Sector 10 - Hybride

Sector 10
1 / 62
volgende
Slide 1: Tekstslide
OotmSecundair onderwijs

In deze les zitten 62 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Sector 10

Slide 1 - Tekstslide

Politiek
Zodra je 18 bent, mag je gaan stemmen. Bij de Europese verkiezingen kan dat zelfs al vanaf 16 jaar. Zo bepaal je mee welke beslissingen er worden genomen. Maar wat gebeurt er met je stem? En hoe draagt je stem bij tot het beleid? 

Slide 2 - Tekstslide

Blij dat je in mijn team zit
Komen jullie overeen?

Beeld je in: met een groepje klasgenoten wil je de leerlingen trakteren op een grote schoolfuif. Om dit tot een goed einde te brengen, zal je goed moeten samenwerken. Je zal moeten overleggen en keuzes moeten maken. Hoe zou jij zo’n party op school aanpakken?

Slide 3 - Tekstslide

Blij dat je in mijn team zit
Opdracht:
Bedenk nu een concept voor de schoolfuif.
Lees het bericht van de school op de volgende slide.
Beantwoord daarna de vragen. 





Slide 4 - Tekstslide

Briefing van de school
Je mag de fuif in de turnzaal organiseren, waar plaats is voor maximaal 150 personen. De directie laat geen alcohol toe. Ze vraagt je ook rekening te houden met klasgenoten die weinig geld hebben én de leerlingen met beperkingen. Vergeet je niet dat een paar van je vrienden fan zijn van metal?






Slide 5 - Tekstslide

Wat is het thema voor de fuif?

Slide 6 - Open vraag

Tijdstip= Wanneer vindt de fuif plaats?

Slide 7 - Open vraag

Doelpubliek = Voor wie organiseer je?

Slide 8 - Open vraag

Prijs = betalen of gratis?

Slide 9 - Open vraag

Muziek = DJ of spotify?

Slide 10 - Open vraag

Samenwerken
Beeld je nu in dat je je klasgenoten moet overtuigen van jouw ideeën. 

Overeenkomen is niet altijd gemakkelijk. Iedereen heeft namelijk zijn eigen ideeën en wil die graag verdedigen. Maar je komt pas verder als je toch een beslissing neemt en allemaal achter hetzelfde plan gaat staan.







Slide 11 - Tekstslide

Samenwerken
Je beseft het misschien niet, maar eigenlijk vertoont politiek veel gelijkenissen met hoe jullie te werk zijn gegaan. Straf, niet?







Slide 12 - Tekstslide

Stelling 1: Je hebt maar een beperkte hoeveelheid geld. Je moet dus kiezen wat je het belangrijkste vindt.
Is de stelling van toepassing op de organisatie van een schoolfuif en/of op het oplossen van een maatschappelijk probleem?
A
De organisatie van een schoolfuif
B
het oplossen van maatschappelijke problemen
C
beiden

Slide 13 - Quizvraag

Stelling 2: Je werkt samen met mensen met andere visies en achtergronden.
Is de stelling van toepassing op de organisatie van een schoolfuif en/of op het oplossen van een maatschappelijk probleem?
A
De organisatie van een schoolfuif
B
het oplossen van maatschappelijke problemen
C
beiden

Slide 14 - Quizvraag

Stelling 3: Je moet manieren vinden om samen te werken.

Is de stelling van toepassing op de organisatie van een schoolfuif en/of op het oplossen van een maatschappelijk probleem?
A
De organisatie van een schoolfuif
B
het oplossen van maatschappelijke problemen
C
beiden

Slide 15 - Quizvraag

Stelling 4: Je moet beslissingen maken als je vooruit wil gaan en deadlines wil halen.
Is de stelling van toepassing op de organisatie van een schoolfuif en/of op het oplossen van een maatschappelijk probleem?
A
De organisatie van een schoolfuif
B
het oplossen van maatschappelijke problemen
C
beiden

