1G2 - di 19 maart 2024 - 1e, 2e, 3e, 4e uur - zere keel (lezen, trailer, woordenlijst, Disk online)

Goedemorgen klas 1G2!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 1G2!

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het?

Slide 2 - Tekstslide

Ik heb keelpijn
Dus ik ga vandaag minder praten. Anders kan ik de oudergesprekken niet meer voeren.
Jullie gaan vandaag dus veel zelfstandig werken.

Slide 3 - Tekstslide

Programma van vandaag
  • Lever je huiswerk in
  • 30 minuten lezen
  • Woordenlijst
  • trailer kijken van een film
  • DISK online

Slide 4 - Tekstslide

Lever het huiswerk in
Woordenlijst van DISK online:

Vertaal de woorden en schrijf de zinnen van het eerste deel

Slide 5 - Tekstslide

30 minuten lezen
  • Lees in je boek
  • Schrijf de woorden op die je niet kent. Zoek de vertaling op in het woordenboek.
  • Heb je het boek uit? Schrijf je mening over het boek op. Bijvoorbeeld:
    Ik vind het boek leuk, omdat...
    Ik vind het boek niet leuk, omdat...

Slide 6 - Tekstslide

Opruimen

- Leg je woordenlijst in je boek
- Eén leerling verzamelt alle boeken
- De leerling legt de boeken in de kast, achterin het lokaal

Slide 7 - Tekstslide

Woordenlijst
Wat is een goede zin?
- In elke zin staat een werkwoord
- De woorden staan in de goede volgorde

Vind je de volgorde moeilijk? Denk aan: Onderwerp - werkwoord - rest
                                                                                        Ik                    eet                een appel
Vind je de volgorde makkelijk? Gebruik voegwoorden! Bijvoorbeeld:
            Ik eet elke dag een appel, want ik vind appels lekker.

Slide 8 - Tekstslide

Woordenlijst
Voorbeelden

Slide 9 - Tekstslide

Woordenlijst
- Maak je woordenlijst af
- Vertalen van de woorden mag op de laptop
- De zinnen moet je zelf bedenken

Wie gaat de laptops halen?

Slide 10 - Tekstslide

Trailer
We gaan de trailer van een film bekijken.

Daarna maken jullie opdrachten in tweetallen bij de trailer.

Slide 11 - Tekstslide

Trailer

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht:
1. Waar gaat de film over?

2. Noem een ding dat je leuk lijkt aan de film en noem een ding dat je niet leuk lijkt.

3. Bedenk een vraag over het fragment.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld:
1. Waar gaat de film over? De film gaat over een jongen op een school. Hij leert magie.

2. Noem een ding dat je leuk lijkt aan de film en noem een ding dat je niet leuk lijkt. De lessen in magie lijken mij leuk. De spanning in de film lijkt mij niet zo leuk.

3. Bedenk een vraag over het fragment. Hoe heet de school waar de jongen magie leert?

Slide 14 - Tekstslide

We werken in tweetallen

Slide 15 - Tekstslide

Lees je opdrachten voor

Slide 16 - Tekstslide

DISK online

Slide 17 - Tekstslide

Om 22 uur ga ik naar bed

Slide 18 - Tekstslide

Om 7 uur kleed ik aan me

Slide 19 - Tekstslide

Om 7 uur kleed ik me aan

Slide 20 - Tekstslide

Hoe ziet je dag eruit?
- Schrijf op wat je doet op een dag
- Wat doe je 's ochtends?
- Wat doe je 's middags?
- Wat doe je 's avonds?
- Werk alleen

Wil je meer uitdaging? Begin met de tijd
(Om 10 uur...), gebruik wederkerende werkwoorden, gebruik verleden tijd.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ziet je dag eruit?
Voorbeeld slide van mijn dag

Verlengde instructie aan groep <A1: pictogrammen, voorbeeldzinnen

Slide 22 - Tekstslide

Spreken met elkaar
- We stellen vragen aan elkaar
- Welke vragen stel je elkaar?

We maken twee kringen.

Slide 23 - Tekstslide

Wat vind je van de les?
Het tempo = the pace


De les had een snel tempo (5)

De les had een langzaam tempo (1)


Slide 24 - Tekstslide

Wat vind je van de les?
De lesstof = de informatie die we hebben behandeld.

Vond je de lesstof moeilijk of makkelijk?


Slide 25 - Tekstslide

Nuttig

Een vaatwasser is een nuttig product. Het maakt de afwas doen een stuk sneller en makkelijker.

Slide 26 - Tekstslide

Nuttig =

hasznos

ጠቃሚ

 Корисний

Slide 27 - Tekstslide

begrijpen (ww)
  • weten wat iemand bedoelt
  • weten wat iets betekent
  • snappen

  • Ik begrijp het:

  • Ja, ik begrijp de informatie

  • Nee, ik begrijp de informatie niet

4

Slide 28 - Tekstslide

De inzet
De moeite die je doet. 

Mark doet zijn werk met veel inzet. Hij doet altijd zijn best.

Slide 29 - Tekstslide

De inzet
De moeite die je doet. 

elkötelezettség

ግዱስነት

зобов'язання

Slide 30 - Tekstslide

Wat vind je van de les?
Vul de enquête in en lever het in bij de docent

Slide 31 - Tekstslide