Winkelformule-levenscyclus-porter
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waaruit bestaat de winkelformule?
Slide 4 - Woordweb
Welke doelstelling is SMART geformuleerd?
A
Ik ga volgend jaar in april en mei meer omzet maken
B
De omzet van al mijn winkels moet 4% stijgen
C
In april moet de broodafdeling 6% meer marge maken t.o.v. vorig jaar april
D
In mei van dit jaar wil ik 80% meer kaas verkopen dan vorig jaar
Slide 5 - Quizvraag
Tot welk retailinstrument behoort de inrichting van de winkel?
A
Prijs
B
Promotie
C
Personeel
D
Presentatie
Slide 6 - Quizvraag
Welk marketinginstrument is het meest flexibel
A
Personeel
B
Prijs
C
Plaats
D
Product
Slide 7 - Quizvraag
Welke marketingmix is ontwikkelt vanuit de gedachte van de consument?
A
De 4 P's
B
De 6 P's
C
De 4 C's
D
Het SIVA model
Slide 8 - Quizvraag
Welke 4 p's vind je terug in het 4C en het SIVA model?
A
Personeel, Plaats, Promotie, Prijs
B
Promotie, Prijs, Plaats, Product
C
Presentatie, Personeel, Prijs, Promotie
D
Prijs, Plaats, Product, Personeel
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hoe kan Blokker zich op een andere manier onderscheiden t.o.v. Action dan op prijs?