Slide 16 - Quizvraag

Stelling 5: Je beslist voor een hele gemeenschap, zonder dat iedereen mee aan tafel zit.
Is de stelling van toepassing op de organisatie van een schoolfuif en/of op het oplossen van een maatschappelijk probleem?
A
De organisatie van een schoolfuif
B
het oplossen van maatschappelijke problemen
C
beiden

Slide 17 - Quizvraag

Stelling 6: Je neemt beslissingen voor een groep. Niet iedereen gaat akkoord met elke beslissing.
Is de stelling van toepassing op de organisatie van een schoolfuif en/of op het oplossen van een maatschappelijk probleem?
A
De organisatie van een schoolfuif
B
het oplossen van maatschappelijke problemen
C
beiden

Slide 18 - Quizvraag

Gelijkenissen met politiek
Politiek is eigenlijk het organiseren van een schoolfeest voor een hele samenleving. En dat elke dag opnieuw. Maar in plaats van beslissingen te nemen over muziek of eten op een feestje, gaat het over maatschappelijke thema’s die impact hebben op alle burgers.









Slide 19 - Tekstslide

Politiek is nodig om deze 3 redenen:

Slide 20 - Tekstslide


Hoe zou de wereld er uit zien zonder politiek?


Als je helemaal alleen op de wereld bent, kan je doen wat je wil. Maar zodra je met anderen samenleeft, heb je regels en afspraken nodig. Want als iedereen zijn eigen ding zou doen en met niemand rekening houdt, ben je zelf verantwoordelijk voor alles en krijg je mogelijk chaos en conflict.

Slide 21 - Tekstslide


Hoe zou de wereld er uit zien zonder politiek?


Slide 22 - Tekstslide


Wat betekend politiek voor jou?


Slide 23 - Tekstslide

Welk gevoel heb jij bij het woord politiek?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video


Politiek


Politiek is aanwezig in elk aspect van ons leven. Ze bepaalt onder andere wat je moet leren op school, hoe je je veilig met de fiets kan verplaatsen of hoe makkelijk je de trein of bus kan nemen. Die beslissingen worden op verschillende politieke niveaus genomen. Hoe hoger het niveau, hoe uitdagender het is om zoveel mogelijk mensen te betrekken.

Slide 26 - Tekstslide


Politiek


Slide 27 - Tekstslide


Politiek versus politici



Politiek is geen synoniem voor politici. Politiek is het systeem waarin beslissingen genomen worden voor de samenleving, politici zijn de mensen in dat systeem. Zij hebben niet altijd een goede naam: sommige politici gooien met modder naar elkaar en niet iedereen blijkt te vertrouwen. 
Daardoor heeft politiek een negatieve bijklank gekregen, terwijl dat niet terecht is. Politiek is veel groter dan enkel politici. 


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video


Conclusie



Politiek heeft een grote impact op ons persoonlijk leven en op de samenleving in het algemeen.

De Duits-Amerikaanse filosofe Hannah Arendt zei ooit: “Politieke kwesties zijn te belangrijk om aan politici over te laten.”






Slide 30 - Tekstslide

Conclusie

Daarom is het belangrijk dat je actief deelneemt en geïnformeerde keuzes maakt. Dat kan je uiteraard doen door te gaan stemmen bij verkiezingen. Maar ook door te betogen, in een jeugdraad te stappen of actie te voeren, ...

Je moet dan natuurlijk weten hoe het politieke proces precies werkt. En dat ga ik uitleggen in het volgende deel!





Slide 31 - Tekstslide

Enkele aspecten

Soms lijkt het dat politici veel beloven maar dat niet waarmaken als ze verkozen zijn. Net alsof je een tropisch decor belooft op de schoolfuif en je enkel een sticker van een papegaai tegen de muur plakt. Vreemd, toch?

