Quizz na les 8 - over zwanger, moeder en kind

Quizz na les 8 - over zwanger, moeder en kind
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quizz na les 8 - over zwanger, moeder en kind

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de eerste dag van de vrouwelijke hormooncyclus??
A
1e dag NA menstruatie
B
1e dag waarop de menstruatie start.
C
de dag van de ovulatie

Slide 2 - Quizvraag

Welk hormoon zorg voor de eisprong (= ovulatie)?
A
LH
B
FSH
C
oestrogeen
D
progesteron

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

wat zijn de eerste symptomen
van zwangerschap?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Hoe lang duurt de embryonale fase?
A
3 dagen
B
11 dagen
C
8 weken
D
11 weken

Slide 7 - Quizvraag

Na hoeveel weken beging de foetus te bewegen?
A
3 weken
B
8 weken
C
12 weken
D
20 weken

Slide 8 - Quizvraag

In welk trimester vindt de meeste groei plaats van de foetus?
A
eerste trimester
B
2e trimester
C
3e trimester
D
4e trimester

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

zwanger/moeder zijn notatie
G = gravida, zwangerschappen
P = para, bevallingen
M = mater, aantal levende kinderen. 

Slide 11 - Tekstslide

wat betekent de term 'primigravida'?
A
eerste dag van de zwangerschap
B
vrouw die voor het eerst zwanger is
C
eerste geboorte van een kind
D
eerste ontwikkeling van weeën.

Slide 12 - Quizvraag

Notatie bij een vrouw:
G2 P2 M3.
Hoe kan dat?

Slide 13 - Woordweb

Notatie bij een vrouw:
G4 P3 M3.
Hoe kan dat?

Slide 14 - Woordweb

Notatie bij een vrouw:
G3 P3 M2.
Hoe kan dat?

Slide 15 - Woordweb

welke problemen 'tijdens de zwangerschap' heb je onthouden?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Stelling: hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap kan leiden tot orgaan falen
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

PE (pre-eclampsie) wordt gekenmerkt door: weinig bloedplaatjes, verhoogde leverenzymen, eiwit in de urine, een epilepsie
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Wat is hyperemesis gravidarum?

Slide 20 - Open vraag

Welk van onderstaande is een complicatie van HELPP syndroom
A
abortus
B
ontwikkelingsstoornis
C
orgaanfalen
D
epilepsie

Slide 21 - Quizvraag

wat betekent het dat een baby a terme geboren wordt?
A
de temperatuur is te hoog bij de geboorte
B
precies op de uitgerekende tijd
C
de temperatuur bij de geboorte is te laag
D
tussen 37-42 weken zwangerschap.

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn braxon hicks contracties?
A
de start van de bevalling
B
'oefen' weeen
C
pathologische contracties
D
de hik, doordat de baby op het middelrif drukt

Slide 23 - Quizvraag

Wat wordt hier afgebeeld in het plaatje?
A
Foetus in 3e trimester
B
hoofdligging
C
stuitligging
D
HELLP syndroom

Slide 24 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de kraamperiode?
A
de eerste 6 weken na de bevalling
B
de eerste dagen na de bevalling
C
de duur dat moeder in bed blijft na de bevalling
D
de duur dat moeder niet hoeft te werken na een bevalling

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn aandachtspunten in de kraamperiode?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

welke leeftijd heeft een 'zuigeling'?
A
0-1 jaar
B
1-2 jaar
C
2-4 jaar
D
4-6 jaar

Slide 28 - Quizvraag

wat is de gemiddelde lengte van een baby bij de geboorte?
A
30-40 cm
B
37-42 cm
C
40-45 cm
D
46-54 cm

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide