In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom
Nederlands
Je legt klaar:
-lesboek, schrift + pen
-leesboek
-laptop (dicht)
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
#boekpraat
1. Wat voor verhaal dacht je dat het zou zijn toen je de titel las?
2. Ken jij andere verhalen die hierop lijken?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoel
Ik weet hoe (zinnen en) alinea's met elkaar verbonden kunnen zijn.
Ik weet welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen.
Ik kan signaalwoorden herkennen in de tekst.
Slide 5 - Tekstslide
Tekstverbanden
Slide 6 - Woordweb
TEKSTVERBANDEN
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen.
Die samenhang heet een TEKSTVERBAND.
Door te letten op tekstverbanden begrijp je een tekst beter.
Slide 7 - Tekstslide
Signaalwoorden
Slide 8 - Woordweb
Signaalwoorden hebben een functie, ze geven een signaal.
Welk signaal? Maak een hele simpele zin met het woord!
Voorbeeld:
We kwamen allebei te laat in de les van meneer Aziz. Omdat hij vond dat iedereen weleens te laat kan komen en dat hem dat zelf ook wel eens gebeurde, kregen we geen straf.
Welke functie heeft het woord omdat? Welk signaal geeft het?
Ik pak een paraplu, omdat het regent.
'Omdat' geeft een reden aan. Controleer het maar in de eerste zin.
'Hij vond dat iedereen weleens te laat kan komen' is de reden dat we geen straf kregen.
Slide 9 - Tekstslide
Noteer de drie signaalwoorden in je schrift.
Slide 10 - Tekstslide
De drie signaalwoorden zijn:
Slide 11 - Open vraag
Bijvoorbeeld = voorbeeld
Ook = opsomming
Doordat = oorzaak-gevolg
Slide 12 - Tekstslide
Welk verband zie je in deze alinea?
A
Voorbeeld
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Conclusie
Slide 13 - Quizvraag
Zoek het tekstverband:
Vroeger hield hij van pasta, maar tegenwoordig houdt hij meer van pizza.n.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
chronologie
D
toelichting
Slide 14 - Quizvraag
Zoek het tekstverband:
Hij houdt van pannenkoeken, maar niet van pizza.n.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
chronologie
D
toelichting
Slide 15 - Quizvraag
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van chronologie
Signaalwoorden van voorbeeld/
toelichting
maar
ook
ten eerste
toch
echter
en
bovendien
zoals
bijvoorbeeld
toen
als eerste
ten slotte
evenwel
Slide 16 - Sleepvraag
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van voorbeeld
Signaalwoorden van opsomming
zo
maar
en
ten eerste
zoals
toch
Slide 17 - Sleepvraag
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
word
zo
door
slecht
Slide 18 - Sleepvraag
VERWIJSWOORDEN
SIGNAALWOORDEN
Omdat
Hoewel
Die
zij
Slide 19 - Sleepvraag
Zelfstandig werken TH
Je werkt online of in je lesboek + schrift.
Cursus 1 Meer dan Lezen
$ paragraaf 4 TH: Tekstverbanden en signaalwoorden:
opdracht 1, 2 en 4, blz. 22 (theorie van blz. 21/oogje)
timer
25:00
Slide 20 - Tekstslide
Verlengde instructie HA en A
Slide 21 - Tekstslide
TEKSTVERBANDEN EN SIGNAALWOORDEN
Slide 22 - Tekstslide
Bij tekstverbanden horen bepaalde signaalwoorden. Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'echter'?
A
reden of verklaring
B
samenvatting
C
tegenstelling
Slide 23 - Quizvraag
Signaalwoorden in een tekst
Hierna krijg je een dia met een tekstfragement. Lees het fragement aan de linkerkant van de dia; de eerste 7 zinnen. Beantwoord daarna de vragen.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Welk signaalwoord heb je het vaakst gelezen in de eerste 7e zinnen van het tekstfragment over pubers?
A
ook
B
en
C
maar
D
'ook' en 'en' even vaak
Slide 26 - Quizvraag
Welke 2 signaalwoorden ben je in de eerste 7 zinnen van het tekstfragment over pubers tegengekomen? Noteer alles wat jij gevonden hebt. + Zet het juiste tekstverband erachter.
Slide 27 - Open vraag
Zelfstandig werken
Cursus 1 Meer dan Lezen/ Tekstverbanden en signaalwoorden:
TH: $4, opdracht 1, 2 en 4, blz. 22 (theorie van blz. 21/ oogje)
HA: $3, opdracht 2, 3, 4 en 5 (theorie van blz. 18)
A: $3, opdracht 1, 4 en 5
timer
15:00
Slide 28 - Tekstslide
Ken je nu 'signaalwoorden' in een tekst herkennen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 29 - Poll
Vond je de uitleg over 'signaalwoorden' in deze Lesson-Up les voldoende waardoor je er nu opdrachten over kan maken?