Par. 4.4 Nederland in de wereldoorlog

Wat houden de onderstaande begrippen in?

 
1. Capituleren
2. Rassenleer
3. deportatie & concentratiekamp
4. Slag bij stalingrad.


5 minuten
Klaar? Lees par. 4.4, blz. 65
timer
5:00
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat houden de onderstaande begrippen in?

 
1. Capituleren
2. Rassenleer
3. deportatie & concentratiekamp
4. Slag bij stalingrad.


5 minuten
Klaar? Lees par. 4.4, blz. 65
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning komende periode
Volgende week =
Kennistoets H4

Vervolgens 
H5.2 + 5.3
TOETSWEEK:
Hoofdstuk 4
H5.2 + H5.3

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
1. Behandeling H4.4
2. Video ; bezet en bevrijd
3. Afsluiting met belangrijke begrippen 
4. Werken aan PO 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Wat veranderde er in Nederland tijdens de Duitse bezetting?
2. Hoe werd nederland bevrijd
3. Waarom en hoe breidde Japan zijn macht?
4. Hoe waren de Nederlandse kolonies betrokken in de wereldoorlog?

Slide 4 - Tekstslide

Combineer de acht begrippen (links) met de omschrijvingen (rechts) door te slepen:
bezetting
censuur
collaboratie
gelijkschakeling
onderduiken
propaganda
razzia
de vijand helpen.
een land bestuurt een ander land met dwang.
georganiseerde jacht op een groep mensen.
je verbergen, om niet te worden opgepakt.
onder controle van de nazi's brengen.
reclame maken voor ideeen. 
toezicht houden op mediaberichten. 

Slide 5 - Sleepvraag

Nederland onder Duitse overheersing
In mei 1940 begon de Duitse bezetting met de afschaffing van de rechtsstaat en democratie.
De eerste maanden viel de bezetting mee, maar er was wel onderdrukking in de vorm van censuur: controle op publicaties. Ook gebruikten de nazi’s propaganda: ideeën verspreiden.
Vanaf juni 1940 werden vakbonden, omroe-pen en andere organisaties gelijkgeschakeld: aangepast aan het totalitaire regime.

 

Slide 6 - Tekstslide

Vanaf 1941 traden de Duitsers harder op met intimidatie en terreur. Ze dwongen Nederlandse mannen om in Duitse fabrieken te werken en roofden machines, voertuigen en voedsel, die ze naar Duitsland brachten. 

Slide 7 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties:
gelijkschakeling
razzia
censuur
gericht op media
gericht op mensen
gericht op organisaties

Slide 8 - Sleepvraag






Razzia (drijfjachten)
op joden. 
Van de 140.000 joodse Nederlanders werden er 107.000 naar het Oosten gedepoteerd. 
Er kwamen 5000 terug. 

Slide 9 - Tekstslide

Razzia (drijfjachten) van Rotterdam
Opgepakt en weggevoerd 
worden naar Duitsland op 
10 en 11 november 1944

Slide 10 - Tekstslide

Verzet
Een kleine minderheid van de bevolking kwam in verzet.
Soms gewapend maar meestal slechts het rondbrengen van illegale kranten of hielpen onderduikers, mensen die zich schuildhielden voor de Duitsers.  

Slide 11 - Tekstslide

Collaboreren
Een kleine minderheid van de Nederlanders collaboreerde (werkte samen) met de Duitsers.  

Slide 12 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met 'goed' en 'fout' in de oorlog?

Slide 13 - Open vraag

De bevrijding
Vanaf september 1944 bevrijdden de geallieerden Zuid-Nederland.
Na de zware Hongerwinter in West-Nederland capituleerde het Duitse leger op 5 mei 1945.

Vanaf maart 1945 bevrijdden de Canadezen Oost- en Noord-Nederland. 

Op 5 mei 1945 gaven de Duitse troepen in Nederland zich over!

 

Meer dan 20.000 mensen overleefden de Hongerwinter niet. 

Slide 14 - Tekstslide

Nederland vrij!
Elk jaar is er de Nationale Dodenherdenking op 4 mei van Nederlandse oorlogsslacht-offers.
Bevrijdingsdag is de jaarlijkse viering op 5 mei van de Duitse capitulatie in Nederland.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hieronder staan vijf situaties tijdens de bezetting van Nederland:
Geef per situatie aan welke van de onderstaande begrippen daarbij 
hoort. 

