Vaak heb je naast je gewone lessen veel toetsen in een week. Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing. Ook is er weinig afwisseling tussen theorie en praktijk.
Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing want vaak heb je naast je gewone lessen veel toetsen in een week.
Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing want er is weinig afwisseling tussen theorie en praktijk.
Slide 4 - Tekstslide
P1 betoog analyseren en beoordelen
Vaak heb je naast je gewone lessen veel toetsen in een week. Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing. Ook is er weinig afwisseling tussen theorie en praktijk.
Vaak heb je naast je gewone lessen veel toetsen in een week dus een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing
Er is weinig afwisseling tussen theorie en praktijk dus een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing
Slide 5 - Tekstslide
P1 betoog analyseren en beoordelen
Vaak heb je naast je gewone lessen veel toetsen in een week. Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing. Ook is er weinig afwisseling tussen theorie en praktijk.
(Als je vaak naast je gewone lessen veel toetsen in een week hebt dan iseen gevarieerde toetsweek is een goede oplossing.)
Er zijn veel toetsen naast gewone lessen, dus een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing.
Slide 6 - Tekstslide
P1 betoog analyseren en beoordelen
Vaak heb je naast je gewone lessen veel toetsen in een week. Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing. Ook is er weinig afwisseling tussen theorie en praktijk.
(Als er weinig afwisseling is tussen theorie en praktijk dan is een gevarieerde toetsweek een goede oplossing.)
Er is weinig afwisseling tussen theorie en praktijk dus een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing.
Slide 7 - Tekstslide
argumentatiestructuur
1 arg = enkelvoudig. Vaak heb je naast je gewone lessen veel toetsen in een week. Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing.
2 arg = nevenschikkend onafhankelijk. Vaak heb je naast je gewone lessen veel toetsen in een week. Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing. Ook is er weinig afwisseling tussen theorie en praktijk.
Slide 8 - Tekstslide
argumentatiestructuur
2 arg = nevenschikkend afhankelijk. Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing. Practica kunnen nu alleen in K31 op vrijdagmiddag en dan is het lokaal op meerdere momenten vrij.
Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing wantdan is het lokaal op meerdere momenten vrij. --> hoort bij: Practica kunnen nu alleen in K31 op vrijdagmiddag.
Slide 9 - Tekstslide
argumentatiestructuur
arg onderbouwd met arg = onderschikkend. Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing. Er is weinig afwisseling tussen theorie en praktijk, want practica kunnen alleen in K31 op vrijdagmiddag en dan is het lokaal op meerdere momenten vrij.
Een gevarieerde toetsweek is een goede oplossing want er is weinig afwisseling tussen theorie en praktijk, want practica kunnen alleen in K31 op vrijdagmiddag en in een toetsweek is het lokaal op meerdere momenten vrij.
Slide 10 - Tekstslide
4.1 en 4.2
Slide 11 - Tekstslide
feitelijk/waarderend
feitelijk: valt te controleren
ware, onware en veronderstelde feiten
waarderend: persoonlijk
normen en waarden, geloof, principes
heel veel gebruikt, heel overtuigend, maar ook 'gekleurd', polariserend en misbruikt
Slide 12 - Tekstslide
schema's
geheel aan standpunt en argumenten
autoriteit: deskundige. Is die persoon wel deskundig (op dat terrein)? Is hij onpartijdig?
kenmerk of eigenschap: ondersteunen ze wel het genoemde kenmerk?
oorzaak/gevolg: is het wel een oorzakelijk verband? Standpunt is gevolg, argument oorzaak (als...dan..)
Slide 13 - Tekstslide
schema's
vergelijking: zijn de gevallen wel vergelijkbaar?
voorbeelden: een verschijnsel of eigenschap ter onderbouwing van algemener eigenschap of dat verschijnsel. Is het voorbeeld voldoende?
voor- en nadelen: is het waar? Is het volledig?
Slide 14 - Tekstslide
aanvaardbaarheid
Genoeg argumenten? Welke kan je zelf nog bedenken?
Spreken ze elkaar niet tegen?
Zijn ze relevant? (of doen ze er niet toe?)
Kloppen feitelijke argumenten en is de bron betrouwbaar?
Is een waarderend argument volgens algemene opvattingen?
Slide 15 - Tekstslide
P4 Drogredenen: foutief gebruik argumentatieschema's