt jij mijn mails nooit? Ik weed dat jij het druk hebt, maar ik vint het erg vervelend als ik steeds op je antwoord moet wachten. Het lijkt wel of je mijn mails onbelangrijk vind.

Ik wordt hier niet echt vrolijk van, want ook ik hep het druk.

Volgende week rijdt ik langs jouw woonplaats. Ik kom dan graag even bij je langs, want ik lijdt hier echt onder. Hopelijk vindt jij dat een goed idee.

Hoor graag zo snel mogelijk van je, Bastiaan

Slide 8 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat bos (branden) ... helemaal af.
A
brand
B
branden
C
brandt
D
brandde

Slide 9 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Het vliegtuig (landen) ... op tijd.
A
land
B
landt

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Waarom schrijf je de persoonsvorm in onderstaande zin met een -t, terwijl er 'je' achter staat?

Bereidt je docent alle lessen voor?

Slide 12 - Open vraag

PAUZE

Slide 13 - Tekstslide