parodontologie

Periode 4 Lesweek 1 Tandvleesontsteking
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
parodontologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Periode 4 Lesweek 1 Tandvleesontsteking

Slide 1 - Tekstslide

Periode 4
Wat gaan we leren?

Slide 2 - Tekstslide

 Dentalect: Pak 41 module 2,  Pathologie  Hfdst 4 Tandvleesontstekingen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Waaraan herken je tandvleesontsteking
A
licht roze tandvlees
B
stipjes op het tandvlees
C
bloeding bij poetsen
D
tandvlees ligt strak om tanden/ kiezen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

wat zijn de kenmerken van ongezond tandvlees?

Slide 7 - Woordweb

gingivitis
Tandplak
De tandplak bestaat voor 70% uit bacteriën. Zeer kort na het poetsen begint het zich al te vormen. De bacteriën zijn afkomstig uit het speeksel. Het laagje plak wordt steeds dikker en de samenstelling van de bacteriën verandert. Na ongeveer 24 uur begint de plak schadelijk te worden. Een voorkeurslocatie waar de plak zich ophoopt is langs de randen van de tanden en kiezen met de gingiva.

Slide 8 - Tekstslide


A
afbeelding 2 geeft gezond tandvlees aan
B
afbeelding 3 geeft vergevorderde parodontitis aan
C
afbeelding 1 geeft parodontitis aan
D
afbeelding 4 geeft parodontitis aan

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het parodontium?

Een tand of kies staat niet los in de mond, maar wordt vastgehouden door omringend steunweefsel. Het totaal van steunweefsels wordt het parodontium genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

De wortels van de kies bevinden zich in het kaakbot. Tussen de wortel, bekleed met het wortelcement, en het kaakbot zit een spleet. In deze ruimte bevind zich het parodontaal ligament. Het ligament bestaat uit vezels, welke de tand of kies vasthouden in de kaak. Dat dit geen starre verbinding is, kan je voelen door een tand heen en weer te bewegen. Als het goed is moet de tand licht beweeglijk zijn.

Daarnaast zijn er ook vezels die vanuit de wortel en het bot rondom de tand of kies door de gingiva (tandvlees) heenlopen. Door dit netwerk van vezels krijgt de gingiva zijn stevigheid en ligt het strak tegen de tand of kies aan. Je zou het kunnen vergelijken met hoe de col van een coltrui aansluit rondom een nek. Hoe strak dit ook aansluit, er zit toch een smalle spleet tussen de gingiva en de tanden en kiezen. Deze spleet wordt de pocket genoemd en is in een gezonde situatie ondiep (niet dieper dan 3mm).

Slide 11 - Tekstslide

Uit welke structuren bestaat het parodontium?
A
Glazuur, dentine en pulpa
B
Kroon, tandhals en wortel
C
Tandvlees, parodontale ligamenten, cement en kaakbeen
D
Gehele tand en omliggende weefsel

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Situatie van gezond parodontium
De wortels van de kies bevinden zich in het kaakbot. Tussen de wortel, bekleed met het wortelcement, en het kaakbot zit een spleet. In deze ruimte bevind zich het parodontaal ligament. Het ligament bestaat uit vezels, welke de tand of kies vasthouden in de kaak. Dat dit geen starre verbinding is, kan je voelen door een tand heen en weer te bewegen. Als het goed is moet de tand licht beweeglijk zijn.

Daarnaast zijn er ook vezels die vanuit de wortel en het bot rondom de tand of kies door de gingiva (tandvlees) heenlopen. Door dit netwerk van vezels krijgt de gingiva zijn stevigheid en ligt het strak tegen de tand of kies aan. Je zou het kunnen vergelijken met hoe de col van een coltrui aansluit rondom een nek. Hoe strak dit ook aansluit, er zit toch een smalle spleet tussen de gingiva en de tanden en kiezen. Deze spleet wordt de sulcus/ pocket genoemd en is in een gezonde situatie ondiep (niet dieper dan 3mm).

