Blok 1 lezen les 2 (opdracht 4 tm 6) SLR

Lezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van vandaag:

Aan het eind van deze les :
- ken je de verschillende leesmanieren
- weet je wat een onderwerp en een deelonderwerp is
- weet je wat alinea's, tussenkopjes en titels zijn

Slide 2 - Tekstslide

welke leesmanieren ken je?

Slide 3 - Woordweb

Er zijn drie leesmanieren: 
1. verkennend lezen
2. grondig lezen
3. zoekend lezen 

Slide 4 - Tekstslide

Verkennend lezen
Dit doe je als je de inhoud van de tekst nog beter wil weten. 

- Lees de eerste en laatste zinnen van de tekst. 
- Bekijk de bron. 
- Bekijk afbeeldingen. 

Slide 5 - Tekstslide

samen even oefenen... 

Als je een tekst verkennend hebt gelezen, kun je in een paar woorden aangeven wat het onderwerp van de tekst is. 

Lees de tekst hiernaast verkennend en beantwoord de volgende vragen: 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
gymles
B
ongelukken tijdens de gymles
C
toename ongelukken tijdens het sporten
D
sporten tijdens de gymles.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de bron van de tekst?
A
nos.nl
B
nu.nl
C
de Volkskrant
D
het sportmagazine

Slide 8 - Quizvraag

grondig lezen
Soms moet je de tekst helemaal begrijpen. Bijvoorbeeld bij een toets of werkstuk. 

- lees de tekst goed.
- markeer de woorden waarvan je de betekenis niet kent.

Slide 9 - Tekstslide

Zoekend lezen

Je leest alleen het stukje tekst dat je nodig hebt. Dit doe je wanneer je iets op wilt zoeken in een tekst, bijvoorbeeld:

  • prijs van een kaartje;
  • hoe laat een programma begint


HOE?

  1. titels en tussenkopjes bekijken;
  2. anders gedrukte woorden;
  3. opvallende tekens.

Slide 10 - Tekstslide

Deelonderwerpen
Een deelonderwerp is een stukje van een tekst wat gaat over een onderdeel van de tekst. Het stukje tekst over het deelonderwerp noem je ook wel 'alinea'. 
bijvoorbeeld: 
De hele tekst gaat over het bakken van taarten. 
Een deelondewerp kan zijn: 'chocoladetaarten'. 
een ander deelonderwerp kan zijn: 'het beslag.' 

Slide 11 - Tekstslide

Tussenkopje
Boven een alinea kan een tussenkopje staan. 
Een tussenkopje geeft aan waar de alinea over gaat. 


Slide 12 - Tekstslide

'Het regende al weken. De weerman had ook geen ander verhaal. Het regent, en het zal voorlopig blijven regenen in Nederland. Jammer van de vakantie. Wel fijn voor de bloemetjes. Janneke baalde. Nu kon ze ook geen dagje strand plannen met haar vriendinnen. Of gaan chillen in het zwembad. De regen gooide mooi roet in het eten.'

Bedenk een tussenkopje voor het stukje tekst hierboven.

Slide 13 - Open vraag

Bedenk 3 deelonderwerpen bij een tekst over voetbal.

Slide 14 - Woordweb

Wat is hetzelfde als een 'alinea'
A
de titel van de tekst
B
het onderwerp van de tekst
C
het deelonderwerp van de tekst
D
de tussenkopjes van de tekst.

Slide 15 - Quizvraag

Huiswerk
Maak opdracht 4 - 5- 6 
op blz 39 tm 42

Dit is huiswerk voor de volgende les. 

Slide 16 - Tekstslide