In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Kookpunt en smeltpunt
Slide 1 - Tekstslide
Vorige week...
Slide 2 - Tekstslide
fase-overgangen
vervluchtigen
rijpen
verdampen
condenseren
bevriezen
smelten
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
Je kan uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) van een stof zijn en waarom dit stofeigenschappen zijn.
Je kan uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.
Slide 4 - Tekstslide
Aantekening: Kelvinschaal
Van graden Celsius naar graden Kelvin --> +273
Van graden Kelvin naar graden Celsius --> -273
Slide 5 - Tekstslide
Kelvin en oC
Omrekenen
- Graden Celsius
- Kelvin
- Graden Fahrenheit
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld opdrachten
Hoeveel graden Celsius is 272 Kelvin?
Hoeveel graden Celsius is 150 Kelvin?
Hoeveel Kelvin is 32 graden Celsius?
Hoeveel Kelvin is -15 graden Celsius?
T (in Celcius) + 273 = T (in Kelvin) =
T (in Kelvin) - 273 = T (in Celcius)
Slide 7 - Tekstslide
Smelt en kookpunt
ijs smelt altijd bij 0 °C. Dit is het smeltpunt van ijs.
Water kookt altijd bij 100 °C. Dit is het kookpunt van water.
Iedere stof heeft een eigen smelt en kookpunt.
Slide 8 - Tekstslide
Onder het smeltpunt is de fase vast.
Tussen het smelt-en kookpunt vloeibaar.
Boven het kookpunt gasvormig.
Stofeigenschappen van zuivere stoffen
Slide 9 - Tekstslide
Het kookpunt
Tijdens het koken van water is de temperatuur 100 °C. De waterdampbellen ontstaan door de hele vloeistof. Tijdens het koken blijft de temperatuur constant. Het kookpunt is een stofeigenschap.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
De overeenkomst tussen verdampen en koken.
Bij allebei is er de fase-overgang van vloeibaar naar gasvormig.
Slide 12 - Tekstslide
Verschillen tussen verdampen en koken.
Verdampen gebeurt alleen aan het oppervlak en kan tussen het smelt-en kookpunt plaatsvinden. Water kan dus verdampen tussen 0 en 100 °C
Koken kan alleen bij het kookpunt.
Slide 13 - Tekstslide
Smeltpunt en vriespunt
Smeltpunt en vriespunt of
stolpunt is hetzelfde.
Ijs bevriest en smelt bij 0 oC.
Tijdens het smelten blijft de
temperatuur constant.
Slide 14 - Tekstslide
Kookpunt & smeltpunt
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Het vries-of smeltpunt verlagen
Met zout of antivries kun je het vriespunt van
water verlagen.
Slide 17 - Tekstslide
Bij hoeveel graden gaat water koken
A
90 °C
B
100 m
C
101 °C
D
100 °C
Slide 18 - Quizvraag
Het koken van water op microniveau geef ik zo aan:
A
dampmoleculen zijn lichter en stijgen daarom op
B
moleculen bewegen zo snel dat ze overgaan naar de gasfase
C
Ik zie bubbeltjes en daarom ontstaat er waterdamp
D
moleculen gaan elkaar afstoten zodat ze overgaan in de gasfase
Slide 19 - Quizvraag
In de tabel staan twaalf stoffen. Peter heeft één van deze stoffen in een fles. De stof komt vloeibaar uit de vriezer (−18 °C). Als de vloeistof een poosje bij kamertemperatuur (20 °C) staat, begint hij te koken. Welke van de stoffen in de tabel zou dit kunnen zijn?
A
alcohol
B
butaan
C
kwik
D
propaan
Slide 20 - Quizvraag
Welke diagram laat een smeltpunt zien?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quizvraag
Het smeltpunt van ijzer is 1559 graden Celsius en het kookpunt is 2800 graden Celsius. Welke fase heeft ijzer bij 1600 graden Celsius?
A
vast
B
vloeibaar
C
gasvormig
Slide 22 - Quizvraag
In de winter wordt zout op de wegen gestrooid. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat er geen ijslaag op de wegen komt. Wat is het effect van strooizout?
A
het verlaagt het stolpunt van water
B
het verlaagt het smeltpunt van water
C
het verlaagt het kookpunt van water
D
het verlaagt het vriespunt van water
Slide 23 - Quizvraag
Afsluiting
Je kan beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
Je kan uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt (vriespunt/stolpunt) van een stof zijn en waarom dit stofeigenschappen zijn.
Je kan uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.