Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
5WWE: herhaling Belgische politiek
5WWE: herhaling Belgische politiek
1 / 50
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Sociale wetenschappen
Secundair onderwijs
In deze les zitten
50 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
5WWE: herhaling Belgische politiek
Slide 1 - Tekstslide
Federaal
Slide 2 - Tekstslide
De persoon die na de verkiezingen aftoetst met welke partijen een meerderheid gevormd kan worden, is de
A
Formateur
B
Informateur
C
Staatssecretaris
D
Gouverneur
Slide 3 - Quizvraag
Partijen uit de oppositie vormen samen de coalitie.
A
juist
B
fout
Slide 4 - Quizvraag
Door het cordon sanitaire worden er geen bestuursakkoorden gesloten met de PVDA-PTB.
A
juist
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Het contract dat de regeringspartijen opstellen en waarin staat wat ze willen realiseren, noemen we
A
het wetsvoorstel
B
het decreet
C
het regeerakkoord
D
het ministerieel besluit
Slide 6 - Quizvraag
In de verschillende parlementen zitten politici samen per partij. Ze vormen er een
A
Commissie
B
Fractie
C
Ministerraad
D
Kernkabinet
Slide 7 - Quizvraag
In de federale regering zijn er naast de eerste minister nog vijftien ministers.
A
juist
B
fout
Slide 8 - Quizvraag
In de federale regering moeten er evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers zijn.
A
juist
B
fout
Slide 9 - Quizvraag
Naast de ministers zijn er op federaal niveau ook .... aangesteld en toegevoegd aan een minister
A
Informateurs
B
Formateurs
C
minister-presidenten
D
Staatssecretarissen
Slide 10 - Quizvraag
De vergadering van de eerste minister en zijn vice-eersteministers is het kernkabinet.
A
juist
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
Een wetsontwerp wordt ingediend door een Kamerlid.
A
juist
B
fout
Slide 12 - Quizvraag
Als een lid van de regering een initiatief tot nieuwe wetgeving wil maken, doet hij dat via een
A
omzendbrief
B
wetsontwerp
C
overlegcomité
D
wetsvoorstel
Slide 13 - Quizvraag
Er worden ... wetsvoorstellen goedgekeurd dan wetsontwerpen
A
meer
B
minder
C
even veel
Slide 14 - Quizvraag
De uitvoerende macht moet jaarlijks een schatting maken van zowel de inkomsten als de uitgaven. Dat is
A
een wetsvoorstel
B
een voorstel van decreet
C
de begroting
D
de onderzoekscommissie
Slide 15 - Quizvraag
Kamerleden kunnen via interpellaties andere Kamerleden ter verantwoording roepen.
A
juist
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
Het kernkabinet bestaat uit
A
eerste minister, ministers, staatsecretarissen
B
eerste minister, vice-eersteministers
C
eerste minister, ministers
D
eerste minister, staatssecretarissen
Slide 17 - Quizvraag
De koning speelt een rol in de drie staatsmachten.
A
juist
B
fout
Slide 18 - Quizvraag
De informele vergadering van de eerste minister en de vice-eersteministers noemen we
A
het kernkabinet
B
de FOD
C
de ministerraad
D
de paritaire samenstelling
Slide 19 - Quizvraag
Een begroting wordt opgesteld door de wetgevende macht.
A
juist
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
Het samenwerkingsverband tussen twee of meer partijen die samen de meerderheid vormen, is de
A
Coalitie
B
Fractie
C
Ministerraad
D
Intercommunale
Slide 21 - Quizvraag
Tijdens gesprekken tussen de koning en politici geldt de colloque singulier of
A
Zwijgplicht
B
Consensus
C
Onpartijdigheid
D
Scheiding der machten
Slide 22 - Quizvraag
Wat is GEEN controlemiddel van parlementsleden?
A
Koninklijk besluit
B
Schriftelijke vraag
C
Interpellatie
D
0nderzoekscommissie
Slide 23 - Quizvraag
1. ‘Er worden meer wetsontwerpen dan wetsvoorstellen goedgekeurd.’
2. ‘Het grootste initiatief voor nieuwe wetgeving komt van de uitvoerende macht.’
A
1 en 2 zijn juist
B
1 is juist, 2 is fout
C
2 is juist, 1 is fout
D
1 en 2 zijn fout
Slide 24 - Quizvraag
In de federale regering moeten er evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers zijn. Dat wordt .... genoemd
A
de paritaire samenstelling
B
de ministerraad
C
het kernkabinet
D
het overlegcomité
Slide 25 - Quizvraag
Parlementaire vragen kunnen worden gesteld in de plenaire vergadering maar ook in diverse
A
Commissies
B
Comités
C
Fracties
D
Coalities
Slide 26 - Quizvraag
In de Kamer van Volksvertegenwoordigers zitten .... parlementsleden
A
60
B
124
C
150
D
170
Slide 27 - Quizvraag
federaal, Vlaams, provinciaal, gemeentelijk
Slide 28 - Tekstslide
De gouverneur is een politicus
A
juist
B
fout
Slide 29 - Quizvraag
Een decreet is een wet op Vlaams niveau.
