Hst. 3 belangrijkste leerstof les 3.7 en 3.8

Hst. 3 belangrijkste leerstof
Welkom in deze digitale les
Fijn dat je er bent!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hst. 3 belangrijkste leerstof
Welkom in deze digitale les
Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leg ik uit
  • Waar je het document kunt vinden met de opdrachten.
  • Hoe je de opdrachten gaat maken.
  • Wanneer je het af moet hebben.
  • De theorie die je daarvoor nodig hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak ik de opdrachten?
Vanaf nu maak je de opdrachten niet (meer) in je schrift of werkboek, maar ga je digitaal, (dus op je I-Pad, of laptop of computer) de opdrachten maken. 

Geef zo duidelijk en uitgebreid mogelijk antwoord.

Er is een vast moment om vragen te stellen via een livestream en je mag mij mailen (via Magistermail) of chatten via "Teams".

Slide 3 - Tekstslide

Waar vind ik de lessen van deze week?
  • In Magister in je weekrooster, bij de eerste les Nederlands van de week.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer heb ik de opdrachten af?
Aan het eind van de week, dus uiterlijk op vrijdag 5 maart heb je de opdrachten af. Maak dus een goede planning voor de hele week.

Ik kan dat huiswerk digitaal zien, je hoeft deze week dus niets toe te sturen. Wanneer het niet lukt het huiswerk digitaal te doen, dan maak je de opdrachten in je boek en stuur je mij een foto van het gemaakte werk.

Slide 5 - Tekstslide

Doelen les 3.7 en 3.8
  • Ik heb geoefend met het ontleden van zinnen.
  • Ik kan een zin verdelen in zinsdelen
  • Ik kan de persoonsvorm (PV) en het werkwoordelijk gezegde (WG) benoemen.
  • Ik weet hoe ik het onderwerp (O) in een zin kan vinden.
  • Ik weet hoe ik het lijdend voorwerp (LV) in een zin kan vinden.
  • Ik weet hoe ik de persoonsvorm moet vormen van sterke (klankveranderende) werkwoorden   in de verleden tijd.
  • Ik weet dat het meervoud van veel zelfstandige naamwoorden op -en eindigt en ik kan dat   ook toepassen.
  • Ik kan de 8 dicteewoorden foutloos schrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg van de theorie les 3.7
  • Persoonsvorm (PV) en werkwoordelijk gezegde (WG)
  • Onderwerp (O)
  • Lijdend voorwerp (LV)

Slide 7 - Tekstslide

Uitlegvideo
Hierna volgt een uitlegvideo over de persoonsvorm (PV) en het werkwoordelijk gezegde (WG).

Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Uitlegvideo
Hierna volgt een uitlegvideo over het onderwerp (O).

Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Uitlegvideo
Hierna volgt een uitlegvideo over het lijdend voorwerp (LV).

Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Uitleg van de theorie les 3.8
  • Persoonsvorm sterke werkwoorden in de verleden tijd
  • Meervoud van zelfstandige naamwoorden op -en

Slide 14 - Tekstslide

Sterke werkwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Uitlegvideo
Hierna volgt een uitlegvideo over sterke werkwoorden in de verleden tijd.

Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Meervoud zelfstandige naamwoorden
Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier, een plant of een ding. Je kunt een zelfstandig naamwoord in het meervoud schrijven door er -en achter te zetten.      
                    
- Soms moet je een extra letter opschrijven: pak - pakken
- Soms moet je een letter weglaten:                  beer - beren
- Soms moet je een letter veranderen:              muis - muizen
                                                                                              wer- werven
   
                                           ,


Slide 18 - Tekstslide

Dicteewoorden
Er staan 8 dicteewoorden in deze paragraaf. 
Ga deze oefenen. Je mag ze gewoon opschrijven of een andere manier bedenken om ze te leren schrijven.
Doe dit deze week 3 x 5 minuten.

Slide 19 - Tekstslide

Ga nu oefenen
  • De opdrachten van hst. 3 die je deze week gaat oefenen zijn:   Een uur oefenen in versterk jezelf hst. 3           
  • 3 x 5 minuten dicteewoorden oefenen
  • Een half uur lezen in je boek.

Slide 20 - Tekstslide

Vragen?
  • Je kunt in de onlinesessie vragen stellen.
  • Je mag altijd vragen stellen via de mail of                                                                        chatten via "Teams".

                                               Succes, je kunt het!

Slide 21 - Tekstslide