V5 Betoog schrijven ahv bronnen

Betoog schrijven a.d.h.v. bronnen


Pak vast je leesboek!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Betoog schrijven a.d.h.v. bronnen


Pak vast je leesboek!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen
  • Betoog uitleg & werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide


  • Info
  • Uitleg Woordenschat
  • Opdracht Woordenschat maken
  • Vragen?
  • Verder werken
  • Afsluiting
Periode 2
  • Leesvaardigheid 9-13 december
  • Betoog (week van 3 maart)
  • PO Literatuurgeschiedenis (week van 14 april)
Vandaag
  • Info
  • Lezen
  • Info
  • Leesvaardig
  • Literatuur
  • Studenten
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

theorie betoog. Lees de theorie 5 minuten

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf in eigen woorden op wat een betoog is

Slide 6 - Open vraag

Doelen
-Ik ken de strategieën om argumenten te bedenken bij een stelling.
-Ik ken de strategieën om bronnen bij mijn argumenten te zoeken.

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten bedenken
Stelling/standpunt: Op de KSH moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.

Slide 8 - Tekstslide

Op de KSH moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.

Slide 9 - Open vraag

Op de KSH moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.
-Een leesuur kan gebruikt worden om examenstress te verminderen.
-Met een leesuur kun je de leesvaardigheid van je leerlingen verhogen.
-Door elke week een uur te lezen, kan de docent controleren of er boeken gelezen worden voor de boekenlijst.

Slide 10 - Tekstslide

Tips bedenken argumenten: categoriseer!
Welke voor-/nadelen heeft de stelling voor:
-De economie?
-Het milieu?
-De persoonlijke ontwikkeling?
-De gezondheid?
-De school?
-De leerlingen / docenten / ouders

Slide 11 - Tekstslide

Welke formulering van het argument is de beste?

1) Het is goed voor de woordenschat
2) Als je meer leest, zal je woordenschat daarnaast beter worden.
3) De woordenschat gaat omhoog.
4) Je krijgt een betere woordenschat.

Slide 12 - Tekstslide

Formuleren van argument
2) Als je meer leest, zal je woordenschat daarnaast beter worden.

--> signaalwoord
--> verwijzen naar stelling (meer lezen)
--> argument duidelijk noemen

Slide 13 - Tekstslide

Verzin 3 argumenten bij de volgende stelling: Nederlanders kunnen beter stoppen met het kopen van water in plastic flessen.

Slide 14 - Open vraag

Zoek bronnen bij je argumenten. Bedenk welke getallen en andere feiten je kunt gebruiken en Google daarop. Plaats hier je link en vertel wat er goed is aan deze bron.

Slide 15 - Open vraag

Verzin drie argumenten bij de stelling:
'De formule 1 moet volgend jaar niet meer in Nederland worden georganiseerd.'

Slide 16 - Open vraag