Let op! Er blijft één begrip over.
De meeste Nederlandse politieagenten zorgden ervoor dat dieven en overtreders van de wet gewoon werden opgepakt.
Honderdduizenden mannen hebben een oproep gekregen om zich te melden voor verplichte arbeid in Duitsland.
Kunstenaars en toneelspelers moeten verplicht lid worden van een nationaal-socialistische organisatie.
Ongeveer 25.000 Nederlanders nemen vrijwillig dienst bij de Waffen-SS. Ze vechten met de Duitsers mee, vooral aan het oostfront tegen het communisme.
Ongeveer 25% van de radiobezitters weigert hun radio in te leveren bij de bezetter.
aanpassing
collaboratie
gelijkschakeling
razzia
tewerkstelling
verzet

Slide 17 - Sleepvraag

Dictatuur
Persoonsverheerlijking
Gelijkschakeling
Indoctrinatie
Terreur
De leider wordt als een soort god vereerd.
Het continu opdringen van een mening en ideeën  door eenzijdige en partijdige informatie.
De regering probeert het gedrag en de gedachten van de bevolking te controleren en aan te passen.
De staat gebruikt geweld om de burgers te intimideren en tegenstanders uit te schakelen.
Één persoon of een kleine groep heeft alle macht in handen.

Slide 18 - Sleepvraag

En de oorlog in Azië?

Slide 19 - Tekstslide

Japan
  • Dichtbevolkte industriestaat
  • Nationalistische militaire hadden veel invloed: Japan heeft grote gebieden nodig voor voedsel, steenkool, olie en andere grondstoffen. 
 

Slide 20 - Tekstslide

Sloot in 1936 een bondgenootschap met Duitsland en Italië.
1937: delen van China veroverd. 

Slide 21 - Tekstslide

Pearl Harbor

Pearl Harbor

Slide 22 - Tekstslide

De Japanners buitten alle bezetten gebieden. Ze roofden grondstoffen en voedlsel en maakte meisjes en vrouwen tot seksslaven voor het leger. 

Slide 23 - Tekstslide

Waarom was het niet verstandig om Pearl Harbor aan te vallen?

Slide 24 - Open vraag

De Nederlandse kolonies
Nederlandse kolonies in Amerika werden niet bezet, maar hielpen de geallieerden door grondstoffen te leveren:

  • 60% van het aluminium voor Amerikaanse oorlogsvlietuigen kwam uit Suriname. 
  • Curaçao leverde brandstof. 

Slide 25 - Tekstslide

Nederlands-Indië
  • Tot 1942 kolonie van Nederland.
  • Werd veroverd door Japan : "Azië voor de Aziaten", maar...
  • Het volk werd onderdrukt: moest bijv. rijst leveren aan Japan, terwijl ze honger moesten lijden.

Slide 26 - Tekstslide

Onderdrukking 
Dwangarbeid. 
Veel Europese en Indonesische mannen moesten bijv. werken in de bouw van de Dodenspoorweg. 

Slide 27 - Tekstslide

 Jappenkampen 
  • Blanken werden opgesloten in jaapanse concentratiekampen  = jappenkampen.  

  • Slechte huisvesting, hygiëne en ziektes.

  • Ongeveer 25.000 Nederlanders zijn omgekomen in de Jappenkampen.

Slide 28 - Tekstslide

eerst...
dan...
daarna...
vervolgens...
tot slot...
bombardement Rotterdam
slag om Arnhem
regering NL naar Groot-Brittannië
Nederland capituleert
Japan bezet Nederlands-Indië

Slide 29 - Sleepvraag

Leerdoelen
1. Wat veranderde er in Nederland tijdens de Duitse bezetting?
2. Hoe werd Nederland bevrijd
3. Waarom en hoe breidde Japan zijn macht?
4. Hoe waren de Nederlandse kolonies betrokken in de wereldoorlog?

VOOR NU: Werken aan opdrachten H4.4 of het PO

Slide 30 - Tekstslide

Duitsland verliest
In 1945 hebben de Geallieerden Duitsland verslagen.
Hitler heeft zelfmoord gepleegd op 30 april in zijn bunker in Berlijn.
Op 7 Mei 1945 geeft Duitsland zich over, en is de oorlog in Europa na 6 jaar voorbij!

De oorlog is nog niet voorbij...

Slide 31 - Tekstslide

Atoombom op Hiroshima en Nagasaki



  • Japan weigert zich over te geven en blijf door te vechten. 
  • Eilanden veroveren kost tijd en levens...
  • Amerika besluit de oorlog te beëindigen door het gooien van twee atoombommen.

Slide 32 - Tekstslide

Einde WOII: augustus 1945 door atoombommen op Japan

Slide 33 - Tekstslide

Hiroshima en Nagasaki


Japan capituleerde op 15 augustus 1945. 

De oorlog is echt voorbij!

Slide 34 - Tekstslide



PO inleveren
+ Filmpje kijken

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video