Bewegingsonderwijs Corona Online inhaal

• Bewegingsonderwijs
• HBO
• Studiejaar 1

Flex BO

Online inhaalles

Login, liefst op je telefoon

Aan

Starten met bewegen

- Op het rad staan letters

- Zoek zo snel mogelijk een 

voorwerp dat begint met deze

letter

Herhalingsvragen:
Waar staat de afkorting VLAP voor?

Waar staat de afkorting PAD voor?

Benoem de 3 organisatievormen van een les bewegingsonderwijs

Wanneer kan je kijkwijzer inzetten?

Welke reguleringsdoelen zijn er?

Gemiste stof

- Doelen omschrijven van de verschillende leerlijnen

- Kijkwijzer toepassen op de Hogeschool 

- Gestructureerde wissel inclusief feedforward

- Differentiatie 

- Herkennen leerhulp

- Positie in de zaal 

- Kwaliteiten docent bewegingsonderwijs

Voorbeeld Leeruitkomst 

Filmpje Voltijd lijkt op jullie leeruikomst 

Wie hebben er al fragmenten gemaakt?

Bij meer dan 4 studenten, groepen uit elkaar om elkaar van feedback te voorzien.

Minder dan 4 studenten, centraal bespreken.

Welke kwaliteiten zou een docent moeten hebben die een les bewegingsonderwijs geeft aan de kleuters

Voorwaarde kwalitatieve les bewegingsonderwijs

- Leerlingen verschillen enorm in niveau 

- Geen uniforme leerroute

- Rijke leeromgeving creëren voor alle niveaus

- Als docent stimuleer je de kinderen om keuzes te maken en grenzen te verleggen 

- Dit doe je voor alle kinderen, sterke beweger, mindere beweger of een gemiddelde beweger

- Maatwerk is noodzakelijk (kans op exclusie is groter)

- Geef leerlingen de ruimte om ook op eigen wijze te bewegen en te ontdekken 

Exclusie voor uitvallende kinderen bij een beweeguitdaging. Er zijn grotere zichtbare drempels binnen het bewegingsonderwijs zorg datje deze inziet en ondersteund waar nodig. Dit kan d.m.v stimulans of organisatie.

Reguleringsdoelen 

In break out rooms

Elk groepje krijgt een 2 cluster lessen en beschrijft voor ieder vak verschillende reguleringsdoelen. 

Pitch aan de groep hoe en waarom. 

Elke leerlijn heeft bewegingsthema's

Balanceren -->                    Rijden, Glijden, Acrobatiek en Balanceren 

Klimmen -->                         Klauteren en Klimmen

Zwaaien -->                          Schommelen, Hangend zwaaien en Steunend zwaaien

Over de kop gaan -->       Over de kop gaan  

Springen -->                         Vrije sprongen, Steun springen, Loopspringen, Touwtje springen en ver- hoogspringen

Hardlopen -->                      Hardlopen 

Mikken -->                             Wegspelen en Mikken 

Jongleren -->                       Werpen en Vangen, Soleren en Retourneren 

Doelspelen -->                     Keeperspelen, lummelspelen, aangepaste sportspelen 

Tikspelen -->                        Afgooispelen, Honkloopspelen en Tikspelen 

Stoeispelen -->                   Stoeispelen 

Bewegen op muziek -->  Tempo van de muziek, Vorm van de muziek en Dans uitvoeren

Kort toelichten leerlijnen en bewegingsthema's.

Verschil tussen klauteren en klimmen. Klauteren doe je op vaste punten en klimmen doe je zonder vaste punten. 

Vrije sprongen, rechte sprongen vanuit een trampoline. Steun springen waarbij een kind na een sprong steunt op een vlak. Loopsprongen over spullen heen.

Wegspelen = hard gooien, verschil in voetenstand met mikken. Mikken doe je met hetzelfde been voor als waar het voorwerp in wordt vastgehouden.

Doelstellingen bewegingsonderwijs

Voordat de beweegthema's worden ingezet formuleer je het doel per thema. Formuleer het doel op leerkrachtniveau. Een doel op leerkrachtniveau zorgt voor kennis en daardoor begrijp je beter waarom je de activiteit organiseert. 

Voorbeeld, Over de kop gaan:

De kinderen kunnen aan het einde van de les een koprol waarbij ze schouderbreedte staan en hun handen tussen de voeten plaatsen. Door het lichaamszwaartepunt naar voren te bewegen en te kijken naar de buik rolt het kind over de kop en land op zijn rug. Differentieer in snelheid waardoor het mogelijk wordt om na de rol door te kunnen rollen en weer op te staan.

Voorbeeld, Balanceren:

De kinderen kunnen aan het einde van de les balanceren over een smalle balk van 15cm breed en 30cm hoog waarbij ze hun handen houden als een vliegtuig om balans te houden. De ene voet stapt over de andere voet heen waarbij balansverstoring ontstaat. Aan het einde van de balk stapt het kind van de balk af. Differentieer door de snelheid aan te passen en tempverstoringen toe te passen tijdens het balanceren over de balk.

Werkvorm formuleren doelstellingen

De groep gaat in 5-tallen uiteen. 

Elke groep formuleert 3 doelstellingen doe dit aan de hand van onderstaand schema 

Groep 1 --> Rijden, Klimmen en Tempo van de muziek

Groep 2 --> Glijden, Hardlopen en Soleren 

Groep 3 --> Retourneren, schommelen en stoeien 

Groep 4 --> Tikspel, Afgooispel en loopspringen 

Groep 5 --> Acrobatiek, steunend zwaaien en dans uitvoeren 

Groep 6 --> Hangend zwaaien, vangen en touwtje springen

Korte evaluatie van de lessenreeks
Laat eerlijk en oprecht weten hoe je de lessen hebt ervaren, geef waar mogelijk tips en tops

Vragen

Als jullie vragen hebben schroom dan niet om met mij contact op te nemen!

Hartstikke bedankt voor jullie actieve deelname en veel plezier met de opleiding!