7.2 Kunnen we vrij handelen?

7. Nederland handelsland
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7. Nederland handelsland

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de juiste afbeelding naar import of export
IMPORT
EXPORT
Een Nederlander koopt een Duitse auto​
Een Amerikaan bezoekt het Rijksmuseum​
Een Nederlander gaat op wintersport​
Een Nederlander verkoopt een Fries Paard aan een Duitser​
Een Nederlands bedrijf bergt een gezonken Italiaanse veerboot
Waar gaat het geld heen?

Export: geld komt naar Nederland
Import: Geld betalen we aan het buitenland

Dit moet je kunnen voor de toets!!

Slide 2 - Sleepvraag

7.2 Kunnen we vrij handelen?
  • Ik kan uitleggen wat protectionisme is.
  • Ik kan verklaren waarom er handelsbelemmeringen zijn.
  • Ik kan voorbeelden geven van 4 verschillende handelsbelemmeringen.
  • Ik kan beargumenteren of er in de Europese Unie sprake is van vrijhandel.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is wederuitvoer?
A
goederen aan een ander land verkopen
B
goederen importeren en dan doorverkopen aan het buitenland
C
Een protectiemaatregel om import tegen te gaan
D
Goederen verkopen aan het buitenland die in Nederland gemaakt zijn

Slide 4 - Quizvraag

Vrijhandel en protectie
Binnen de EU is er vrijhandel.
Buiten de EU wil Europa eigen economie beschermen met  protectiemaatregelen.

Wereldwijd zijn er meer afspraken tussen bepaalde landen : vrijhandelszones

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn protectiemaatregelen?
A
De overheid beschermt de eigen economie
B
De overheid beschermt de economie van een ander land
C
De overheid vergoedt beschermingsmaatregelen
D
De overheid belast beschermingsmaatregelen

Slide 6 - Quizvraag

Vrijhandel
  • Vrij verkeer van:
  • Goederen
  • Diensten
  • Personen
  • Kapitaal

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een nadeel van vrijhandel?
Wat is een voordeel van vrijhandel?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
Een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
Een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren

Slide 9 - Quizvraag

Protectiemaatregelen
Internationale arbeidsverdeling

Slide 10 - Tekstslide

Wat is geen protectiemaatregel?
A
accijns heffen
B
contingentering
C
invoerrechten heffen
D
exportsubsidies

Slide 11 - Quizvraag

Contigentering betekent ...
A
Heffingen toevoegen op ingevoerde producten zodat deze duurder worden
B
Subsidie geven aan exporterende bedrijven zodat die hun producten goedkoper kunnen verkopen
C
Een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd
D
Import en export met een bepaald land verbieden

Slide 12 - Quizvraag

Invoerrechten/importheffingen zorgen er voor dat ..
A
Er helemaal geen producten meer mogen worden ingevoerd.
B
Er een maximaal aantal producten worden ingevoerd.
C
Producten makkelijker aan het buitenland worden verkocht.
D
Producten vanuit het buitenland duurder worden wanneer ze de EU binnenkomen.

Slide 13 - Quizvraag

Internationale arbeidsverdeling
Een gevolg van globalisering is een toename 
van de internationale arbeidsverdeling: 

Internationale arbeidsverdeling = een product wordt 
gemaakt en geëxporteerd door het land dat 
dit het beste en goedkoopste kan.​

Slide 14 - Tekstslide

Internationale arbeidsverdeling

Slide 15 - Tekstslide

Internationale arbeidsverdeling is:
A
Elk land produceert waar hij goed en goedkoop in is.
B
Elk land produceert hetzelfde product
C
Er komen steeds meer gastarbeiders
D
De werkeloosheid neemt toe

Slide 16 - Quizvraag

- Wereld Handelsorganisatie
- Doel: de vrije handel bevorderen
- Helpt landen bij het maken van onderlinge afspraken over het afschaffen van protectiemaatregelen


WTO

Slide 17 - Tekstslide

Waar staat WTO voor?
A
World Traffic Organisation
B
World Tourist Organisation
C
World Trade Organisation
D
World Transition Organisation

Slide 18 - Quizvraag

De WTO heeft een akkoord bereikt over meer vrijhandel. De EU gaat daarom de protectiemaatregelen aanpassen. Wat voor maatregelen kan de EU nemen? 
1. De invoerrechten van de EU moeten
2. De importquota van de EU moeten 
3. De exportsubsidies van de EU moeten
Stijgen
Stijgen
Stijgen
Dalen
Dalen
Dalen

Slide 19 - Sleepvraag

De WTO ...
A
streeft het terugdringen van vrijhandel na
B
streeft vrijhandel na
C
streeft gedeeltelijke vrijhandel na

Slide 20 - Quizvraag

Interne markt
  • Lidstaten horen bij de EU.
  • Economische samenwerking 

  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

INTERNE MARKT

Slide 21 - Tekstslide

kenmerken interne markt
Binnen de EU is er:






Slide 22 - Tekstslide

Samengevat 
Interne Markt
  • Lidstaten horen bij de EU.
  • Economische samenwerking 

  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

Oftewel vrijhandel in de eu

Slide 23 - Tekstslide

Verdieping; Vrijhandel
Herhaling --> Er zijn geen onderlinge handelsbelemmeringen binnen de EU. 
(zie par 7.2)
 
Landen die geen lid zijn van de EU hebben dit voordeel niet.

Door vrijhandel tussen de EU-landen is er meer import en export tussen de lidstaten
En dus meer concurrentie.

Slide 24 - Tekstslide

Vrijhandel en concurrentie
Oneerlijke concurrentie; 
- verschillende regels en wetten
- Eigen BTW tarief (oneerlijke concurrentie)

De EU wilt samen deze oneerlijke onderlinge concurrentie tegen gaan door
alle regels van alle lidstaten gelijk te trekken. (=harmonisatie)

Om zo de interne markt , daarmee de vrijhandel  te stimuleren en voor  eerlijke  concurrentie  te zorgen. 

Slide 25 - Tekstslide

De EU heeft een interne (gemeenschappelijke) markt. Wat hoort er niet bij?
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van machines
D
Vrij verkeer van kapitaal

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag

7.3 Nederland en de EU
Opdrachten 1 t/m 4


Slide 27 - Tekstslide