In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Ethiek
Godsdienst
5-4-2022
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
- Bespreken opdracht 7
- Terugblik
- Stof
- Video
- Opdracht
- Bespreken
Slide 2 - Tekstslide
Persoonlijke of groepsmoraal? Abortus is moord en moet wettelijk verboden worden
A
Persoonlijke moraal
B
Groepsmoraal
Slide 3 - Quizvraag
Homoseksuelen mogen voor de wet met elkaar trouwen.
A
Persoonlijke moraal
B
Groepsmoraal
Slide 4 - Quizvraag
Alle experimenten met dieren moeten verboden worden.
A
Persoonlijke moraal
B
Groepsmoraal
Slide 5 - Quizvraag
Mensen mogen niet gemarteld worden
A
Persoonlijke moraal
B
Groepsmoraal
Slide 6 - Quizvraag
Overheid en moraal
Overheid heeft een belangrijke taak om een goede/ rechtvaardige samenleving in stand te houden.
In 1848 kwam er in Nederland een nieuwe grondwet. Deze legde het 'nieuwe normaal' van de 19de eeuw op die we tot op de de dag van vandaag nog aanhouden.
Slide 7 - Tekstslide
Het 'nieuwe' normaal
Een nieuwe grondwet maar daarin:
- Scheiding der machten (trias politica)
- Scheiding van kerk en staat (vrijheid van godsdienst art. 6, gelijke behandeling art. 1)
Slide 8 - Tekstslide
Mag dat? Mag een rechter een kruisje dragen op haar toga?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Mag de overheid het dragen van keppeltjes, hoofddoeken en andere godsdienstige symbolen op straat verbieden?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Mag een gemeente het luiden van kerkklokken om op te roepen voor de dienst verbieden?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Mag een burgermeester van een grote stad Moslim zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Spanning tussen grondrechten
Er zitten grenzen aan grondrechten. Bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
Spanning tussen grondrechten
Leg de spanning tussen artikel 1 (gelijkheid) en artikel 6 (godsdienstvrijheid) uit met behulp van een voorbeeld. Beschrijf het probleem en beschrijf ook welke personen/groepen betrokken zijn. Zie blz. 48