Zet aan de linkerkant van de wip een brandblusser en aan de rechterzijde de vuilnisbak.
(Slepen met de muis)
Haal nu onderaan de schakelaar over om te controleren of er evenwicht is.
Slide 3 - Tekstslide
Hefboomwet
als je geen evenwicht had, verschuif dan brandblusser om evenwicht te maken.
Lukt dat niet, verschuif dan de vuilnisbak.
Tip: met de schakelaar kun je de steunen weer aanbrengen, zodat het makkelijker is om de brandblusser of vuilnisbak te verplaatsen.
Slide 4 - Tekstslide
Hefboomwet
Kies helemaal onderaan het middelste plaatje waar balanceren bij staat.
Vink massa's, in evenwicht en meetlat aan.
In het onderste vak kun je kiezen uit bakstenen, personen of onbekende voorwerpen.
(pijl naar rechts aanklikken)
Slide 5 - Tekstslide
Hefboomwet
Leg links een baksteen van 5 kg.
Leg rechts onbekend voorwerp H.
Zorg dat er evenwicht ontstaat.
Beantwoord de vragen op de volgende dia's.
Slide 6 - Tekstslide
Bereken de zwaartekracht op de baksteen.
Slide 7 - Open vraag
Lees de arm links af.
Slide 8 - Open vraag
Lees de arm rechts af.
Slide 9 - Open vraag
Bereken de kracht op voorwerp H.
Slide 10 - Open vraag
Bereken de massa van voorwerp H
Slide 11 - Open vraag
Hefboomwet
Leg links een baksteen van 15 kg op 2 meter afstand.
Bereken EERST waar een persoon van 80 kg moet zitten om evenwicht te maken.
Slide 12 - Tekstslide
De arm van iemand van 80 kg is ?
Slide 13 - Open vraag
Hefboomwet
Zet de man van 80 kg rechts op de wip op de door jouw berekende afstand. Als dat niet lukt, zet je hem zo dicht mogelijk in de buurt, 1x links en 1x rechts van het gewenste punt.
Slide 14 - Tekstslide
Klopte je antwoord? Leg uit waarom.
Slide 15 - Open vraag
Hefboomwet
Plaats links een kind van 30 kg op het uiteinde (2m) van de wip.
Plaats rechts de vrouw van 60 kg zodat er evenwicht is.
Noteer de arm links en de arm rechts in een tabel.
Schuif het kind een plaats naar binnen toe.
Probeer weer evenwicht te maken.
Als dat lukt noteer je de armen in de tabel.
Herhaal dit totdat je links alle plaatsen gehad hebt.
Slide 16 - Tekstslide
Wat geldt er voor de kracht aan de rechterkant vergeleken met de kracht aan de linkerkant?
A
Frechts=21Flinks
B
Frechts=Flinks
C
Frechts=2Flinks
Slide 17 - Quizvraag
Wat geldt er voor de arm aan de rechterkant vergeleken met de arm aan de linkerkant?
A
rrechts=21rlinks
B
rrechts=rlinks
C
rrechts=2rlinks
Slide 18 - Quizvraag
Hefboomwet
Kies helemaal onderaan het rechterplaatje waar SPEL bij staat.