Nederlands 5 vwo Communicatie - Samenvatten en bronnen

Leerdoel
Je kunt een samenvatting van een tekst maken die past bij het doel dat je wilt bereiken.
Je weet hoe je relevante bronnen zoekt en hoe je de betrouwbaarheid van bronnen vaststelt.
Je weet waarom bronvermelding belangrijk is en hoe je bronnen correct vermeldt.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Je kunt een samenvatting van een tekst maken die past bij het doel dat je wilt bereiken.
Je weet hoe je relevante bronnen zoekt en hoe je de betrouwbaarheid van bronnen vaststelt.
Je weet waarom bronvermelding belangrijk is en hoe je bronnen correct vermeldt.

Slide 1 - Tekstslide

Tijdwinst en overzicht
- korte versie van een langer origineel
- hoofdzaken
- doel: tijdwinst en overzicht
- verschillende verschijningsvormen

Slide 2 - Tekstslide

In gesprekken
- samenvatten wat de ander heeft gezegd
- doel: 
1. controle of de boodschap is begrepen
2. overzicht
3. gesprek sturen

Slide 3 - Tekstslide

Soorten samenvattingen
1. informatieve samenvatting
- belangrijkste informatie uit het origineel
2. schematische samenvatting
3. synopsis
4. indicatieve samenvatting

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten
Lees de tekst op blz. 56. Bepaal:
- tekstsoort
- doel
- onderwerp
- hoofdgedachte

Slide 5 - Tekstslide

Wat heb je weggelaten?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de tekstsoort, het doel, het onderwerp en de hoofdgedachte?

Slide 7 - Open vraag

Opdracht
Maak een samenvatting van les 8 Bronnenonderzoek (module Communicatie), blz. 68/69 van je handboek.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Opdracht
Vat de tekst op blz. 160 t/m 162 (handboek) samen.
Doel van deze samenvatting is om tijd te besparen en overzicht te krijgen.
Maak de samenvatting op een apart blaadje. Jullie gaan elkaars samenvattingen vergelijken.

Slide 10 - Tekstslide

Samenvatting
1. Zijn alle hoofdzaken opgenomen?
2. Zijn alle begrippen duidelijk beschreven?
3. Is de tekst overzichtelijk?
4. Voor welke vorm is er gekozen?
5. Heeft die vorm jouw voorkeur? Waarom wel of waarom niet?
6. Noem een positief punt en een verbeterpunt.

Slide 11 - Tekstslide