KB/B1 Nederlands Lezen Blok 6

Wat gaan we deze les doen?

Deze theorie en opdrachten gaan over LEZEN BLOK 6.

Heel veel succes!!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?

Deze theorie en opdrachten gaan over LEZEN BLOK 6.

Heel veel succes!!

Slide 1 - Tekstslide

WEEKTAAK Week 10

Lezen Blok 6 

Maken opdrachten 32, 33 en 35

Slide 2 - Tekstslide

3 leesmanieren
1. Verkennend lezen
2. Zoekend lezen
3. Grondig lezen 

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Zoekend lezen

Slide 5 - Tekstslide

Waar denk je aan bij zoekend lezen?

Slide 6 - Woordweb

Zoekend lezen
- Je zoekt gericht naar informatie die je nodig hebt
- Je leest niet de hele tekst

Slide 7 - Tekstslide

Zoekend lezen
- Bekijk de titel en tussenkopjes.
- Kijk naar de anders gedrukte woorden.
- Let op opvallende tekens, tabellen, grafieken en afbeeldingen.

Slide 8 - Tekstslide

Moet je de hele tekst lezen bij zoekend lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Misschien

Slide 9 - Quizvraag

Bij zoekend lezen kijk je naar de titel en de tussenkopjes.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat weet je nu over zoekend lezen?

Slide 11 - Woordweb

Zoekend lezen
Als je in een tekst het antwoord op een vraag zoekt, 
ga je zoekend lezen
Je leest dan niet de hele tekst, maar kijkt de tekst snel door. 

Je let op de tussenkopjes en op anders gedrukte woorden. Die kunnen je helpen het antwoord snel te vinden.


 

Als je een woord leest dat je niet begrijpt, is je eerste stap:

Slide 12 - Tekstslide

Grondig lezen
Als je een tekst helemaal wilt begrijpen dan ga je deze grondig lezen. Je leest de tekst helemaal goed door, omdat je meer wilt weten over het onderwerp. 
Moeilijke zinnen lees je extra aandachtig. 

Als je een tekst grondig gelezen hebt, kun je vragen 
over de tekst beantwoorden.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen
zoekend lezen en grondig lezen?

Slide 14 - Woordweb

Je leest een spannend fictieboek
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
grondig lezen

Slide 15 - Quizvraag

Als je in een advertentie het telefoonnummer van de fabrikant probeert te ontdekken, dan heet dat....
A
zoekend lezen
B
grondig lezen
C
verkennend lezen

Slide 16 - Quizvraag

Je wil de tekst helemaal begrijpen. Welke leesmanier gebruik je?
A
Verkennend lezen
B
Zoekend lezen lezen
C
Grondig lezen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Leesplan
  1.  Verkennen – voor het lezen
-Lees de titel en de kopjes.
-Bekijk de plaatjes.
-Lees de eerste zinnen.
-Voorspel waar de tekst over gaat.
-Wat weet je al van het onderwerp?

Slide 19 - Tekstslide

Bij verkennend lezen, lees je de tekst:
A
Helemaal
B
gedeeltelijk

Slide 20 - Quizvraag

Wat hoort bij verkennend lezen?
A
Kijken naar de plaatjes
B
Titel lezen
C
Bron bekijken
D
Signaalwoorden onderstrepen.

Slide 21 - Quizvraag

Alinea's en tussenkopjes
Een tekst is verdeeld in stukjes: alinea’s.
In elke alinea wordt iets anders verteld over het onderwerp. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Vaak staat er tussen alinea’s een witregel.

Slide 22 - Tekstslide

Alinea's en tussenkopjes
Boven een alinea of een groepje alinea’s kan een tussenkopje staan. 

Een tussenkopje geeft aan waar de alinea of het groepje alinea’s over gaat.

Slide 23 - Tekstslide

Wat hoort bij verkennend lezen?
A
titel, tussenkopjes, inleiding
B
titel, plaatje, bron, inleiding
C
titel, tussenkopjes, inleiding, bron, plaatjes
D
titel, tussenkopjes, bron, inleiding

Slide 24 - Quizvraag

Wat weet je nu over
verkennend lezen?

Slide 25 - Woordweb

Inleiding – middenstuk – slot 
Een goede tekst bestaat uit drie delen: een inleiding, een middenstuk en een slot.


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Leesmanieren
Je hebt dus drie leesmanieren:

-verkennend lezen
-zoekend lezen
-grondig lezen

In deze les leer je wanneer je welke manier gebruikt.


Slide 28 - Tekstslide

WEEKTAAK Week 10

Lezen Blok 6 

Maken opdrachten 32, 33 en 35

Slide 29 - Tekstslide