Om te weten hoe politiek precies werkt, gaan we dieper in op 3 verschillende aspecten. Daardoor zal je beter begrijpen hoe een politieke beslissing tot stand komt. Maar die kennis kan je ook meenemen naar hoe je bijvoorbeeld in je jeugdbeweging een beslissing moet nemen.









Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

1 Politieke visie
Elke politieke partij heeft een eigen visie op de wereld die bepaalt hoe de ideale samenleving eruit zou zien. Dat is op zich normaal: niet iedereen denkt hetzelfde over elk onderwerp. Verschillende standpunten zijn ook een meerwaarde voor het debat.


Partijen hebben vaak lang nagedacht over hun standpunt, waardoor ze echt overtuigd zijn van hun idee en daar argumenten voor zoeken. Als je politici hoort spreken, helpt het dus om te weten tot welke partij ze behoren. Zo kan je hun standpunt beter begrijpen.

Slide 34 - Tekstslide

Maar hoe ontstaan meningsverschillen?

In het politieke systeem zijn er enkele grote thema’s die meningen verdelen. Dit wil zeggen dat partijen zich ten opzichte van deze thema’s meer aan de ene of de andere kant plaatsen. Partijen met tegenovergestelde standpunten vinden dan veel moeilijker een akkoord.


Dit is onder meer het geval bij migratie, klimaat, economie en ethische levenskeuzes (zoals abortus en euthanasie).

Slide 35 - Tekstslide

2 Politieke communicatie



Mensen informeren en overtuigen van hun standpunten is belangrijk voor politieke partijen. Want enkel door mensen te overtuigen, worden politici verkozen.

De overtuigingskracht van politici zit in de taal die ze gebruiken. Alles wat ze zeggen of delen heeft hetzelfde doel: ze willen dat hun boodschap zoveel mogelijk mensen bereikt en een emotionele reactie teweegbrengt

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Wie sprak je het meeste aan?

Slide 38 - Open vraag

2 Politieke communicatie



Om hun boodschap goed te verpakken, gebruiken politici bepaalde technieken.
  • Ze gebruiken beeldspraak om iets duidelijk te maken.
  • Ze houden hun boodschap beperkt en zonder context.
  • Soms verzinnen ze simpele en pakkende slogans voor op sociale media of maken ze sprekende affiches.

Slide 39 - Tekstslide

3 Politiek systeem


Politici hebben vaak een heel duidelijke visie en overtuigen jou met allerlei beloftes.
Maar waarom is het dan zo moeilijk om echt iets te veranderen?
Dat heeft met het politieke systeem te maken. In het parlement of de regering moeten 
diezelfde politici samen aan oplossingen werken. 
Daarbij moeten ze rekening houden met elkaar en alle stappen 
in het beslissingsproces doorlopen.
En dat maakt het erg complex!


Slide 40 - Tekstslide

3 Politiek systeem


In de loop van de geschiedenis zijn er over de hele wereld verschillende politieke systemen geweest: democratieën, maar ook dictaturen, monarchieën waar de koning alles bepaalt en theocratieën met de macht in de handen van een religieuze leider.

Politiek is dus een fenomeen dat in allerlei vormen kan voorkomen. In de Europese Unie zijn alle landen democratieën, al staat de democratie in enkele lidstaten momenteel onder druk.

Niet elke democratie in de Europese Unie werkt trouwens op dezelfde manier.
Maar ze hebben wel allemaal dezelfde kenmerken.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Van stem tot beleid

Verkiezingen zijn een belangrijk kenmerk van elke democratie.
 Het is immers het moment waarop burgers deelnemen aan het democratische proces.
Elke burger heeft dan inspraak in de toekomst van het land door op politici of partijen te stemmen met gelijkaardige waarden en prioriteiten.
Wist je dat?
Wie mag gaan stemmen, varieert per land. Meestal heb je vanaf 18 jaar dat recht. Maar bij de Europese verkiezingen mogen in sommige landen nu ook jongeren vanaf 16 jaar gaan stemmen. Dat is onder andere het geval in België. 