Slide 14 - Tekstslide


A
3 = tandvlees 4 = wortelvlies
B
3 = wortel 4 = wortelvlies
C
3 = tandvlees 4 = cement
D
3 = tandvlees 4 = kaakbeen

Slide 15 - Quizvraag

Tandholte
Zenuw
Kaakbeen
Tandvlees
Cement
Bloedvat
Tandbeen
Glazuur
Wortelvlies

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Video

Etiologie van parodontale aandoeningen
(oorzaak)
Een parodontale aandoening is een aandoening van de steunweefsels van de gebitselementen.
Belangrijkste oorzaak: tandplaque 
aandoeningen: 
parodontale ontsteking
Parodontale afbraak


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Lokale/ exogene oorzaken
Oorzaken vanuit buiten het lichaam
tandplaque
tandsteen
micro-organisme
gewoonten
overige factoren

Slide 20 - Tekstslide

oorzaken parodontale aandoeningen
Exogene oorzaken:
TANDPLAQUE
70-80% bacteriën
Alleen door mechanische reiniging verwijderd worden
Ontstaat na twee uur op de pellicle
Predeliciteplaatsen

Slide 21 - Tekstslide

oorzaak parodontale aandoeningen
Door plaque langs de gingiva rand raakt de gingiva ontstoken
Bacteriën uit de plaque vormen giftige stoffen = toxines
Toxine komen in de sulcus terecht
Er ontstaat een ontstekingsreactie en een afweerreactie; deze zorgen voor weefselafbraak
Wanneer plaque niet wordt verwijderd,wordt het hard : tandsteen

Slide 22 - Tekstslide

Plaque wordt tandsteen door mineralen, kalkzouten uit het speeksel.


1. supragingivaal of speeksel tandsteen
2. subgingivaal of serum tandsteen

Slide 23 - Tekstslide

Supragingivaal of speekseltandsteen
1. boven het tandvlees
2. wit/geel
3. redelijk zacht
4. de mineralen zijn afkomstig uit speeksel
5. predilectieplaatsen : buccaal bovenmolaren en linguaal onderfront (bij de uitgangen van speekselklieren)

Slide 24 - Tekstslide

Subgingivaal of serumtandsteen
1. onder het tandvlees
. donker, zwart
3. hard
4. de mineralen zijn afkomstig uit het sulcus/pocketvocht = bloed
5. predilectieplaatsen : op elk vlak mogelijk, maar altijd onder het tandvlees

Slide 25 - Tekstslide

exogene aandoeningen
Micro-organismen (mondflora)
Streptococcus sanguinis hecht aan pellicle en produceert polysachariden
Aa, Pg en Pi (soorten bacteriën) 

Slide 26 - Tekstslide

exogene oorzaken
Gewoonten:
1. Tandenknarsen, nagelbijten, beroepsgewoonten
2. roken
3. mondademhaling

Slide 27 - Tekstslide

welke beroepsgewoonte kan een parodontale aandoening veroorzaken?
A
Een zanger door met open mond te zingen
B
een bakker door teveel in een zoete omgeving door te brengen
C
een tandarts door besmetting
D
een naaister door het afbijten van draden met haar tanden

Slide 28 - Quizvraag

oorzaken parodontale aandoeningen
Overige factoren:
Overhangende restauraties
Slechte contactpunten
Verdiepte pockets
Cariës
Furcaties(wortelsplitsingen)

Slide 29 - Tekstslide

Endogene factoren: (in het lichaam)
Slechte algemene conditie
Ziekten zoals diabetes, leukemie, aids, hart- en vaatziekten
Psychische factoren zoals stress
Erfelijkheid
Voedingsfactoren
Medicijngebruik zoals diphantoïne

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk: studievragen, deze gaan we de volgende les bespreken. 
1. Waardoor ontstaan de meeste parodontale aandoeningen?
2. Wat is het verschil tussen exogene- en endogene factoren?
3. Noem drie predelictieplaaten van tandplaque.
4. Wat is pellicle?
5. Welke stoffen zijn verantwoordelijk voor de afbraag van het parodontale weefsel?
6. Wat is het verschil tussen supragingivaal- en subgingivaal tandsteen?
7. Waar vind de meeste afzetting van supragingivaal tandsteen plaats?
8. Wat is mondflora?
9. Noem drie verschillende gewoonten die chronische afwijkingen aan het parodontium kunnen veroorzaken?
10. Noem vier voorbeelden van endogene factoren die parodontale aandoeningen veroorzaken.

Slide 31 - Tekstslide


Lesdoel bereikt?
Korte reactie!

Slide 32 - Woordweb

Slide 33 - Tekstslide