H1.1 Stofeigenschappen

Stofeigenschappen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stofeigenschappen

Slide 1 - Tekstslide

Je leert in deze paragraaf...
... wat scheikunde is en wat je ermee kunt doen
... wat stoffen zijn en welke eigenschappen ze hebben
... rekenen met grootheden en eenheden 

Slide 2 - Tekstslide

Stofeigenschappen?

Slide 3 - Tekstslide

Stofeigenschappen

Iedere stof heeft, net als mensen, eigenschappen. Denk bijvoorbeeld aan de kleur van een stof. Aan de hand van deze eigenschappen kunnen we stoffen ook herkennen. 

Opdracht: Bedenk in tweetallen zoveel mogelijk stofeigenschappen. Noteer je antwoorden. Je krijgt hiervoor 3 minuten. Een aantal resultaten wordt klassikaal besproken.
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Welke stof is dit?
Geel 
Glimmend 
Geen corrosie 
Vast bij kamertemperatuur 
Smeltpunt van 1064 graden Celsius

Slide 5 - Tekstslide

Welke stofeigenschappen heeft een aardbei?

  • rood
  • zoet
  • (aardbeien)geur
  • vast bij kamertemperatuur

Slide 6 - Tekstslide

Geen stofeigenschappen
Wel stofeigenschappen
geur
kleur
oplosbaarheid
brandbaarheid
kookpunt
vorm
massa
temperatuur
volume

Slide 7 - Sleepvraag

Een stof herken je aan de stofeigenschappen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Stofeigenschappen zijn:
A
geur,kleur,massa,
B
fase,geur,kleur
C
kookpunt,smeltpunt, kleur
D
fase,geur,smaak

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen stofeigenschap?
A
Kleur
B
Fase bij kamertemperatuur
C
Corrosiebestendigheid
D
Massa

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de stofeigenschappen van koffie?
A
Temperatuur en smaak
B
Smaak en kleur
C
Kleur en temperatuur
D
Kleur en prijs per kilo

Slide 11 - Quizvraag

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 12 - Tekstslide

Dichtheid
gram/cm3
     of
kilogram/m3


dichtheid=(volume)(massa)

Slide 13 - Tekstslide

Eenheden en grootheden
Grootheid = eigenschap die je kunt meten
bijvoorbeeld massa en volume

Eenheid = de maat waarmee je een grootheid meet
bijvoorbeeld kilogram voor massa
of liter voor volume

Slide 14 - Tekstslide

Omrekenen

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel gram is 1 kg?
A
100
B
10
C
1000

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel kg is 500 milligram?
A
0,5
B
0,0005
C
5

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel dm3 zit er in 2 liter?
A
2
B
20
C
0,2

Slide 18 - Quizvraag

Dichtheid berekenen
In een beker met zout is 260 gram zout aanwezig. Dit zout neemt een volume in van 118 cm3
Bereken de dichtheid van het zout in g/cm3 (2 decimalen)
dichtheid=(volume)(massa)

Slide 19 - Tekstslide

Dichtheid berekenen
In een beker met zout is 260 gram zout aanwezig.
Dit zout neemt een volume in van
118 cm3
Bereken de dichtheid van het zout in g/cm3 (2 decimalen)


 
dichtheid=(volume)(massa)
dichtheid=118260=2,20

Slide 20 - Tekstslide

Dichtheid berekenen
Een baksteen van 1400 gram neemt een volume in van 778 mL
  1. Bereken de massa in kilogram
  2. Bereken het volume in m3
  3. Bereken met de uitkomst van vraag 1 en vraag 2 de dichtheid van de baksteen in kg/m3
Antwoord vraag 3 in 1  decimaal

Slide 21 - Tekstslide

Dichtheid berekenen
  1. 1400 gram is 1,40 kilogram
  2. 778 mL is 0,778 x 10-3 m3 

dichtheid=0,7781031,40=1799,5

Slide 22 - Tekstslide

Noem 2 dingen die je geleerd hebt deze les

Slide 23 - Open vraag

En nu...
Pak je boek erbij en begin/ga verder met hoofdstuk 1

HW = opdrachten §1.1 en §1.2

Slide 24 - Tekstslide