Slide 43 - Tekstslide

Bij de Europese verkiezingen mogen jongeren vanaf 16 jaar gaan stemmen. Vind je dit een goed idee?

Slide 44 - Open vraag

De weg van de stem

Slide 45 - Tekstslide

De weg van de stem - Kiesdrempel

In België bestaat een kiesdrempel. 
Een partij die minder dan 5 procent van de stemmen haalt, krijgt geen zetels in het parlement. Niemand van deze partij raakt dus verkozen.

Slide 46 - Tekstslide

De weg van de stem - Parlement

Partijen die wel voldoende stemmen halen, komen in het parlement terecht. Hoe meer stemmen een partij heeft, hoe meer politici een zetel krijgen.

 

Deze parlementsleden noemen we ook volksvertegenwoordigers: vanaf dan vertegenwoordigt dat parlementslid jou. Het beslist dan mee over voorstellen van de regering en de andere parlementsleden.

Slide 47 - Tekstslide

De weg van de stem - Regering

Verschillende partijen proberen dan een regering te vormen met een meerderheid van de stemmen. Een regering met bijvoorbeeld maar 35 procent van de stemmen, kan dus niet.

 Een regering met verschillende partijen noemen we een coalitie. Elke regering sluit ook een regeerakkoord, waarin de afspraken worden gemaakt over welk beleid ze wil voeren.

Partijen die geen deel uitmaken van de regering noemen we de oppositie. Die controleert de regering en geeft kritiek op het beleid.

Slide 48 - Tekstslide

De weg van de stem - Bevoegdheden

België heeft meerdere regeringen, die allemaal verantwoordelijk zijn voor andere zaken. Afhankelijk van het thema kan ofwel de federale ofwel de regionale regering een beslissing nemen:



De federale regering beslist bijvoorbeeld over veiligheid, buitenlandse zaken, 
defensie, energie, …

Regionale regeringen beslissen over mobiliteit, sport, jeugd, natuur, cultuur, …

Slide 49 - Tekstslide

De weg van de stem - Wetten

Op basis van het beleid dat ze willen voeren, maken de ministers in een regering wetsvoorstellen. Het parlement debatteert hierover en stemt nadien. Wanneer een meerderheid in het parlement het voorstel goedkeurt, moet de regering deze wet uitvoeren.


Ook de parlementsleden zelf kunnen wetsvoorstellen doen, waarover het parlement stemt. Ook dan is de regering verplicht de wet uit te voeren

Slide 50 - Tekstslide

De weg van de stem 

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Video

De universele oplader voor je smartphone is er gekomen door de strijd van één man. Hoe is dit tot stand gekomen?

Slide 53 - Open vraag

Puzzeltijd!

Duid 2 sectoren en een politiek niveau aan die volgens jou bij elkaar horen. Als je een juiste combinatie maakt, verdwijnen de puzzelstukken uit het spelbord en komen ze in de linkerkolom.
Puzzel verder tot het spelbord leeg is.

Spel via link volgende slide! ALLEEN de puzzel is voldoende ;-)

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Link

Conclusie


Politieke boodschappen hebben geen geheim meer voor jou. Je weet nu: achter die standpunten zit een bepaalde visie en ze zijn goed verpakt om te overtuigen.

Tegelijk maken politici ook deel uit van het complexe politieke systeem.
Om oplossingen te zoeken, moeten ze dus onderhandelen en samenwerken.
 Net zoals jij hebt gedaan bij de organisatie van de schoolfuif!



Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Video

Op welke manier zou jij zelf je stem willen laten horen?

Slide 58 - Open vraag

Hoe kies je waarvoor je actie wil voeren?

Slide 59 - Open vraag

Welk gevoel heb jij nu bij het woord politiek?

Slide 60 - Open vraag

Welke verkiezingen zijn er op 9 juni 2024?

Slide 61 - Open vraag

Welke verkiezingen zijn er op 13 oktober 2024:?

Slide 62 - Open vraag