Hoofdstuk 4 Monniken en Ridders herhalen

Monniken en ridders
- Herhalen hoofdstuk 4.
- 4 Delen
- Karel de grote en Feodalisme
- Hofstelsel
- Monniken en missionarissen.
- De islam
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Monniken en ridders
- Herhalen hoofdstuk 4.
- 4 Delen
- Karel de grote en Feodalisme
- Hofstelsel
- Monniken en missionarissen.
- De islam

Slide 1 - Tekstslide

Karel de grote
- Karel de Grote
- Feodalisme
- Bestuurlijke indeling van de samenleving

Slide 2 - Tekstslide

Met welk systeem bestuurd Karel de grote zijn rijk?
A
Feodalisme
B
Leenstelsel
C
hofstelsel
D
Drieslagstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Leenstelsel
Beantwoord de volgende 3 vragen:
- Welke persoon zit in vakje A
- Welke personen on vakje B
- Welke personen in vakje C

Slide 4 - Tekstslide

Beantwoord de vragen van de vorige dia.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Heb je nog vragen over Karel de Grote

Slide 7 - Open vraag

4.2 Hofstelsel
- Domein.
- Economische indeling samenleving.

Slide 8 - Tekstslide

De baas van een domein is een?
A
hofmeier
B
Leenheer
C
Koning
D
Landheer

Slide 9 - Quizvraag

Boeren die werken op het domein worden ook wel ... genoemd
A
vazallen
B
Slaven
C
Soldaten
D
Horigen

Slide 10 - Quizvraag

Waarom gingen boeren wonen op het land van de leenheer
A
Het was niet meer veilig
B
De opbrengst van de oogst werd groter
C
Het land was goedkoper
D
voor bescherming

Slide 11 - Quizvraag

Het domein was Autarkisch, wat betekent dat?

Slide 12 - Open vraag

Heb je nog vragen over 4.2

Slide 13 - Open vraag

Monniken en missionarissen
- Christendom
- Verspreiding van het geloof.

Slide 14 - Tekstslide

Welk volk leefde in de middeleeuwen in Nederland
A
Friezen
B
Franken
C
Saksen
D
Hunnen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Waar geloofde dit volk in?
A
christendom
B
islam
C
natuurgodsienst
D
ze hadden geen geloof

Slide 17 - Quizvraag

Welk volk geloofde wel in het christendom. Hun koningen waren gedoopt
A
Friezen
B
Franken
C
Saksen
D
Hunnen

Slide 18 - Quizvraag

Wie is de hoofd van een klooster
A
Abt
B
Paus
C
dominee
D
Kardinaal

Slide 19 - Quizvraag

De Friezen werden bekeerd door deze personen
A
Missionarissen
B
Monniken
C
Paus
D
Franken

Slide 20 - Quizvraag

Het bekeren van volken tot het christendom heet
A
hedsrja
B
Kerstening
C
Hemelvaart
D
Paasviering

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

De mensen in de middeleeuwen leefden in standen. vul in A= B= en C= voor welke groep het gaat

Slide 23 - Open vraag

Heb je nog vragen over 4.3

Slide 24 - Open vraag

4.4 de islam
- Nieuw geloof

Slide 25 - Tekstslide

Welke profeet is het belangrijkste in de islam?
A
Mozes
B
Jezus
C
Mohammed
D
Abraham

Slide 26 - Quizvraag

Waar is de islam ontstaan?
A
Afrika
B
Het Midden-Oosten
C
Arabisch schiereiland
D
Europa

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Wanneer is het geloof ontstaan?
A
630
B
622
C
632
D
590

Slide 29 - Quizvraag

hoe heet de vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina?
A
kalief
B
Jihad
C
Hedsjra
D
Koran

Slide 30 - Quizvraag

Hoe kon het geloof na de dood van Mohammed zich snel verspreiden
A
De tegenstanders waren verzwakt door burgeroorlogen.
B
De Arabieren waren ruiters.
C
Iedereen die vecht voor het geloof komt in het paradijs
D
het geloof werd verspreid met veel boodschappers.

Slide 31 - Quizvraag

Heb je nog vragen over 4.4

Slide 32 - Open vraag

Kennen en kunnen
Feiten en meningen kunnen onderscheiden
Bronnen kunnen beoordelen op betrouwbaarheid
De begrippen uit je boek kunnen uitleggen
Weten wie de personen zijn uit je boek

Slide 33 - Tekstslide

Ben je klaar?
In je boek en werkboek de opdrachten maken waar je moeite mee had van paragraaf 1 t/m 4. Daarna 4.6 doornemen en de opdrachten daarbij maken

Slide 34 - Tekstslide