A
juist
B
fout
Slide 30 - Quizvraag
Het Federaal Parlement is een legislatuurparlement.
A
juist
B
fout
Slide 31 - Quizvraag
Een minister-president komt voor op Vlaams niveau.
A
juist
B
fout
Slide 32 - Quizvraag
De koning benoemt de federale ministers.
A
juist
B
fout
Slide 33 - Quizvraag
Defensie is een ... bevoegdheid
A
Europese
B
federale
C
Vlaamse
D
lokale
Slide 34 - Quizvraag
Bicameralisme treffen we aan op federaal niveau maar niet op Vlaams niveau.
A
juist
B
fout
Slide 35 - Quizvraag
De uitvoerende macht op provinciaal niveau is de
A
bestendige deputatie
B
gouverneur
C
premier
D
minister-president
Slide 36 - Quizvraag
Decreten worden uitgevaardigd op ... niveau
A
federaal
B
Vlaams
C
provinciaal
D
gemeentelijk
Slide 37 - Quizvraag
Wat is GEEN federale bevoegdheid
A
Buitenlandse zaken
B
Asiel en migratie
C
Onderwijs
D
Defensie
Slide 38 - Quizvraag
Welke uitspraak is fout
A
Het Vlaams parlement benoemt de Vlaamse ministers
B
De koning benoemt de federale ministers
C
De burgemeester is de voorzitter van de gemeenteraad
D
De gouverneur is een ambtenaar
Slide 39 - Quizvraag
Cultuur en media zijn
A
Federale materie
B
Provinciale materie
C
Gemeenschapsmaterie
D
Gewestmaterie
Slide 40 - Quizvraag
Staatssecretarissen komen alleen voor op Vlaams niveau.
A
juist
B
fout
Slide 41 - Quizvraag
Wat is GEEN onderdeel van de wetgevende macht?
A
Senaat
B
provincieraad
C
gemeenteraad
D
bestendige deputatie
Slide 42 - Quizvraag
1. ‘Het Vlaams Parlement is een legislatuurparlement.’
2. ‘De Vlaamse regering wordt geleid door de premier.’
A
1 en 2 zijn juist
B
1 is juist, 2 is fout
C
2 is juist, 1 is fout
D
1 en 2 zijn fout
Slide 43 - Quizvraag
1. ‘De Vlaamse regering kent een paritaire samenstelling.’
2. ‘Staatssecretarissen komen enkel voor op federaal niveau.’
A
1 en 2 zijn juist
B
1 is juist, 2 is fout
C
2 is juist, 1 is fout
D
1 en 2 zijn fout
Slide 44 - Quizvraag
Op Vlaams niveau is er een
A
minister-president
B
eerste minister
C
premier
D
vice-premier
Slide 45 - Quizvraag
Omdat er op Vlaams niveau geen vervroegde verkiezingen kunnen worden uitgeschreven, heet het parlement daar
A
legislatuurparlement
B
deelparlement
C
kernparlement
D
regeerparlement
Slide 46 - Quizvraag
De juridische normen en richtlijnen in onze samenleving die in het Vlaams Parlement worden goedgekeurd, worden ... genoemd
A
Wetten
B
Decreten
C
Retributies
D
Omzendbrieven
Slide 47 - Quizvraag
Een ... is een samenwerkingsverband tussen verschillende gemeenten.
A
Coalitie
B
Provinciaal besluit
C
Intercommunale
D
Gemeenteraad
Slide 48 - Quizvraag
De uitvoerende macht op provinciaal vlak, bestaande uit de gouverneur, de secretaris en een aantal gedeputeerden, is de
A
Provincieraad
B
Intercommunale
C
Bestendige deputatie
D
Provinciale deputatie
Slide 49 - Quizvraag
De bestendige deputatie is een onderdeel van de wetgevende macht.
A
juist
B
fout
Slide 50 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Centralisatie en decentralisatie
April 2022
- Les met
30 slides
Geschiedenis
Secundair onderwijs
Herhalingsles CW 6
Augustus 2024
- Les met
22 slides
Cultuurwetenschappen
Secundair onderwijs
Sector 02 - Een samenleving moet bestuurd worden - De Vlaamse overheid
Oktober 2023
- Les met
19 slides
Maatschappij
Secundair onderwijs
Sector 02 - Een samenleving moet bestuurd worden - Provinciale overheid - De gemeentelijke
November 2023
- Les met
44 slides
Maatschappij
Secundair onderwijs
Sector 02 - Een samenleving moet bestuurd worden (politieke veld)
Oktober 2023
- Les met
42 slides
Maatschappij
Secundair onderwijs
Herhaling verschillende bestuursvormen
Januari 2023
- Les met
16 slides
Algemene vorming
Secundair onderwijs
De Belgische politiek
Juni 2023
- Les met
23 slides
Geschiedenis
Secundair onderwijs
Democratie in België en in het oude Athene
Januari 2022
- Les met
16 slides
Mens en samenleving
Secundair onderwijs