leerlijnen challenge deel 2

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke leerlijn heb jij gekozen?

Slide 2 - Open vraag

Leerlijnen
Balanceren (balanceren, rijden, glijden, acrobatiek)
Klimmen(klauteren, touwklimmen)
Zwaaien(schommelen, hangend zwaaien, steunend zwaaien)
Over de kop gaan (Over de kop gaan)
Springen (vrij springen, steunspringen, loopspringen, touwtje springen, ver- en hoogspringen)
Hardlopen

Slide 3 - Tekstslide

Leerlijnen vervolg
Mikken (werpspelen, mikken)
Jongleren (werpen en vangen, soleren, retourneren)
Doelspelen (keeperspelen, lummelspelen, sportspelen
Tikspelen (tikkertje, afgooispelen, honkloopspelen
Stoeien (stoeispelen)
Bewegen op muziek (bewegen n.a.v. tempo, bewegen n.a.v. starten en stoppen, dansen)

Slide 4 - Tekstslide

Balanceren
1/2: gaan over recht vlak - gaan over balanceer vlak met hindernis
3/4: gaan over schuin vlak - gaan over schuin vlak met hindernissen
5/6: gaan over half instabiel vlak - elkaar passeren - voortbewegen op rollend vlak (ton of bal)
7/8: gaan over instabiel vlak - elkaar passeren - rollend vlak schuin omhoog of omlaag

Uitbouw:
Breed/smal, kort/lang, laag/hoog, horizontaal/schuin, recht/rond, zonder/met obstakels, stabiel/labiel, schuifelen/voetlos, onregelmatig/regelmatig tempo, met hulp/zonder hulp, wel/niet omdraaien, alleen/samen. 

Slide 5 - Tekstslide

voorbeelden
lopen over een balanceer vlak 
lopen met iets op hoofd
zitten op iets en dan voortbewegen (fiets, slee, skateboard, oxboard, eenwieler, driewieler, step, kar, skeeler, glijbaan, schaats, medeleerling)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Mikken
1/2: mikken in groot horizontaal doel, werpen door verticaal doel met gaten, rollen tegen een doel 
3/4: mikken in een lage grote korf, werpen tegen verticaal doel, werpen vanuit verschillende richtingen in horizontaal doel, rollen in een liggende hoepel
5/6: mikken op een hoog doel, schoppen tegen verticaal doel, rollen naar klein doel (jeu de boule)
7/8: mikken op doel onder druk (wedstrijd) schoppen tegen doel, slaan met stick in doel (midgetgolf)

Slide 8 - Tekstslide

Mikken
Wijzigen in :
afstand (ver, dichtbij, schuin)
Het doel (groot, klein, hoog, laag, horizontaal, verticaal)
Manier van gooien/schoppen o.id.. 
Voorwerp waarmee je gooit (groot, klein, stuiterig, niet stuiterig)

Slide 9 - Tekstslide

UItbouw mikken
simpel naar moeilijk gooivoorwerp
groot naar klein doel
klein naar grote afstand doel
horizontaal naar verticaal doel (ertegen/erin)
weinig naar grote precieze kracht
breed naar smal
hand naar voet
rustig naar onder druk

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide