Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Mobiel in je tas
Petten af / jassen uit
Schrift en pen op tafel
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van deze les:
Heb je een begrippenlijst gemaakt en ingeleverd om te gebruiken bij de toets.
Heb je ergens opgeschreven hoe je een vraag bij CKV het beste kan beantwoorden - zodat je het kan leren voor de toets.
Heb je een aflevering gekeken van een programma over sneakerdesign.
Slide 2 - Tekstslide
Planning van vandaag:
Zelfstandig en in stilte: begrippenlijst maken van hoofdstuk 4, 5, 13, 16. (Eerste uur)
Klassikale herhaling: hoe beantwoord je een vraag bij een CKV toets? (15 minuten - 2e uur)
Aflevering kijken van "Voor de vorm" (25 minuten - 2e uur).
Vooruitkijken op volgende week
Slide 3 - Tekstslide
Begrippenlijst
H4 (Autonoom & Toegepast)
H5 (Ambachtelijk & Industrieel)
H13 (Architectuur)
H16 (Design)
Als je je begrippenlijst vandaag inlevert, mag je deze bij de toets houden.
Slide 4 - Tekstslide
Reageren op een kunstvorm. Wat is dat?
Slide 5 - Tekstslide
Een vraag over kunst beantwoorden is ook reageren.
Bijvoorbeeld in een PTA opdracht bij CKV...
Jouw reactie, die vaak intern is, moet dan in tekst vertaald worden (extern ). Zodat je voor een lezer goed navolgbaar bent.
Slide 6 - Tekstslide
Goed antwoord geven op een vraag over kunstvormen.
Stap 1: Bepaal de vormgeving (HOE wordt iets uitgebeeld?). ALLES WAT JE OGEN ZIEN (materiaal, kleur).
Stap 2: Bepaal de voorstelling (WAT stelt het voor?).
Stap 3: Een onderbouwd antwoord -> Koppel het hoe en het wat aan elkaar (Hier kun je ook kwijt of dit goed of slecht gedaan is ---> jouw onderbouwde mening).
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeldvraag:
Je krijgt bijvoorbeeld informatie over een gebouw, of een ander kunstwerk (design). Aan de hand van deze informatie ga je een aantal vragen beantwoorden. Hier kan bijvoorbeeld bij zitten: Onder welke stroming valt een gebouw?
Alleen de stroming opschrijven is NIET voldoende. Maak je antwoord inzichtelijk.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeldantwoord:
Ik zie een gebouw met kleinere vierkante vormen, die samen een groter geheel vormen. (HOE) Hierin is de kleinschaligheid en de menselijke maat van het structuralisme te herkennen. (WAT).
Als het wordt gevraagd kan je hier nog stap drie (je mening /inzicht) aan koppelen.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld van een ONJUIST antwoord:
Dit gebouw hoort bij het structuralisme. Dit zie ik door de vorm.
Slide 11 - Tekstslide
https:
Slide 12 - Link
Volgende week:
Geen toets (i.v.m. inspectie)
We starten met het onderwerp THEATER. Neem je laptop en boek mee!
