Daltonplusuur Kua Drama

DALTONPLUSUUR
DRAMA KUA
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

DALTONPLUSUUR
DRAMA KUA

Slide 1 - Tekstslide

DRAMA (THEATER)
I. Voorstelling: Wat is er te zien en/of te horen? Wat voor soort drama/theater wordt er uitgevoerd?
II. Inhoud: Waar gaat het theaterstuk over: wat is het verhaal, het thema, het concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?
III. Vormgeving: Hoe wordt de theatervoorstelling vormgegeven door middel van spel?
IV. Theatervormgeving: Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de theatervoorstelling vormgegeven?

Slide 2 - Tekstslide

SPEL
- Lichaam
- Stem
- Speelstijl
- Mise-en-scène

Slide 3 - Tekstslide

Lichaam
– mimiek (gezichtsuitdrukking)
gebaren en bewegingen (bijvoorbeeld het waggelen van een dikke dame)
lichaamshouding (zoals een stijve nek voor een koppig persoon, of het ingezakt zitten van
een sloom figuur)
handeling (roken, neuspeuteren, op het horloge kijken)

Slide 4 - Tekstslide

Stem
volume (hard of zacht)
accent (stads- of streekaccent)
klankkleur (hoog en licht of zwaar en donker, nasaal, ‘hete aardappel in de keel’).
intonatie (veel of weinig variatie in toonhoogte)
– het gebruik van klemtonen
timing (langzaam of snel, pauzes)
– veel of weinig emotie in de stem

Slide 5 - Tekstslide

Speelstijl
Onder speelstijl verstaat men een wijze van spelen, die over het algemeen kenmerkend is voor een
bepaald theatergenre zoals melodrama (soap), realisme, absurdisme, slapstick of episch theater.
De speelstijl kan ook gekoppeld zijn aan het regieconcept van de regisseur.

Slide 6 - Tekstslide

Mise-en-scène
Hiermee bedoelt men het gebruik van de ruimte door de acteurs zoals:
– de plaatsing van personages in de ruimte (onderlinge afstanden, hoogteverschillen)
– het bewegen van de personages ten opzichte van elkaar en in de ruimte (de looplijnen)
– de blikrichting/focus van de personages
– het op- en afgaan van de personages

Slide 7 - Tekstslide

Theatervormgeving

- Locatie
- Decor
- Kostuum
- Grime en hair styling
- Rekwisiet
- Attribuut
- Belichting
- Muziek
- Geluid
- Enscenering
- Toneelbeeld 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

In de tekst beschrijven de groepsleden zichzelf als robots. De theatervormgeving van deze videoclip ondersteunt dit gegeven. Zo worden de groepsleden soms afgewisseld met poppen, en geven alleen de elektronische naambordjes informatie over hun identiteit.

Leg uit op welke manier de groepsleden van Kraftwerk hier op robots lijken. Doe dit aan de hand van:

Twee aspecten van de THEATERVORMGEVING, en (2p)
Twee aspecten van het SPEL. (2p)
( Laat muziek/geluid buiten beschouwing.) 



Slide 10 - Tekstslide


Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide


Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide