§2.2 Industriële Revolutie - Histoclips

De industriële samenleving in Nederland

§2.2 Nederland industrialiseert
In deze kun je 14 punten verdienen
Hierna: dia 10 tijdvakken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De industriële samenleving in Nederland

§2.2 Nederland industrialiseert
In deze kun je 14 punten verdienen
Hierna: dia 10 tijdvakken

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 8: Burgers & Stoommachines (1800-1900)
Hierna: woordenweb.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf enkele woorden op waar jij aan denkt bij tijdvak 8 Burgers & Stoommachines:

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk het filmpje: Stoomschepen - Industriële Revolutie – Games at school (1:05) op de volgende dia.

Opdracht: Hoe kun je zien dat deze game over de Industriele Revolutie gaat? 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Bekijk de afleving over de Industriele Revolutie (Histoclips).
Tussendoor kun je in totaal 12 punten verdienen!
Bekijk de afleving over de Industriele Revolutie (Histoclips).
Tussendoor kun je in totaal 12 punten verdienen!
Leerdoelen

Aan het eind:
1. kun je de belangrijkste uitvinding benoemen die de industriele revolutie heeft veroorzaakt;

2. weet je te verwoorden hoe de arbeidsomstandigheden waren in de fabriek

3. kun je 1 reden opnoemen waarom jij graag tijdens de industriele revolutie zou willen leven (in plaats van nu)
Hierna: uitleg samenvattingsopdracht.

Slide 7 - Tekstslide

Samenvattingsopdracht.

Je gaat zo meteen een filmpje bekijken van ± 13 minuten.
Tijdens het filmpje maak je een samenvatting in Word die 250 a 275 woorden lang is. 

Er zijn drie eisen:
1. de woorden oorzaak en gevolg moeten beiden 2x terugkomen in jouw samenvatting. 
2. De volgende woorden gebruik in jouw samenvatting: platteland, paardenkracht en windkracht, spinnen, schietspoel, spinning jenny, stoommachine, steenkoolmijnen, stoomlocomotief, 1839, arbeiders, werkomstandigheden, kinderarbeid, vakbonden, leerplicht
3. De laatste zin van jouw samenvatting begint met 'ik vind.......' 

Aan het eind lever je de gemaakte samenvatting in via Lesson Up:
Hierna: filmpje Industriele Revolutie - Histoclips (+ 6 min)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Deze 'lesson up' gaat over de industriële revolutie.

Wanneer was de industriële revolutie?
A
In de 18e eeuw
B
In de 19e eeuw
C
In de 20e eeuw
D
In de 21e eeuw

Slide 10 - Quizvraag

Welk logo hoort bij het tijdvak waarin de industriële revolutie plaatsvond?
A
Logo 1
B
Logo 2
C
Logo 3
D
Logo 4

Slide 11 - Quizvraag

Welke oorzaak wordt genoemd waarom de vraag naar textiel in de industriële revolutie steeds groter werd?
A
Er was sprake van bevolkingsgroei
B
De bevolking werd steeds rijker en wilde dus ook meer (textiel)kleding
C
De landbouwtechnieken werden beter, zodat meer voedsel geproduceerd kon worden
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 12 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?
A
de schietspoel
B
de spinning jenny
C
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste uitvinding die de industriële revolutie heeft veroorzaakt?
Hierna: vervolg filmpje (+ 5 min)
A
Het waterrad
B
De stoommachine
C
de spinning jenny
D
de schietspoel

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Welk voordeel wordt genoemd van de uitvinding van de stoomlocomotief?
A
Je kunt grotere hoeveelheden vervoeren
B
De stoomlocomotief ging sneller dan 60 km per uur
C
Het was een goedkope manier van grondstoffen vervoeren
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 16 - Quizvraag

Wat werd in het allereerste begin vooral vervoerd over het spoorlijn?
A
Mensen
B
Grondstoffen
C
Dieren
D
Producten.

Slide 17 - Quizvraag

In 1839 was de eerste stoomlocomotief (de Arend) in Nederland te vinden.
Tussen welke twee plaatsen reed 'de Arend'?
A
Tussen Amsterdam en Utrecht
B
Tussen Amsterdam en Haarlem
C
Tussen Rotterdam en Den Haag
D
Tussen Den Haag en Utrecht.

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk hiernaast een print screen van 9:15.
Wat stellen de vele zwarte lijntjes voor?
Hierna: vervolg filmpje (+ 5 min)
A
Kanalen
B
Spoorlijnen
C
Rivieren
D
Wandelwegen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Welke reden wordt genoemd waarom tijdens de industriële revolutie veel mensen van het platteland naar de stad verhuisden?
A
Op het platteland was er minder werk
B
Het loon in de stad was hoger
C
De arbeidsomstandigheden minder goed op het platteland dan in de stad
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 21 - Quizvraag

In welke beroepssector was in de 19e eeuw steeds meer werk te vinden?
A
In de landbouwsector
B
In de industriesector
C
In de dienstensector
D
geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 22 - Quizvraag

Kinderarbeid in de fabriek was heel normaal in de 19e eeuw.

Hoeveel uren per dag werkte een kind gewoonlijk op een dag?
A
Zo'n 8 uur per dag
B
Zo'n 10 uur per dag
C
Zo'n 12 uur per dag
D
Zo'n 15 uur per dag.

Slide 23 - Quizvraag

Waarom gingen fabrieksarbeiders zich op een gegeven moment verenigen in een vakbond?
Hierna: evaluatie leerdoelen.
A
Om dichter bij het werk te wonen.
B
Om op te komen voor betere arbeidsomstandigheden
C
Voor betere prijzen van goederen
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 24 - Quizvraag

Aan het eind:

 
1. kun je de belangrijkste uitvinding benoemen die de industriele revolutie heeft veroorzaakt;

2. weet je te verwoorden hoe de arbeidsomstandigheden waren in de fabriek;

3. kun je 1 reden opnoemen waarom jij graag tijdens de industriele revolutie zou willen leven (in plaats van nu)
Hierna: inleveren gemaakte samenvatting.

Slide 25 - Tekstslide


Lever hieronder in jouw gemaakte samenvatting:

Slide 26 - Open vraag